Terug naar overzicht

In the beginning … 't Wort Wat!

tww november 2019
Door: Jan Wurpel

Het is middag bij de Luchtverkeersleiding op Schiphol als ik word gebeld door mijn echtgenote Wilma. ‘Heb je zin om mee te doen met een cursus bierbrouwen’, vraagt ze mij. Ik antwoord van ja, ‘maar hoezo een cursus bierbrouwen’? ‘Theo van de Voorde gaat hier voor belangstellenden een cursus proberen te geven’, antwoordt zij. Eén of twee avonden theorie en dan proberen we hier bier te maken. ‘Ans en Vera doen ook mee’. ‘Nou, dat lijkt me wel leuk’, antwoord ik. ‘Schrijf me maar in’.

Een paar dagen later krijg ik een pakketje met ingebonden blaadjes waarin de theorie van het bierbrouwen voor amateurbierbrouwers wordt uitgelegd. Theo had zelf een cursus bierbrouwen gevolgd, nadat hij was gestopt met het maken van wijn. Het pakket aan theorie zag er nog wat pover uit, maar dat kon ook niet anders met de middelen die een amateurbrouwer toen ter beschikking stonden.

Nu kon ik niet op alle theoriebijeenkomsten aanwezig zijn, maar dat mocht de pret niet drukken. In die tijd vertoefde ik voor mijn werk bij de Luchtverkeersleiding redelijk veel in het buitenland. Ook toen. Ik moest voor een paar dagen naar Duitsland, ja, het land van de lagerbieren en het Reinheitsgebot! Maar wat doe je op de avonden als je klaar bent met werken en het nog te vroeg is om te gaan eten en stappen? Jullie raden het zeker wel. Ja, de theorie over het brouwen van bier gaan lezen! Het ging over het schroten van mout, de kafjes heel zien te houden, het maischen en het filteren m.b.v. twee emmers, waarvan er één geen bodem had, en waar tussen die twee emmers horrengaas gespannen was, om zo een filter te creëren. Het vergisten, met toen verkrijgbare gist (één a twee soorten) behoefde ook de nodige uitleg. Ja, het amateurbierbrouwen stond 25 jaar geleden eigenlijk nog wel in de kinderschoenen vergeleken met vandaag.
 
Theo werkte 25 jaar geleden als chef-verkeersleider op Schiphol. Zoals al eerder aangehaald, was hij begonnen met het maken van wijn. Op een gegeven moment werd zijn interesse gewekt voor het brouwen van bier. In die tijd werd hij lid van een bierbrouwersvereniging in Tilbug. ‘De Roerstok’, om precies te zijn. Tilburg is vanuit Hoofddorp, waar Theo woont, best wel een eind reizen, en Theo miste wat brouwers in zijn omgeving. Hij was de mening toegedaan dat je de kunst van het zelf bier brouwen ook op anderen kan overdragen. En dus besloot Theo daarom zelf cursussen bierbrouwen te gaan geven, ook in de hoop om wat meer brouwers (en kennis) om zich heen te verzamelen.

Voor het eerst brouwen

Nu, de eerste cursus was, zoals eerder vermeld, op Schiphol. Ja, op Schiphol-Centrum, achtste verdieping van het gebouw waarin de verkeersleiding gevestigd was, aangrenzend aan het drukke platform, vol met aankomende en vertrekkende vliegtuigen. De theorielessen waren reeds gegeven, toen we op een zaterdag met zo'n 8 personen in de keuken van het toenmalige bedrijfsrestaurant, toen meer een kantine, aan de slag gingen. Er werden twee bieren gemaakt. Ik weet niet precies meer welke twee, maar één werd een ‘Paasei’ genoemd. Het was een kruising tussen een tripel en een lentebok, en ik weet nog wel dat er gierst in verwerkt werd. Ik heb nooit begrepen waarom er gierst in dat bier moest worden verwerkt. Gierst is vogelvoer, en ik ben er nooit beter van gaan zingen. Er werd met de hand geschroot op de inmiddels klassieke Tsjechische schrootmolen, die toentertijd heel gangbaar was. Theo inspecteerde of het schroten wel goed ging. Niet te fijn en ook weer niet te grof, maar vooral de kafjes heel houden, zo leerden we direct. Dan het maischen, filteren, het wort koken met de hop, filteren en koelen, en dan het verkregen wort op glazen mandflessen zetten. Daarna de toverkorreltjes (gist van Boots) toevoegen. Die toverkorreltjes, de gist in droge vorm, zouden het wort moeten omzetten in jongbier. Ja, toen leerde je al dat de brouwers het wort maken, maar dat de gist, mits goed behandeld, het bier maakt. In de namiddag zat het brouwproces er voor die dag op. Nu het bier donker wegzetten in een kleine donkere ruimte en daarna alles weer goed schoonmaken, waarna er door de mannen een biertje gedronken werd.

Voor het eerst bottelen en proeven

Na een week of drie gingen we het inmiddels gefermenteerde bier in flesjes doen, en aan elk fles moest nog een theelepeltje suiker worden toegevoegd. Dat was om het bier van het nodige koolzuur te voorzien tijdens het nagisten op fles. Dan de dop erop en weer twee weken wachten.

Dan het proeven van ons brouwsel, ja wat een ervaring. We hadden zelf bier gemaakt, en ik was direct geïnfecteerd door dit proces. Ik wilde hiermee wel verder gaan.

Na de eerste schreden

De contacten met Theo werden wat intensiever daar bij de verkeersleiding en op een gegeven moment heb ik wat spulletjes aangeschaft op aangeven van Theo. Een 16 liter emaillen pan laten scoren op de Albert Cuyp-markt in Amsterdam. Wat plastic emmers en horrengaas omgetoverd tot filterkuip. Een houten roerspaan en wat slangen aangeschaft, en ja, het begin was er nu. Ik heb eerst twee keer een bier gemaakt vanuit blik waarin kant en klare moutsiroop verpakt was. Die blikken had ik gekocht bij een drogist/reformwinkel in Beverlo (België), waar ik met Theo naartoe gereisd was. Deze drogisterij van vader Balis was al redelijk gespecialiseerd in artikelen t.b.v. bierbrouwen, wijnmaken en inmaken van vruchten. Het was de voorloper van het huidige ‘Brouwland’. Het brouwen met blikken was bedoeld om eerst het hygiënisch werken onder de knie te krijgen. Maar al gauw werd het volmout bier. Een tripel was het eerste volmout bier dat ik zelfstandig gebrouwen heb. 

De Roerstok te Tilburg

Theo was in die tijd lid van ‘de Roerstok’, gevestigd in Tilburg. Ik ben daar toen ook lid van geworden, en mijn eerste activiteit met ‘de Roerstok’ was een excursie naar de brouwerij van Heineken in 's-Hertogenbosch. Daar brouwde Heineken al haar speciaalbieren, zoals Kylian, dat toen redelijk gangbaar was. Verder konden we via deze vereniging ook aan ingrediënten en materiaal komen via hun huisleverancier ‘Bertje’. Ja, voortaan zouden we samen naar de clubavonden in Tilburg gaan.

De reizen naar Tilburg, elke maand, vergden redelijk veel reistijd en de winter was het toch soms wel wat lastig rijden met mist en gladheid. Theo was inmiddels begonnen met het geven van cursussen voor belangstellen buiten het vertrouwde gebouw van de verkeersleiding op Schiphol. In Amstelveen en Hoofddorp heeft hij diverse cursussen gegeven. Op een gegeven moment reden we weer naar Tilburg, toen Theo mij vertelde eraan te denken om zelf in onze regio een vereniging op te gaan richten. Het elke maand rijden naar Tilburg werd toch wel wat veel, vooral in de winter, en met een eigen vereniging in de buurt zou dat reizen een heel stuk minder worden. Helemaal nu er een aantal cursisten enthousiast geworden was en verder met het brouwen van bier wilde. Ik heb Theo toen beloofd om hem hierin actief te gaan steunen.

Op zoek naar geïnteresseerden

Nu was het zaak op zoek te gaan naar geïnteresseerden in de regio Haarlemmermeer en omstreken. Theo heeft toen alle mensen die zijn brouwcursussen gevolgd hebben benaderd om te vragen of zij een amateurbierbrouwersvereniging in de regio zagen zitten. De reacties waren overweldigend. Er waren naar onze mening nu (beginnende) amateurbrouwers genoeg om een vereniging op te zetten. We hebben toen veel gehad aan ‘de Roerstok’, welke vereniging model gestaan heeft voor de nieuw op te richten vereniging. We hebben toen de statuten van ‘de Roerstok’ uitgebreid bestudeerd en datgene overgenomen wat we in een eigen nieuwe vereniging konden gebruiken. Maar goed, een verzameling enthousiaste brouwers is nog niet voldoende om een vereniging met structuur werkend te krijgen. Er moesten commissies gevormd worden die zich bezig moesten houden met essentiële activiteiten waarop zo'n vereniging drijft.

Wat hebben we als verzameling brouwers nodig? Ingrediënten! Die kon je individueel wel kopen, maar de leveranciers toentertijd waren niet in de buurt gehuisvest en voerden toen nog geen uitgebreid gamma aan ingrediënten en brouwmaterialen zoals we die tegenwoordig kunnen verkrijgen. De eerdergenoemde ‘Bertje’ in Tilburg en ‘Riet Beijer’ in Soest waren de toen gangbare leveranciers. En dan nog in België de voorloper van ‘Brouwland’. Dus er moest een commissie komen die zich bezig moest gaan houden met het inkopen van ingrediënten en brouwgereedschappen voor de brouwende leden.

Dan moest er nog gezocht worden naar een onderkomen waar we maandelijks bij elkaar konden komen, wat dan onze clubavonden zouden moeten worden. Theo en ik zijn diverse locaties in de Haarlemmermeer afgegaan om te kijken of er een clubhuis te vinden was dat in staat was een groep amateurbrouwers maandelijks te accommoderen en, niet onbelangrijk, waar ook bier geschonken mocht worden. We hebben heel wat buurtcentra bezocht in die tijd. Uiteindelijk zijn we uitgekomen bij het wijkcentrum ‘de Boerderij’ in Hoofddorp, met Steffie als beheerder en uitbater. In dit wijkcentrum zitten we nu 25 jaar later nog, maar nu al weer jaren onder de bezielende begeleiding van John Gouwerok.

Verder moest er gecommuniceerd worden met de toekomstige leden van zo'n vereniging. Nu was de techniek en het internet nog niet zo ver dat dat als standaard medium voor communicatie gebruikt kon worden. En dus moest er een clubblad komen waarvoor een clubbladcommissie moest worden gezocht. Als vereniging van brouwers wil je ook graag jaarlijks een kampioenschap organiseren om de leden de gelegenheid te geven met elkaar te wedijveren met de eigen gebrouwen bieren. Dus ook een wedstrijdcommissie moest er komen. Tevens werd er nog een ‘Activiteitencommissie’ in het leven geroepen, om activiteiten buiten de reguliere clubavonden te organiseren, waaronder ook excursies naar binnen- en buitenlandse brouwerijen.

De vorming van een voorlopig bestuur

Inmiddels werd er gewerkt aan de concept-statuten waarmee de toekomstige vereniging vormgegeven moest worden. Ook de vorming van een bestuur was daarbij noodzakelijk. In ieder geval een voorlopig bestuur dat de nieuwe vereniging op weg moest helpen. Theo had onder de geïnteresseerden gepeild wie er eventueel actief deel wilde uitmaken van een voorlopig bestuur en de diverse commissies. Op een gegeven moment kwamen er bij mij thuis zo'n 12 à 15 mensen met het doel om de vereniging qua bemensing daadwerkelijk invulling te gaan geven. Dit was feitelijk de oprichtingsvergadering van de nieuwe vereniging. Er werd een voorlopig bestuur gevormd van 7 personen. Theo van de Voorde als voorzitter, Jan Wurpel als secretaris, Paul Netten als penningmeester en Luuk Besseling, Paul de Graaf, Jos Knevel en Rob Zijlstra als overige bestuursleden. De redactiecommissie werd ook al die avond geformeerd. Er werd een prijsvraag uitgeschreven voor het bedenken van een naam. Aanvankelijk werd voor de naam ‘Gambrinus’ gekozen, maar al gauw bleek dat er in Almere ook een brouwersvereniging was opgericht die deze naam al droeg. En dus moest er uitgekeken worden naar een andere naam. Ria van de Voorde kwam met het idee om de vereniging ‘Het Wort Wat’ te noemen. Uiteindelijk is het 't Wort Wat! geworden.

Nu we een voorlopig bestuur, een naam en een clubhuis hadden, konden we eindelijk starten en notaris ‘Kloeck’ te Heemstede werd benaderd om de formele oprichting van de vereniging te begeleiden. Nu de communicatie goed op gang gekomen was, werd er ook alvast een eerste clubavond gepland.

't Wort Wat een feit op 17 oktober 1994

Nadat Theo en Jan het concept van de oprichtingsakte, met daarin de statuten neergelegd, hadden doorgenomen en akkoord waren, reisden beide heren op 17 oktober 1994 af naar het notariskantoor ‘Kloeck’ te Heemstede. Aldaar werd door Theo en Jan de akte ondertekend, waarmee 't Wort Wat! een feit was.

Het zal de laatste vrijdag van oktober geweest zijn als de eerste formele clubavond een aanvang neemt. Dat was dan op 24 oktober 1994. Er hadden zich in de tussenliggende tijd al best veel mensen zich als lid aangemeld. De opening van de avond werd verzorgd door Theo van de Voorde, waarna alle beoogde bestuursleden zichzelf aan de zaal voorstelden en vertelden hoe zij tot het brouwen gekomen waren en wat hun motivatie was om binnen het bestuur een rol te gaan vervullen. Vervolgens werd aan de nieuwe leden gevraagd of het beoogde bestuur in de voorgestelde samenstelling aan kon treden. Die instemming kwam er, en vanaf dat moment kon het bestuur formeel aan de slag tot aan de eerstkomende algemene ledenvergadering.

Ook een vertegenwoordiging van de ‘Roerstok’ uit Tilburg was die avond present. De toenmalige voorzitter feliciteerde ons met de komst van het nieuwe zusje in de wereld van amateurbrouwersverenigingen. Lopende de avond verschenen er nog meer belangstellende mensen en een aantal daarvan kwam zich als nieuw lid aanmelden. Ja, een formulier invullen en tekenen. Zo ging dat toen. Van internet en een eigen site was destijds nog geen sprake. Na nog wat zaken inzake het opgestelde huishoudelijk reglement en het brouwen van bier te hebben doorgesproken eindigden we die eerste clubavond met 53 leden.

't Wort Wat! 25 jaar geleden

't Wort Wat! zag er 25 jaar geleden heel anders uit dan 't Wort Wat! thans. 25 jaar geleden opereerden we eigenlijk nog in een soort van pioniersfase. De clubavonden hadden een vragen-halfuurtje en altijd een vast onderwerp met veelal een spreker. Eigenlijk wel net zoals nu, maar veel minder interactief. De hulpmiddelen waren ook nog erg primitief. Een diaprojector en een overheadprojector met een losstaand diascherm waren de middelen om presentaties te geven. Over een geluidinstallatie beschikten we toen nog niet. En alles ging nog op papier en via de telefoon. Het clubblad werd nog op papier samengesteld en door vader Franken met de hand gedrukt/gestencild, waarna het door de mensen van de redactie weer moest worden opgehaald. Alle bladen adresseren en dan ter post aanbieden. Het clubblad was, op de telefoon na, eigenlijk het enige communicatiemiddel wat ons toen ter beschikking stond. De komst van het internet heeft de activiteiten en de reikwijdte sterk doen toenemen.

In 1996 waren we in staat om een eigen internetpagina tot stand te brengen en werd het logo geïntroduceerd. Later, richting het jaar 2000, hadden leden steeds vaker een computer tot hun beschikking en kwam het communiceren via internet steeds meer in zwang. In 1997 brouwden we als 't Wort Wat! een eerste versie van het Polderbok. Het jaarlijks gebrouwen bokbier, wat nog steeds jaarlijks gebrouwen wordt.

Met het vorderen der jaren namen ook de activiteiten toe, met in 1998 als resultaat het organiseren van het Open Nederlands Kampioenschap voor amateurbierbrouwers. Ook werden er excursies naar het buitenland georganiseerd. In 1999 en 2000 zijn er meerdaagse reizen naar Tsjechië geweest waarin toen heel veel brouwerijen bezocht zijn. In 2002 ben ik nog eens uitgenodigd bij een kookprogramma van RTL4, waarin het brouwen thuis en 't Wort Wat! aan de orde kwamen. Eerder werd er ook nog een presentatie verzorgd in het programma ‘Man bijt Hond’.

Vanaf 2003 trad een bijna geheel nieuw bestuur aan en werd de structuur van de vereniging wat moderner en gestroomlijnder. Kernbegrippen zoals ‘Pijlers’ werden geïntroduceerd. Met name de communicatie naar de leden toe kreeg een behoorlijke positieve impuls. Ook werd er een smoelenboek geïntroduceerd, zodat leden de gezichten van andere leden konden zien. In 2004 kreeg 't Wort Wat! een eigen site, waarmee we voor de leden en de buitenwereld meer open werden.

Met het verstrijken van de jaren zijn de activiteiten intensiever geworden en verbeterd, altijd gericht op het verbeteren van kennis en ervaringen op het gebied van het thuisbrouwen. De twee gezamenlijke brouwdagen per jaar verhuisden van de zolder van de ‘Boerderij’ naar de loods van de familie Duivenvoorden in Lisserbroek, en vinden thans 6 maal per jaar plaats. Het heeft er in de loop van deze 25 jaar ook toe geleid dat thuisbrouwende leden een overstap waagden om het amateurbrouwen te verruilen voor het professioneel brouwen. ‘Klein Duimpje’, ‘Jopen’, ‘Leidsch Blond’, ‘De Lepelaar’ en ‘BEER’ zijn hiervan slechts enkele voorbeelden.

't Wort Wat nu

Ja, er heeft zich een hoop afgespeeld en ontwikkeld sinds 1994. We vieren deze maand dan echt het 25-jarig jubileum. We zijn in die 25 jaar enorm gegroeid wat betreft het aantal leden en de activiteiten die we ontplooien. De cursussen (bierbrouwen en gist) die we geven en de zes gezamenlijke brouwdagen zijn hier onder andere een voorbeeld van. De vele commissies die door leden bemenst worden, vervullen activiteiten die gericht zijn op een goede communicatie met de leden (clubblad, de internetsite, nieuwsflitsen), het verbreden van kennis m.b.t. het thuisbrouwen (lezingen en proeftafels), het helpen verbeteren van hulpmiddelen bij het brouwen, het uitgeven van maandelijkse brouwpakketten, het uitbrengen van een jaarlijks bokbier (Polderbok), het organiseren van het jaarlijks clubkampioenschap, en in voorkomende gevallen het Open Nederlands Kampioenschap (ONK), en de periodieke excursies.

Ja, we zijn in die 25 jaar gegroeid en door ons gamma aan activiteiten een grote, actieve vereniging geworden. We zullen er op de clubavond van aankomende december nog heel even bij stilstaan. Op naar de volgende 25 jaar. Proost!

Terug naar overzicht