Terug naar overzicht

Delirium, januari 2014

tww januari 2014
Door: Peter Hompe

Petje

Stom hè. Ik vind het gewoon lekker! Daarmee is Calvé in 1984 beroemd geworden. Middels een televisiereclame. Intussen hoor ik het nog, of eigenlijk… weer! Ik was in ‘84 al te oud om hier nog door te worden aangesproken. Maar ik ben er wel eens over gaan nadenken, hoe het in mijn jeugd nou gesteld was met het broodbeleg. Ofwel, in de tijd dat ik me daar zeker wél mee bezig hield. Dat is toch al gauw weer tussen ‘68 en ‘74. Ongeveer toch. Wat hadden we toen allemaal tot onze beschikking? Zo opgediept uit mijn herinnering zeg ik: pindakaas met olie erop die je eerst nog moest doorroeren, hagelslag melk en puur, vlokken (slechts één soort), rozenbotteljam (en vele andere soorten jam) appelstroop o.a. de  rinse die wij alijd hadden, gewone Zeeuwse stroop (ging ook op de pannekoeken), kokosbrood, honing, marmiet (kwam ik eens per ongeluk achter, toen ik een boterham met iemand op school ruilde. Ik dácht dat het appelstroop was. Ik kan je verzekeren dat dát tegenviel), gestampte muisjes (ahhhh… zielig), niet-gestampte muisjes (toen nog alleen wit/rose), anijshagel, vruchtenhagel, nutella en… bebogeen!

Speculaas of speculoos was er niet. Als je speculaas wilde, dan nam je gewoon koekjes. Een boterham met speculaaskoekjes dus. Veel later zijn de meest gekke dingen naar Nederland gekomen zoals bijvoorbeeld fluff (smeerbare marshmellow). Op internet omschreven ze een marshmellow als een ‘engels spekkie’. Grappig aan marshmellows is dat het al heel oud is en begon als een medicijn tegen keelpijn (wat niet). Zelfs de oude Egyptenaren experimenteerden al met de ingrediënten. Wat in Nederland het meest dichtbij kwam, was een geel/roze spekkie. Maar helaas deed je dat toen niet: een stel spekkies op de boterham. Had ik vast lekker gevonden. Dan nog die eerder genoemde speculoos in een potje, duo penotti, hagelslag en vlokken in allerlei kleurtjes, bosbessenhagel, blauw/witte muisjes, pindakaas waar je de olie niet doorheen hoeft te roeren, witte pasta’s, cashewnotenpasta, sesampasta, schuddebuikjes en vast en zeker nog veel meer.

Maar wat natuurlijk belangrijk is, is dat dit ook daadwerkelijk gegeten wordt. Niet bij ons thuis hoor, maar ik zie bij collega’s op het werk van alles langskomen. Bijvoorbeeld dus speculoos of kokosbrood en… schuddebuikjes. We hebben het hier wel degelijk over volwassen mensen. Tenminste, dat geloof ik. Grappig is dus dat sommige volwassen mensen nog steeds een hang hebben naar die zoete en vaak heel specifieke smaken. Mooi toch. Eigenlijk wisten we dit al, want zoete bieren gaan ook het beste. Neem de meest commerciële bockbieren. Mierzoet. Dus nu we wéten dat deze broodbelegsoorten in de smaak vallen bij groot deel van de bevolking kunnen we daar wat mee doen. Een broodbelegbier maken dus! We beginnen dit jaar dus ouderwets met een bierrecept. Zijn jullie niet van mij gewend, maar volgende maand ga ik als vanouds verder.

Ik ben op het volgende gekomen als basis:

  • 3 kg gerstemout
  • 1 kg tarwemout
  • 0,5 kg spelt ongemout
  • 0,5 kg kristalmout (voor het kleurtje)
  • Heel misschien een 40-80 gram donker mout, zeg 800 EBC (mede voor de kleur als-ie echt donker moet zijn)
  • 40 gram hallertau perle hop, zeg ergens tussen de 5 en 7 alfa
  • zakje algemene gist (maakt niet echt uit, gaat de smaak toch niet bepalen)
  • Potje(s) XXX

Het recept doen we volgens de Engelse manier van brouwen, want ook hier geldt dat de smaak er toch niet door wordt bepaald en dat is veel makkelijker. Ofwel, verwarm 15 liter water tot iets van 68 °C, stort de geschrote (ja, schroten moet wel) granen. Roer even goed door het water en zet de pan 60 - 90 minuten weg in de hooikist. Daarna verwarmen naar 78 °C. Nog 5 minuten in de hooikist zetten. Da’s dan vast klaar. Daarna het spul spoelen. Dan koken. Bij het koken of, als je slim bent, nèt iets vóór het kookpunt, gooi je er 28 gram hallertau bij en de laatste 15 minuten nog de overige 12 gram van de hallertau. En nu komt het geheime ingrediënt: het potje XXX. Ja en dát hangt er van af welk broodbelegbier je wilt gaan maken. Ik ben zelf begonnen met Bebogeenbier. Dát roept zoveel herinneringen op… Twee potjes gekocht en inhoud erbij gekieperd. Laatste 15 minuten. Blijft niets van over. Kan ook niet anders: het was ooit bedoeld als botervervanger in het Noorden des lands (zoek maar via wikipedia). Daarna gekoeld en in een gistvat gedaan. Een simpel algemeen gistje erbij, iets van Brewferm bijvoorbeeld, om in Engelse stijl te blijven. Ik gebruik hiervoor meestal de TOP.

Gebruik bovenstaand schema om Fluff, Nutella, witte chocoladepasta, kokosbier (wordt dan een pakje kokosbrood) of duo penotti bier te maken. Als je wilt overdrijven met de smaak, kun je meer dan twee potjes XXX doen. Let wel op met de fluff: ik heb wel eens een pot gezien, zó groot, dat je er een baby in kon badderen. Als je dáár twee potten van neemt,  is dat misschien wat veel. Je kunt natuurlijk ook een geheel eigen recept gebruiken. Let ook even op met de donkere mout: als je witte-chocoladepasta bier maakt zou ik het er niet in doen. Dan moet je jezelf zelfs afvragen of daar de kristalmout wel in moet.

Ik heb het nèt klaar en geproefd. Nou, inderdaad zoet!!! en een echte bebogeen smaak... Ik zit op ongeveer 8% alcohol. Ik zal een flesje mee nemen voor mijn collega. Vindt-ie vast lekker. Ik sta te popelen om met Speculoos aan de slag te gaan gaan. Als ik je ze allemaal heb, ga ik ze in een geschenkverpakking onder de naam ‘Petje’ uitbrengen. Ik hoop dat Calvé me dat niet kwalijk neemt…

Peter

Terug naar overzicht