Terug naar overzicht

Ambachtelijk brouwen met de Grainfather

tww februari 2017
Door: Willem Francke

Soms hoor je van hobbybrouwers dat het brouwen van bier op ambachtelijk wijze moet gebeuren om het gevoel met het proces niet kwijt te raken. Niks mis mee natuurlijk en ik doe het ook al een aantal jaren op deze manier. Maar dat heeft natuurlijk ook zo zijn nadelen. Het is bewerkelijk en vooral voor het maischen kan dat ambachtelijk werken een nadeel zijn omdat het best lastig is om de temperatuurstappen nauwkeurig te volgen. En ‘uitschieters’ wil je toch zoveel mogelijk voorkomen. Een ander nadeel is dat je wat meer spullen nodig hebt en een geschikte ruimte waarin je met een gasbrander aan de gang kunt. Ook het schoonmaken van de gebruikte pannen, filters en slangen vond ik toch niet het leukste onderdeel van deze ambachtelijke werkwijze. En het brouwen moet ook wel een leuke bezigheid blijven natuurlijk.

Ambachtelijk brouwen met de Grainfather
Foto: Willem Francke
Deze nadelen en het feit dat ik eerst vier fietsen uit de tuinschuur moest halen om voldoende ruimte te hebben, was voor mij de aanleiding om eens te kijken of dat niet anders kan. En natuurlijk kan dat in de vorm van een (semi)automatische brouwketel. Het aanbod van dit soort ketels was tot voor kort heel beperkt, maar dit is inmiddels wel wat uitgebreid. Nog wel beperkt tot dure Duitse degelijkheid (Speidel Braumeister), Nieuw-Zeelandse (made in China) praktische eenvoud (Grainfather) en de Beer Brew 25 (Brewferm). Die laatste heeft een niet-geïntegreerde pomp en de ervaringen met deze ketel waren ook niet zo goed. Dus heb ik mij maar beperkt tot de Braumeister en de Grainfather.

Beide ketels heb ik bekeken en het verschil in kwaliteit en degelijkheid tussen de twee is wel goed te voelen en te zien. Maar dat geldt ook voor de prijs. Goed, een hobby mag wat geld kosten maar het moet niet te gek worden natuurlijk. En de vraag is of die degelijkheid wel nodig is voor een hobbybrouwer. Bovendien zag ik op internet veel testen en verslagen van brouwen met de Grainfather en daarin kwam deze ketel er steeds heel goed uit. Hij doet wat hij moet doen en nog goed ook. Dus waarom dan kiezen voor een tweemaal zo dure Duitse ketel. Het verschil is natuurlijk wel dat de Grainfather semi-automatisch is (temperatuur van de maischstappen handmatig instellen en tijdsduur zelf in de gaten houden) terwijl de Braumeister zijn werk voor een deel op de automatische piloot kan doen. Maar dat vond ik niet opwegen tegen het grote prijsverschil. Daarom heb ik uiteindelijk gekozen voor de Grainfather en heb daar inmiddels vier keer mee gebrouwen.

Grainfather in bedrijf
Foto: Willem Francke
Het in elkaar zetten van de ketel stelt weinig voor: controlbox monteren en kabels voor stroom en pomp aansluiten, pompfilter en de thermometersonde aanbrengen. En nog even de bodemplaat in de grainbasket (moutkorf) aanbrengen, inclusief het vastschroeven van de overflowpijp met één moer. En dat is het wel zo’n beetje.

Voordat ik voor eerst echt ging brouwen heb ik eerst nog een test gedaan met schoon water en alles werkte naar behoren. Een klein lekje in één van de koudwaterkoppelingen van de wortkoeler, maar dat was een kwestie van de betreffende koppeling wat strakker aanknijpen.

Mijn brouwinstallatie bestaat nu nog uit de Grainfather met wortkoeler en mijn oude elektrische maischketel (met thermostaat) die ik nu gebruik voor het opwarmen van het spoelwater. Hevelfilter en –slangen, brander en gasfles en twee pannen zijn allemaal niet meer nodig.

En nu mijn ervaringen met deze brouwketel. Hoewel het mogelijk is om met deze ketel 30 liter te brouwen, beperk ik mij meestal tot 20 liter. Dan zit het allemaal niet zo vol. Nog minder, bijvoorbeeld 10 liter brouwen kan ook, maar dan heb je een kortere overflowpijp nodig. Deze kan als los onderdeel worden gekocht. De duidelijke schaalverdeling (ook in liters) op de ketelwand maakt het vullen van de ketel met water eenvoudig. Het opwarmen van het water gaat redelijk snel: voor het opwarmen van 22 liter kraanwater van 10 °C (koud!) naar 62 °C heeft de ketel op de 2 kW stand ca. 45 minuten nodig. Niet spectaculair snel, maar gezien de temperatuur van het kraanwater wel oké, vind ik. Dus tijd genoeg voor het schroten van het mout.

Het vullen van de moutkorf met het geschrote mout gaat goed, al zit die overflowpijp (met grainstopper) wel een beetje in de weg. Het inroeren wordt daardoor een beetje bemoeilijkt.

Daarna de geperforeerde plaat van de moutkorf tot op het beslag duwen, de overloopinlaat op de overlooppijp zetten en vermogen op 500 W (maisch) zetten. De recirculatiepijp op de hevelpijp schroeven en op de controlbox nog even de gewenste temperatuur instellen, schakelaar op ‘maisch’ en circulatiepomp aanzetten.

Nu komt het grote voordeel van een dergelijke ketel naar voren: hier heb je tot de volgende maischstap geen omkijken meer naar en kun je rustig aan de koffie of iets anders. De grootte van de kop koffie is wel afhankelijk van de tijd van de (eerste) maischstap, want de volgende stap moet weer handmatig worden ingesteld. Ook de timing dient in deze versie van de ketel nog handmatig te gebeuren.

Het opwarmen tussen de maischstappen doe ik de op de 2 kW stand van de ketel. Dan gaat het sneller (5 minuten van 62 °C naar 72 °C), maar iets minder nauwkeurig dan in de 500 W stand. Dus er dan even bij blijven om tijdig terug te gaan naar 500 W. Of gewoon het hele maischproces op de 500 W stand doen. Misschien een reden om vaker een éénstapsmaisch te gaan gebruiken!

Tijdens het maischen dus tijd genoeg over om wat metingen te doen en dan zie je het SG lekker snel oplopen. Na een aantal brouwsels kom ik gemiddeld uit op een rendement van ca. 78% (hangt er een beetje vanaf hoe je dat berekent). Niet spectaculair, maar wel redelijk goed. Volgens ervaringsdeskundigen zou dat richting de 80% moeten kunnen gaan.

Grainfather met tegenstroomkoeler
Foto: Willem Francke
Het spoelen gaat ook heel goed: moutkorf omhoog tillen (redelijk zwaar) met de speciale beugel en op de aanwezige steunen in de ketel laten zakken. De geperforeerde plaat op het beslag duwen (als dat nodig is) en dan langzaam het spoelwater erop gieten. Na vier brouwsels heeft dit bij mij nog geen problemen gegeven door bijvoorbeeld een verstopt filterbed. En hier zie je weer een voordeel van deze ketel: tegelijk met het spoelen laat ik de ketel alvast opwarmen voor het koken. Hiermee valt dus wat tijdwinst te behalen. Tijdens het spoelen hoor je wel het gekletter en geklater van de druppels die van een aardige hoogte in de ketel vallen. Je zou zeggen dat hier zuurstofinslag op de loer ligt, maar dat valt wel mee. Althans ik heb daar nog niets van gemerkt (voor zover ik dat kan). Ook in de literatuur en op internet lees je daar weinig over. Kennelijk is dat geen probleem.

Het duurt even voordat een redelijk volle ketel (24 liter) aan de kook is: ca. 25 minuten, maar dan kookt het ook goed en blijft het mooi rollend koken. De verdamping is normaal: ca. 10% per uur. Voor de bitterhop (bloemen) gebruik ik nu nog hopzakjes en de aromahop doe ik los in de ketel. Op die manier blijft er iets minder ‘troep’ achter in de ketel, maar nog wel wat om een extra filterbed op de pompfilter te vormen. Want deze pompfilter is vrij grofmazig.

Sommigen adviseren daarom om alle hop gewoon los in de ketel te doen om toch enigszins een filterlaagje te krijgen, maar ik vraag me af of dat wel nodig is. Daar ga ik nog een beetje mee experimenteren, want het gebruik van hopzakken vind ik ook niet zo sexy. Misschien wordt het wel een rvs hopspider of zoiets.

Het koelen van het wort met de meegeleverde wortkoeler werkt in principe hetzelfde als met een ‘normale’ tegenstroomkoeler. Ziet er alleen wat anders uit en de werkwijze is ook iets anders. De koeler wordt op het deksel van de ketel geplaatst (op een los tafeltje of krukje kan natuurlijk ook) en aangesloten op de hevelpijp. Dan laat ik het kokende wort eerst ongekoeld een paar minuten door de wortkoeler circuleren om deze enigszins te steriliseren. Daarna de koudwaterkraan openen en dan het kraantje op de hevelpijp van de ketel even dicht zetten (de pomp heeft een magnetische koppeling, dus dat kan met lopende pomp) en de wortslang in het gistvat hangen. De doorstroomsnelheid, en daarmee de temperatuur is, als het nodig is, te regelen met het kraantje op de hevelpijp. Maar volledig open komt het wort er met ca. 18,5 °C uit (gemeten bij een kraanwatertemperatuur van 10 °C). Dat is misschien zelfs wat aan de koude kant. In de ketel blijft ca. 1,5 liter wort achter voordat de pomp (bijna) droogloopt.

En dan komt toch ook in deze situatie het onvermijdelijke schoonmaken. De moutkorf kun je gemakkelijk in één keer leeggooien in de groenbak. Deze korf is van rvs, dus schoonmaken is vrij eenvoudig. Wel even extra aandacht voor de siliconenringen van de geperforeerde platen. De ketel en koeler worden schoongemaakt met een oplossing van high performance cleaner (of gewoon PBW) in 15 liter water van 60 °C. Hiervoor gebruik ik het opgevangen (warme) water van het koelen. Dan de koeler aansluiten en de oplossing 15 minuten rondpompen. Rest van de ketel ook nog even schoonmaken en daarna nog een paar minuten alles met schoon water naspoelen.

Tot nu toe (na vier brouwsels) ben ik heel erg tevreden over deze ketel. Spaart veel ruimte en maakt het brouwen een stuk simpeler en vooral het maischen gaat veel relaxter. En waarschijnlijk ook beter, omdat de temperatuur op de graad nauwkeurig wordt gehandhaafd.

De tijdwinst voor een brouwdag is beperkt: spoeltijd vervalt en overhevelen is ook niet meer nodig. Ook valt er minder schoon te maken en voor een deel gaat dit automatisch. Na ongeveer vijf uur zit het wort in de vergistingstank en na nog een uurtje voor het schoonmaken/opruimen en dan kan de brouwdag afgesloten worden.

Door het semi-automatische karakter van de ketel blijf je zeker nog wel betrokken bij het brouwproces. Het wordt de brouwer allemaal wat gemakkelijker gemaakt en of dat dan nog ambachtelijk brouwen genoemd mag worden vind ik eigenlijk niet zo belangrijk.

N.B. Het semi-automatisme is er bij de Grainfather inmiddels ook wel af, want sinds kort wordt deze ketel geleverd met een volledig programmeerbare controlbox, handmatig of met een app op de smartphone te bedienen. Zo zie je maar, de ontwikkelingen staan hier niet stil.

Terug naar overzicht