Terug naar overzicht

Biertype: Quadrupel

tww mei 2016
Door: Gery Uijtenhaak

In 1999 is het Derek Walsh die het biertype Quadrupel heeft benoemd. Voor die tijd was er geen goede verzamelnaam voor zeer zware, donkere, Belgische bieren. In 1984 werden dit soort bieren door Peter Crombecq in zijn biergids aangeduid als Massive Ales. Deze term is echter nooit aangeslagen. De soortnaam is afkomstig van de merknaam van een bier van trappistenbrouwerij Koningshoeve. In 1991 introduceert de brouwerij namelijk de La Trappe Quadrupel (10%). Dit bier werd aanvankelijk slechts als winterbier gebrouwen, maar vanwege groot succes al snel het hele jaar door.

La Trappe Quadrupel was niet het eerste bier dat viel binnen het type Quadrupel. Wel was dit een Trappistenbier. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog (1942) brengen de monniken van Westvleteren de 12 uit. Veel bracht dit niet op, de brouwerij draaide in de oorlog op een laag pitje. De Westvleteren 8 werd al veel eerder gebrouwen, misschien zelfs al voor de Eerste Wereldoorlog. Deze valt met zijn 8% valt deze net buiten het technische fiche van een Quadrupel. In 1948 brengen de monniken van Scourmont een kerstbier op de markt: Spécial Noël. Tot 1954 werd dit bier één keer per jaar gebrouwen maar kerst begon elk jaar vroeger. Vanaf 1955 wordt het bier niet meer alleen voor de kerst gebrouwen. de Spécial Noël werd de Chimay blauw.

Andere Trappisten brouwerijen kwamen ook met een zwaar donker bier op de markt. In 1952 abdij de Rochefort met de nr. 10, ook wel Merveille (wonder) genoemd. De nr. 8, ook een Quadrupel volgde in 1955. Abdij de Achelse kluis, die in het verleden vooral inkomsten uit de landbouw had, krijgt pas in 1998 een brouwerij. Vanaf 2002 komt de Achel extra bruin (9,5%) op de markt (alleen verkrijgbaar in de abdijwinkel, in flessen van 75 cl.). Stift Engelszell (Oostenrijk) brouwt sinds 2012 de Gregorius (9,7%). Dit bier wordt gebrouwen met honing uit de regio en een speciale gist uit het wijngebied van de Franse Elzas. Als laatste trappist komt ook Abdij Spencer (Amerika) in 2015 met een Quadrupel. Dit volgens traditie als bier voor de feestdagen. Het wordt omschreven als een geurig bier met de kleur van mahonie en licht gekruid (9%).

Naast de Quadrupels van de Trappisten zijn er ook Quadrupels van commerciële brouwerijen. Een paar voorbeelden: Grand Prestige (Hertog Jan, 1982), Straffe Hendrik (brouwerij de Halve Maan 2010), zuster Agatha (brouwerij Muifel, 2006), Kasteel Donker (van Honsebrouck, 1989), Gulden Draak 9000 (van Steenberge, 2011), Willie (de Prael), Ongelovige Thomas (Jopen), Kraan 10.2 (brouwerij Kraan, mits de eigen hopoogst goed is).

Omschrijving

Maar wat is nu precies een Quadrupel? Bij een Quadrupel denkt men over het algemeen aan een donker, zwaar, wat zoet, hoog alcoholisch bier, welke volgens de traditie van de Trappisten wordt gebrouwen. Dus met toegevoegd suiker en hergist op fles. De omschrijving volgens het BKG is:

Algemene kenmerken

Een Quadrupel is een bovengistend, zwaar, donker volmoutig biertype met een complexe, zwaar alcoholwarmende smaak. Het is een soort zware versie van een dubbel abdij/trappist type bier. Het alcoholgehalte bedraagt tussen de 8,5 en 12 volumeprocent.

Uiterlijke kenmerken

Kleur is donker koper tot donkerbruin. Iets tweeschijn tot helder bier. De romige schuimkraag zakt in tot een stabiel laagje. Koolzuurgehalte is normaal tot vrij hoog.

Geurassociaties

Karamelmoutige geur. Zoetig, kruidig en soms hoppig. Complexe, iets kruidige geur.

Smaak

De smaak is vol en complex. Zoetig, moutig, karamel en bitterig. Zwaar alcoholisch. Kruiden en suikers worden vaak toegevoegd. Bitterheid en kruidigheid zijn in balans met de moutigheid.

Basissmaak

De basissmaak is zoetig tot zoet en (mout)bitterig.

Body

De body is (tamelijk) vol. Sterk alcoholwarmend.

Mondgevoel

Het mondgevoel is plakkend en (soms sterk) alcoholwarmend. Koolzuurgehalte is iets hoger en de restsuikers zijn vaak duidelijk waarneembaar.

Nasmaak

De nasmaak is vol en complex: sterk moutig, bitter met vaak complexe fruitigheid: rozijnen, vijgen.

Opmerkingen

Een Quadrupel is vergelijkbaar met een Dubbel, maar veel zwaarder.

Technische kenmerken

 

Begin SG

1080 – 1120

SVG

75 – 85%

Alcoholpercentage

8,5 – 12,0 Vol%

Kleur

40 – 90 EBC

Bitterheid

20 – 40 EBU

Koolzuurgehalte

5,4 – 7,5 gr/ltr

Voorbeelden

Rochefort 10, St. Bernardus Abt 12, La Trappe Quadrupel, Westvleteren Abt, Maallust 1818, Mommeriete Vrouwe van Gramsbergh, Hertog Jan Grand Prestige.

Gist

Het is de Belgische gist die een belangrijke, zo niet de belangrijkste, bijdrage levert aan het karakter van een Quadrupel. Er zijn diverse Belgische (abdij)gisten te verkrijgen. Zowel in vloeibare vorm als in korrelgist. Voor een Quadrupel is een gist nodig met een hoge alcoholtolerantie.

De gist van Chimay wordt in de biertypegids omschreven als accenten van nootmuskaat, jeneverbes en tijm. Jef van den Steen omschrijft de gist als zeer complexe geur met tonen van nootmuskaat/gerookte beenham. Rochefort gebruikte in eerste instantie dezelfde gist als Chimay. Echter de gist kon niet aarden in de bieren van Rochefort. Vanaf 1960 heeft Rochefort daarom zijn eigen gist. Kenmerkend voor deze gist is zijn vermogen veel esters te vormen, die Rochefort hun typische geur geven. In de biertypengids omschreven als zoethout- en peerachtig. Westmalle, Achel en Westvleteren gebruiken dezelfde gist. Ondanks dat heeft elk bier zijn eigen karakter.

Van sommige bieren kan nog steeds de gist uit de fles worden opgekweekt. Op de wiki pagina van hobbybrouwen is een overzicht van bieren te vinden waarvan dat kan. Op diezelfde pagina worden ook de commerciële gisten genoemd die gebruikt kunnen worden.

Mouten, hop en kruiden

In recepten voor, en bronnen over Quadrupels wordt voornamelijk pilsmout en munichermout genoemd (en daarnaast donkere kandijsuiker). Sommige Trappisten hebben in het verleden ook gebruik gemaakt van maisvlokken (iets meer dan 8% van de storting). In ieder geval bekend van Achel en Rochefort. Ondertussen zouden ze zijn overgestapt op tarwezetmeel. Rochefort gebruikt verder pils en caramelmout (welke precies was niet te achterhalen) en basterdsuiker. Westvleteren gebruikt volgens een bron alleen bleekmouten. De kleur en smaak komt van karamel (een geconcentreerde suikeroplossing die door verhitting kleur heeft gekregen). Een andere bron noemt ook Special B, CaraMunich en Biscuitmout. Over de moutstort van Chimay is niet veel bekend. Alleen dat zij Belgische mouten gebruiken en mogelijk tarwezetmeel. Er wordt volgens een bron dun ingemaischt en dit duurt 90 minuten.

Voorbeelden van niet trappisten: Hertog Jan Grand Prestige wordt gebrouwen met pilsmout, münchner, kleurmout en tarwemout. Zuster Agatha van Muifel brouwerij wordt gebrouwen met pilsmout, Cara 120, special B en chocolademout (900 ebc). De Jopen Ongelovige Thomas zou gebrouwen worden met pale alemout, gerstemout, munichmout, haver, kristalmout, special B mout, geroosterde tarwe.

Over de hoppen die bij de Trappisten worden gebruikt is niet veel bekend. Bij Rochefort is dit waarschijnlijk Hallertauer en Styrian Golding. Van Chimay wordt door verschillende bronnen gezegd dat zij Amerikaanse bitterhop gebruiken (Nugget, maar ook Magnum wordt genoemd) en Hallertauer als aromahop.

Niet Trappisten: Hertog Jan Grand Prestige wordt gebrouwen met Hallertauer hop. Zuster Agatha wordt gebrouwen met Northern Brewer en Hallertauer Herzbrucker. In de Jopen Ongelovige Thomas zitten amerikaanse hoppen: Simco, Cascade en Chinook.

Hop speelt geen hoofdrol in een klassieke Quadrupel.

Kruiden mogen en worden toegevoegd. Echter is hierover niet veel terug te vinden. Bij Chimay Blauw zou ‘een weinig curacao’ wordt toegevoegd. Maar een andere bron noemt Paradijszaad. In Rochefort zou koriander zitten.

Verschil Quadrupel en Barley Wine

Ook een Barley Wine is een zwaar en complex bier. Er zijn een aantal belangrijke verschillen tussen een Quadrupel en Barley Wine. Voor een Quadrupel wordt Belgische gist gebruikt, voor een Barley wine Engelse of Amerikaanse gist. In principe wordt er bij een Barley Wine geen suiker toegevoegd en heeft dit bier ook geen nagisting op fles (voor de thuisbrouwers gaat dit uiteraard niet op, om koolzuur te vormen is nagisting op fles nodig). Andere verschillen: een Quadrupel heeft meer koolzuur, is lager in hopbitterheid. Over het algemeen is een Quadrupel droger dan een Barley Wine. De SVG van een Barley Wine ligt tussen de 70-85%, die van een Quadrupel tussen 75-85%.

Terug naar overzicht