Terug naar overzicht

Delirium, oktober 2013

tww oktober 2013
Door: Peter Hompe

Hop

Ooit, in een ver verleden, zijn we met ons bierteam (acht m/v sterk) eens naar Engeland gegaan. Dat duurde een weekend en dat is waarom wij dat een ‘bierweekend’ noemen. Uiteraard waren Li en ik de organisatoren, anders hadden we het nooit tot daar geschopt. Het is een aardig eindje rijden naar Engeland, als je geen gebruik maakt van de overtochten vanuit Nederland. Wij hadden gekozen voor Calais. Dat is dus ongeveer drie en een half uur rijden, maar dan is de overtocht ook superkort. Met de boot maar anderhalf uur. Maar vanuit Calais ging toen nog de Hovercraft en die deed er slechts 35 minuten over. Wij gingen met de Hovercraft!

Op het programma van een gemiddeld bierweekend staat een brouwerijbezoek, gezellig uitgaan en… iets cultureels. Als brouwerij hadden we de Pilgrim brewery in Reigate (Surrey) uitgekozen. Reigate ligt ongeveer recht ten zuiden van Londen, dus voor iets cultureels hadden we keuze te over. Om er zeker van te zijn hebben we van te voren per telefoon, maar ook per fax, gecommuniceerd met de baas van de brouwerij. All was set.

Li en ik zijn gék van Engeland en grijpen iedere gelegenheid aan om er heen te gaan. Dus was er een beter excuus bedenkbaar om vier weken van te voren de hele reis ook al een keer met z’n tweeën te maken? Vonden wij niet! Dus dat hebben we dan ook gedaan. We zijn toen nog even naar binnen gestapt bij de brouwerij, om nóg even te bevestigen dat we ze binnenkort zouden aandoen voor een tour. Was allemaal géén probleem. Nu hadden we ook mooi even gezien dat je er uitstekend op het eigen terrein kon parkeren. Althans, met twee auto’s zou zeker moeten lukken.

Dus vier weken later gingen we voor het eggie. Met de andere bierteamers, verdeeld over twee auto’s, gingen op donderdagavond op weg naar Calais, zodat we op vrijdag in alle vroegte konden inschepen. En dan ben je zó in Engeland. En er is nog een voordeel: Engeland gebruikt een andere tijd, dus het is ineens een uur eerder. Mooi meegenomen. Daarna zijn we, geheel zonder snelweg, naar de brouwerij gereden. Onderweg nog even gestopt in het plaatsje Royal Tunbridge Wells, voor een lunch.

De brouwerij was door alle omstandigheden het toppunt. We kwamen aan in Reigate en draaiden onder het poortje door het terrein van de brouwerij op. We stapten uit, meldden ons aan en… men was het vergeten! Dat zal ík in ieder geval nooit meer vergeten. Het was zelfs zo erg dat men uitgerekend deze dag had aangepakt om eens het één en ander goed in de verf te zetten. Er werd dus zelfs niet gebrouwen.

Toen iedereen van de schok bekomen was, werd er snel gehandeld. In een rap tempo werd er een kleine tour georganiseerd, waarbij we werden gewaarschuwd niet aan de natte delen te komen en op te letten dat we niet in de verfpotjes liepen. Ondertussen werd er op de achtergrond iemand op uitgestuurd om wat versnaperingen te halen. Na de korte tour heb je normaal gesproken een proeverij. Dat ving men als volgt op: in deze brouwerij vulde men hier, naast vaten, ook van die Gallon jerrycans af, je weet wel zo’n kartonnetje bier met een kraantje eraan. In Nederland zie je ze veel voor wijn. Affijn er werden drie van die dingen met drie verschillende bieren neergezet en die mochten op. Nou is Engels bier niet zo heel sterk, maar met acht personen drie Engelse Gallons bier… is toch best veel. Eigenlijk met zes, want twee dames dronken niet mee. Hun lekkerste bier hadden ze niet zelf op voorraad, maar geen nood… een pub verderop in de straat wel. Toen zijn we met de hele club, inclusief brouwers, naar die pub gegaan. Ik heb daarna nooit meer zo’n mooie rondleiding gehad!

Nou is dit een lange inleiding naar de kern van het verhaal: als cultureel uitje hebben we Tonbridge Castle bezocht en ook een echte ‘hopfarm’. Harstikke leuk. Nou hadden ze daar ook van die hopplantjes te koop. Ik heb er dus één meegenomen en, eenmaal thuis, in onze tuin geplant. En daarover gaat het hier. Die plant weet van geen ophouden. Wat me is bijgebleven over hopplantjes van die farm, is dat je moet zorgen dat er ongeveer 4 staken doorgroeien. De rest haal je weg. De staken of scheuten begeleid je langs touwen of zoiets, zodat die hun volle lengte van een meter of zes kunnen bereiken. Nou weet ik niet meer of men toen ook verteld heeft dat je de wortels ook ieder jaar moet ‘snoeien’, maar dat hebben wij nooit gedaan. Nou blijkt hop zo’n plant te zijn die zich ondergronds voortplant.

We kregen vanaf het eerste jaar prachtige hopbellen. En genoeg ook. In die tijd brouwde ik nog bier van die strooppakketten en had ik die hop nog niet nodig. Het was bedoeld voor de toekomst. Gelukkig ben ik wel zover gekomen dat ik met echte hopbloemen brouw, maar… van onze eigen hopbellen is eigenlijk niets bekend. Je weet bijvoorbeeld niets over alpha waarde. Sterker nog, ik weet niet eens meer van welk ras de hopplant is. Wat ik wél weet, is dat hop net onkruid is als je het laat gaan. Ik heb wel eens een opmerking gehoord van een achterbuurman, die niet wist dat ik hem kon horen, waarin hij mij vervloekte om de hop die ik ooit geplant heb.

Onze tuin kun je het beste omschrijven als een ‘wilde’ tuin. Links náást mij wonen nu mensen die ongeveer op dezelfde manier over het concept tuin denken als wij. Mijn buurman rechts van me, begon heel fanatiek, maar inmiddels is zijn houding behoorlijk veranderd. De hop maakt gebruik van deze gelegenheid en tiert welig. Inmiddels zou ik hopbellen voor 500 liter kunnen oogsten, áls ik zou willen. En als ik zou kunnen natuurlijk, want dat spul groeit overal doorheen en langs omhoog.

Een oogstfeest met een gekozen ‘hopkoningin’ zou niet misstaan en de hele wijk zou hiervan kunnen profiteren. Wat een feest dat zou kunnen zijn!! Helaas komt het daar niet van, aangezien niet iedereen zo liberaal denkt over hop, getuige de opmerking van mijn buurman destijds. Ik breng het dus maar niet onder de aandacht en houd me volstrekt op de vlakte. Het is inmiddels zover dat ik minstens tien, maar waarschijnlijk meer hopscheuten doorscheur als ik ze tegenkom in de lente. Dan nóg zitten wij voorlopig niet zonder hop.

Moraal van dit verhaal: hop is een vreselijk leuk plantje, maar ben je niet zo’n tuinierder, dan zou ik er ver weg van blijven!

Peter

Terug naar overzicht