Terug naar overzicht

Jan's Kruidenhoekje (7)

tww augustus 2009
Door: Jan Wurpel

Brandnetel

Brandnetel- Urtica dioica & Urtica urens

Familie Brandnetelfamilie - Urticaceae

Botanische naam: Urtica dioica:

Volksnamen

Nederland, België:

Grote brandnetel / Gewone brandnetel, Bengelkruid, Broeinetel, Duivelskruid, Duivelsvoorschoot, Gemene Netel, Hoendernetel, Nestel Netelkruid, Dondernetel, Roomse Netel, Tingel (woord voor licht branden)

Engels:

Bigsting, Stinging nettle, Common nettle,

Duits:

Große Brennessel

Frans:

Ortie dioïque

Botanie en plantbeschrijving

Brandneteltekening

De geslachtsnaam 'Urtica' is afgeleid van het Latijnse 'uro', wat 'ik brand', betekent hetgeen verwijst naar het prikkende karakter van de plant. De soortnaam 'dioica' is samengesteld uit de Griekse woorden 'di', wat staat voor 'twee', en 'oecos', dat staat voor 'verblijf' of 'huis', dus 'tweehuizig, wat verwijst naar de scheiding van de mannelijke en vrouwelijke planten.

De Nederlandse naam Netel, zou zijn afgeleid van het woord 'Noedl', wat 'naald' betekent, een verwijzing naar de stekende brandharen. Maar de vezels van het kruid werden ook gebruikt om textiel mee te vervaardigen, voordat Vlas algemeen in gebruik kwam. 'Net' is dan de passieve vorm van 'ne', een term bekend in de meeste Indo-Europese talen, die verwijst naar spinnen of naaien.

Botanie van de Grote brandnetel - Urtica dioica

Een vaste plant die tot 200 cm hoog kan worden, afkomstig uit de brandnetelfamilie. De Grote brandnetel is tweehuizig, er zijn dus aparte mannelijke en vrouwelijke planten. Brandnetel is een echte kosmopoliet, dat wil zeggen een cultuurvolger. Ze komen over de hele aarde voor. Het liefst groeien ze op stikstofrijke, wat vochtige plaatsen en hebben een voorkeur voor een goed bemeste bodem zoals bij composthopen of aan de rand van een akker. Ze horen tot de familie van de Urticaceae. In de oude indeling van plantengeslachten werden moerbei, hennep en hop er ook onder gerangschikt. Ze komen vroeg in het voorjaar op, nadat ze overwinterd hebben met hun onuitroeibare ondergrondse wortelgestel. De plant heeft uitsluitend stamper- of meeldraadbloemen De brandnetel bloeit van juni tot oktober met in trossen hangende bloemen. Na de bevruchting gaan ze bij de vrouwelijke bloemen hangen, deze trossen zijn 2 tot 5 cm lang, de individuele bloemen zijn groen en onopvallend. De bloeiwijzen van de mannelijke bloemen staan opwaarts of opzij gericht na de stuifmeelafgifte, de bloeitijd is van juni tot september.

De brandnetel heeft groene, sterk zaagvormig bladeren met een donzige onderkant met haartjes. Het zijn deze haartjes die bij aanraking mierenzuur en histamine afscheiden. De gevolgen daarvan kennen de meeste mensen inmiddels wel. De brand van de kleine brandnetel is pijnlijker en steekt meer dan die van de grote brandnetel. Aan de top van de knop van iedere brandhaar zit een weerhaakje dat bij aanraking in de huid vast komt te zitten. Daarbij breekt de knop van de brandhaar af en komt een mengsel van stoffen in de huid die de brandende en langdurig aanhoudende pijn veroorzaken. Ook ontstaan op de huid lichtere, jeukende bultjes, die netelblaren worden genoemd. Dit prikkende effect kan vermeden worden door de brandnetel van onderen te benaderen (maar laat dat je niet ervan weerhouden om handschoenen aan te trekken). De haartjes staan namelijk schuin naar boven en steken dus niet als u de brandnetel onderaan plukt.

Botanie van de Kleine brandnetel - Urtica urens

De kleine brandnetel is een eenjarige plant met een geel-witte penwortel. Hij houdt van een rijke grond, wordt veel kleiner dan de grote brandnetel, niet hoger dan 60 cm. De kleine brandnetel is éénhuizig, mannelijke en vrouwelijke bloemen zitten dus aan één plant. Veel later dan de drote brandnetel komt de kleine brandnetel pas rond mei bovengronds. De bladeren zijn dun en diep ingezaagd. Het blad is ook wat dunner en lichter van kleur dan van de grote variant. De bloemtrosjes blijven kleiner en blijven staan. De bloei loopt van van mei tot de herfst. In tegenstelling tot de grote brandnetel (Urtica dioica) komen op de kleine brandnetel alleen brandharen voor, gewone haren ontbreken.

De kleine brandnetel komt voor op akkerland en in moestuinen, waar de soort als onkruidprobleem wordt beschouwd. Dit omdat al zeer snel nieuw zaad gevormd wordt. Ook op opengewerkte grond in de duinen. In kippenmest van los lopende kippen kan zeer veel zaad van de kleine brandnetel zitten.

Standplaats in ons klimaat

Op voedselrijke vochtige grond in loofbossen, bosranden, bij muren, wegbermen, waar rommel wordt neergegooid, vuilnisbelten en begraafplaatsen, liefst in de schaduw

De standplaats van de grote brandnetel wordt gekenmerkt door stikstofrijke bodem, de brandnetel is daarom echt een nitraatplant

Geschiedenis, sagen, volksvertellingen

Brandnetel
In de Oudheid schreef men aan de brandnetel een stimulerende werking toe. Peronist, een Romeinse dichter uit de tijd van de bekende keizer Nero, vermeldt dat door hem te slaan met een bos brandnetels de seksuele potentie van de man kon worden verhoogd.

Romeinse soldaten zouden brandnetels rond 400 na Christus mee naar het noorden hebben genomen. Zij haalden soms brandnetels over hun benen om het warm te krijgen. Hiervoor stampten ze de plant fijn in olie en wreven zich ermee in. De plant bevat histamine dat de bloedvaten openzet. De plant komt nog altijd voor bij Romeinse ruïnes in Noord-Europa. De Engelse benaming voor deze soort is ook is Roman nettle.

Vroeger dacht men dat de brandnetel een plant van de duivel was. Men verdacht de mensen die er gebruik van maakten, dat ze aan tovenarij of zwarte magie deden.

De slierten van de brandnetel werden in de Middeleeuwen ook als zwepen gebruikt. Paters en monniken die boete deden, geselden zichzelf met deze brandnetelzweepjes. Deze boetedoening deden ze ook om gezondheidsredenen. Het verblijf in de klamme en koele ruimten bezorgde hen dikwijls reuma. De brandnetels hielpen als anti-reumatische behandeling.

In de Amazone wordt de brandnetel nog steeds gezien als helende plant. Wanneer een lid van de stam een infectie oploopt, wordt deze bedekt met verschillende brandnetels. Hier hangt ook een religie aan vast. In het oude gesproken Quechua wordt deze plant uitgesproken als ‘brenshumie’, hetgeen betekent ‘god van de prikkels’. Deze prikkels zetten de pijn die door de ontsteking is ontstaan om in de pijn die ietwat vriendelijker aanvoelt.

In Engeland worden wedstrijden ‘brandnetel eten’ gehouden. Hierbij worden de bladeren met de vingers tot een prop gevouwen, met de niet stekende bovenzijde aan de buitenkant, waarna de prop ingeslikt wordt. Het maagzuur in de maag neutraliseert de brandharen.

Er is een volksgeloof dat brandnetel de bliksem aantrekt, vandaar ook de naam dondernetel. Nu heeft een onderzoek aangetoond, dat op de plaats waar de brandnetel zeer welig tiert, twee aardstralenbundels elkaar snijden. Zo'n snijpunt is bijzonder krachtig kosmisch werkzaam en het blijkt een punt te zijn waar de bliksem bij voorkeur inslaat. Als het niet waar is, dan is het toch aardig gevonden, aldus een Italiaans spreekwoord.

De bierbrouwers legden, wanneer er onweer uitbrak, een bosje brandnetels op de rand van de kuip, anders zou de bliksem het bier doen ‘omslaan’ of zuur maken. Voor het jaar 1000 werd er door de arme man nog al eens bier gebrouwen met brandnetels en brandnetelzaad. En van dat netelbier werden de man een sexueel opgewonden. De heilige Hildegard von Bingen schrijft stellig hierover: ′Het brandnetelzaad zou vurig in de liefde maken’. Andere kruidenboeken bevestigen dat later herhaaldelijk. Recent heeft de wetenschap de chemische verbindingen die hiervoor verantwoordelijk zijn kunnen identificeren.

Brandnetel is al heel lang in gebruik als voedselgewas en geneeskruid. Bij de Germanen was de brandnetel gewijd aan Thor/Donar, de God van de Donder, Vruchtbaarheid en Huwelijk, maar ook van de Oorlog (zie Mars). Plinius de oudere schreef dat de plant voor velen een heilige plant was, die gegeten werd om een heel jaar gezond te blijven. Brandnetels moeten volgens het volksgeloof bij voorkeur op bepaalde heilige dagen geplukt worden zoals het Germaanse Joelfeest (dit werd na de kerstening Kerstmis, Nieuwjaarsdag en Driekoningen), het Lentefeest (werd na de kerstening Pasen en Pinksteren), het Midzomerfeest (dit werd later Sint-Jansfeest) etc.

brandhaar

Planten met brandharen, stekels en doornen, hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in de plantlore. Deze planten werden als antidemonisch middel beschouwd; dit gold ook voor de brandnetel. Slingers, kruisen en bossen van brandnetels versierden de stallen en gedroogde en gesnipperde stukjes werden rond huis en haard gestrooid of verbrand om deze tegen onzichtbare indringers te verdedigen. Vooral op dagen als St. Jan (24 juni) en de Walpurgisnacht (30 april-1 mei), wanneer heksen en geesten het land onveilig maakten werd de brandnetel kwistig toegepast.

In Nederland werd op het Zaanse Luilakfeest de ‘luilak’ met een bos brandnetels geslagen of hing men een bos brandnetels aan de deurklink, op andere plaatsen zette men de ‘luilak’ een brandnetelkroon op het hoofd.

Ook werd de brandnetel gebruikt om voorspellingen te doen. De urine van een zieke werd bijvoorbeeld over brandnetels gegoten, of er werden brandnetels onder het ziekbed gelegd, bleven de planten fris dan zou de zieke het overleven, als het kruid verwelkte dan zou de zieke sterven. Een ander gebruik van brandnetel was om de controleren of een meisje nog maagd was. Men liet haar urineren over een bos brandnetels; als de plant verdorde, was het meisje geen maagd meer. Overigens gelden brandnetels al sinds antieke tijden als een afrodisiacum. De Romeinen streken bijvoorbeeld brandnetels over de vulva van zogenaamd ‘frigide’ vrouwen.

Brandnetels werden in de klassieke kruidengeneeskunde op waarde geschat. Theophrastus (ca. 372- ca. 305 v. Chr.) gaf al de raad om de bladeren van de brandnetel te eten bij bepaalde kwalen. Dioscorides beval de netel aan tegen alle ongemakken, zoals kankerachtige verzweringen, verrekkingen, hondenbeten etc. Plinius de Oudere, schrijft hetzelfde over de plant, en noemt olijfolie als middel tegen de jeuk veroorzaakt door de brandharen. Brandnetelzaad werd veel gebruikt in middelen tegen vergiftiging door Dollekervel en Bilzekruid, schimmels en kwikzilver. De brandnetel is een ont-toveringsplant. Dodoens leerde het on : 'De ghene die Netelen over hem draeght samen met wat bladeren van Vijfvingher-cruydt, die sal vrij zijn van alle gheesten ende voorschijnselen die de mensche pleghen te vervaeren: want sij benemen den mensche alle vreese als sommighe versekeren'.

Bij verzakkingen van de baarmoeder sloeg men met brandnetels tegen de geslachtsdelen van de vrouw, zodat deze begon op te zwellen en de verzakking dus minder zichtbaar werd. Verder werd het kruid algemeen gebruikt bij verkoudheid, gezwellen en zweren. Brandnetelwortels bij jicht en andere gewrichtsaandoeningen. Hildegard von Bingen had een hoge dunk van de brandnetel: gekookte jonge, verse netels zijn een nuttig maal voor de mens, omdat ze de maag reinigen en een teveel aan slijm verwijderen. Dodoens schreef de brandnetel bij tal van kwalen voor, bijvoorbeeld bij een moeilijke stoelgang, uitblijvende menstruatie, zwellingen aan de huig, de beet van dolle honden, kankerachtige zweren, etc.

Afgezien van het culinaire gebruik werden brandnetelvezels tot in de 19de eeuw gebruikt om textiel van te maken, het zogenaamde neteldoek, dat zeer sterk en duurzaam is, vergelijkbaar met linnen of hennepvezels. In Nederland gebeurde dat vooral in Friesland. In het sprookje van Hans Christian Andersen, weeft de prinses in het sprookje ‘De Prinses en de Elf Zwanen’ mantels van Netelvezels.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er chlorofyl uit de planten gewonnen om geneesmiddelen van te maken, andere grondstoffen waren immers schaars.

Gebruikte delen

Plant, wortel en zaden.

Sensorische kwaliteit

De brandnetel heefteen sublieme, milde, iets bittere kruidige smaak.

De volgroeide plant heeft een sterke geur die wat op urine lijkt, een verwijzing naar de werking op de vochthuishouding en de afvoer van urinezuur.

De andere sensorische kwaliteit:

Volgens oude onderzoekingen zou de brandhaarvloeistof de biogene aminen acetylcholine, histamine en 5-hydroxytryptamine (serotonine) bevatten. Het effect van de brandnetelwerking komt inderdaad het meest overeen met de reactie op een onderhuidse inspuiting van histamine. Op de injectieplaats ontstaat daarbij direct een scherpe pijn en jeuk gevolgd door de drievoudige respons: deze bestaat uit roodheid op de injectieplaats met zwelling door wateruittreding uit de verwijde bloedvaatjes en ten slotte een rode ring door verwijding van arteriolen (kleine bloedvaatjes) rondom de injectieplaats. Latere onderzoekingen hebben de aanwezigheid van deze biogene aminen in de brandhaarvloeistof niet kunnen bevestigen; voorlopig is het probleem van de samenstelling nog niet opgelost (Pollard & Briggs, 1984). Gezien de resultaten met het onderzoek van de brandhaarvloeistof van de tropische Urticaceae Laporta moroides (Australië) zullen de werkzame stoffen bij de peptiden gezocht moeten worden. De brandharen van deze beruchte plant bevatten, als ten minste één van de werkzame stoffen, een tricyclisch octapeptide, moroïdine, waarvan de structuur is opgehelderd door Leung et al. (1986).

Inhoudsstoffen

De plant

  • Looistoffen

  • Bitterstoffen: Cnicine

  • Slijmstoffen

  • Etherische olie (weinig)

  • Organische zuren: Mierenzuur (grote reiniger, bevindt zich in de brandharen)

  • Histamine (bevindt zich in de brandharen)

  • Indolen (bijvoorbeeld: histamine en serotonine)

  • Chlorofyl (veel ook de door de EU toegelaten kleurstof E140)

  • Xantophyl

  • AcetylcholinVoedingsvezels

De bovengrondse delen van brandnetel zijn rijk aan betacarotenen, vitamine C, B1, B2, B5, B9, D, vitamine E en K1. De plant is zeer rijk aan mineralen o.a. boron, calcium, kalium (voor de vochthuishouding), magnesium, koper, silicium, ijzer, foliumzuur, siliciumdioxide, mangaan en in kleinere hoeveelheden, zink, zwavel en chroom. Tot 20 % aan kiezelzuur, kalium en nitraat kan in de plant voorkomen. De planten bevatten ca. 1-2% flavonoïden, speciaal glucoside en rutinoside van quercetine, isorhamnetine en kamferolie, maar ook isorhamnetine-3-O-neohesperidoside. In kleinere concentraties verschillende alifatische organische zuren (chlorogenzuur), maar ook hydroxycumarine scopoletine. Alleen in de grote brandnetel komt 0,03-1,6 % koffie-oylappelzuur voor.De stoffen die verantwoordelijk zijn voor het branden zijn met name acetylcholine en histamine.

De plant bevat veel chlorofyl, die gewonnen wordt en als E 140 kleurstof van voedsel en medicijnen wordt toegepast. De werkzame flavonoïden in de plant zijn vooral quercetine, kaempherol en isorhamnetine. De plant, maar vooral de wortel, bevat lignanen, chemische verbindingen die een voorstadium vormen van fyto-oestrogenen.

De wortel

Deze bevat veel meer fytosterolen, met name beta-sitosterol, stigmasterol en campesterol. Fytosterolen bieden bescherming tegen hart- en vaatziekten door hun cholesterolverlagende werking. Uit recent onderzoek blijkt dat deze stoffen ook bescherming lijken te bieden bij darm-, prostaat- en borstkanker, doordat ze in vitro de celdeling tegengaan, het doden van tumorcellen stimuleren en van invloed zijn op hormonen die een rol spelen bij tumorgroei. Neutrale en zure polysacchariden zijn een andere belangrijke stof in de wortel. Deze stoffen hebben een werking op het immuunstelsel. Ze kunnen het beenmerg aanzetten tot de vorming van lymfocyten en kunnen zo een rol spelen bij de afweer van bacteriën en virussen.

Toepassingen

Cosmetisch

Commercieel wordt brandnetelextract verwerkt in shampoo. Het is werkzaam tegen roos.

Gebruik de thee of tinctuur als spoeling bij haaruitval en een droge hoofdhuid.

Medicinaal

De werking in het lichaam

brandnetelblad

Hoewel de brandnetel bekend staat om zijn prikkende werking, heeft hij dit effect niet als hij is blootgesteld aan warmte, door koken of bij bereiding tot thee. Ironisch genoeg wordt hij gebruikt bij huidaandoeningen zoals eczeem en aanverwante allergieën. Brandnetel heeft ook samentrekkende en bloedstelpende eigenschappen en kan daarom toegepast worden bij ernstige bloedingen van wonden of bij de menstruatie. De aanwezigheid van vitamine C en ijzer maken het kruid zeer geschikt als tonicum bij anemie en bij een ijzertekort. Brandnetelthee spoelt de nieren, geeft meer weerstand en bevordert de aanmaak van nieuw bloed. De wortel wordt wel gebruikt om een vergrote prostaat te behandelen. Brandnetelsap en thee zijn nuttige dranken wanneer u zwanger bent of borstvoeding geeft. Het sap en de thee zijn heilzaam bij jicht en gewrichtsontstekingen. Afkooksels van de brandnetelwortel worden sinds tijden gebruikt voor massage van de hoofdhuid en kunnen helpen bij roos en haaruitval.

Uitwendig gebruik
  • Wrijf bij stijve gewrichten de pijnlijke plaats in met verse brandnetelbladeren.

  • Snuif bij een bloedneus vers brandnetelsap op.

  • Maak een kompres tegen verbrandingen.

  • Het olie-extract is heilzaam bij ontstoken psoriasis.

  • Gebruik de thee of tinctuur als spoeling bij haaruitval en een droge hoofdhuid.

  • Tinctuur in compressen worden gebruikt voor pijnlijke arthritische gewrichten, Jicht, Ischias en zenuwontstekingen.

Inwendig gebruik
  • Brandnetelblad wordt als bestanddeel van theemixen toegepast als diuretisch middel.

  • Brandnetelwortel bij prostaatklachten (vergrote prostaat) in stadium I en II (gebruik hierbij de wortel).

  • Brandnetelblad wordt ook toegepast in behandelingen tegen reuma en jicht. Brandnetelsap wordt gebruikt als tonicum bij zwakte en bloedarmoede.

Gastronomisch

Brandnetel werd vroeger veel in de keuken gebruikt. Nu is het culinair gebruik van het kruid voor de meeste mensen onbekend. En onbekend maakt onbemind. Men zegt echter dat de brandnetel een zeer smakelijk kruid is, waarvan men de jonge toppen in soepen, aardappelgerechten, Engelse pudding, soufflés, groentetaarten of voor het vroeger zo bekende brandnetelbier gebruikt. Brandnetel smaakt ook goed als ze wordt fijngehakt en vermengd met kwark. De plantendelen moeten altijd eerst worden geblancheerd (= kort koken en daarna snel in koud water afkoelen) of gefruit in wat vet (olie, boter).

De brandnetel heeft een sublieme, milde, kruidige smaak. Je kunt hem o.a. gebruiken zoals spinazie. Net als bij spinazie is het trouwens af te raden een netelgerecht nog eens op te warmen vanwege van het nitraatgehalte. Gebruik voornamelijk de jonge brandnetelstengels van de grote brandnetel. In het voorjaar smaken de ongeveer 20 cm lange stengels het beste.

De zeer jonge stengels kunnen als sla gegeten worden. Hiervoor moeten ze eerst even ondergedompeld worden in heet water en daarna fijngesneden. Je kunt ze tien minuten zachtjes gaar laten stoven in een beetje boter. Brandnetelkaas is een specialiteit uit Friesland.

Van brandnetels kan soep gemaakt worden. Ook de bladeren van de brandnetel kunnen voor consumptie gebruikt worden. Hiervoor moeten de bladeren, na het plukken, worden gedroogd op een droge en luchtige plaats. Hierna kan er van de gedroogde bladeren thee worden getrokken. Vroeger werden boter, vis en vlees in brandnetelbladeren verpakt om ze langer fris te houden. Het blijkt dat stoffen in brandnetel bacteriegroei tegengaan

En dan werd de brandnetel ook nog gebruikt voor brandnetelbier:

Waarschuwing: Eet rijpe planten niet rauw, dit is slecht voor de lever.

Overige

 De brandnetel kan ook een uitstekende hulp zijn in de tuin! Laat gedurende drie dagen een massa brandnetels rotten in vers regenwater. Doe er nadien de brandnetel uit. Besprenkel nu de planten die aangetast zijn met rupsen. Deze zullen als de bliksem uit de tuin verdwijnen. De gier is ook een prima bemesting. Brandnetels zijn nuttig, maar hou ze buiten je tuin.

Wat te doen als je gebrand hebt aan een brandnetel

  • Kneus het blad van de weegbree en wrijf het over de jeukende plek. Werkt zeer goed als direct na het begin van de jeuk de plek ingesmeerd wordt.

  • In plaats van weegbree werkt ook hondsdraf tegen jeuk door brandnetels. Bijkomend voordeel; brandnetel en hondsdraf houden van dezelfde bodem- en schaduwomstandigheden dus waar er brandnetels staan groeit altijd hondsdraf. Kneus het plantje en wrijf de blaasjes ermee in. Dit kan ook gedaan worden met de bladeren van de klimop. Of anders modder gebruiken en laten drogen.

  • Heb je je geprikt aan een brandnetel, zoek naar de dovenetel (die met blauw gekleurde bloemetjes lijkt op de brandnetel), Het plantje staat altijd bij brandnetels in de buurt. Wrijf het prikkende deel in en je bent met luttele seconden van de jeuk af.

Recepten

Brandnetelsoep

Ingrediënten

  • 2 uien
  • boter of olie
  • 4 handjes schoongemaakte brandnetelblaadjes of -topjes
  • 2 aardappelen
  • 2 l water
  • 200 g champignons
  • peper, zout
  • ½ l melk
  • gebakken broodkorstjes

Bereiding

Pel de uien en snipper ze fijn. Verhit wat boter of olie in een kookpan en stoof hierin de uiensnippers samen met de brandnetelblaadjes. Schil ondertussen de aardappelen en snij ze in stukken. Voeg het water toe aan de gestoofde groenten, samen met de stukken aardappel. Laat garen. Stoof ondertussen de champignons in wat boter of olie. Kruid met peper en zout. Voeg juist voor het opdienen de kokende melk en de champignons toe. Proef en breng zo nodig op smaak. Geef er de gebakken broodkorstjes apart bij.

Brandnetel-spinaziesoep (Romige soep met plakjes hardgekookt ei)

Ingrediënten

  • 300 g spinazie
  • 200 g jonge brandneteltoppen
  • 2 eieren
  • 30 g bloem
  • 25 g boter
  • ½ l bouillon
  • 2 dl room
  • peper, (zee)zout en nootmuskaat naar smaak

Bereiding

Kook de eieren alvast hard.

Roerbak de gewassen spinazie en brandneteltoppen in enkele minuten gaar en pureer de groenten met een staafmixer. Smelt de boter en meng de bloem er met een garde door tot alle klontjes zijn opgelost. Voeg al roerend de bouillon toe en daarna ook de groentenpuree. Laat alles even garen. Roer daarna voorzichtig de room door de niet meer kokende soep en breng die op smaak met peper, zeezout en nootmuskaat.

Serveer met plakjes hardgekookte ei.

Brandnetelspinazie
Brandnetels als spinazie

Ingrediënten

  • 8 à 10 handen vol jonge scheuten brandnetels
  • 1 ui
  • 2 el boter
  • zout, peper, nootmuskaat naar smaak
  • eventueel groentefond
  • een beker zoete room

Bereiding

De brandnetels met kokend water blancheren (dan branden de bladeren niet meer). Daarna de brandnetels fijnhakken. De uien snipperen en glazig fruiten. Daarna de fijngehakte brandnetels, zout en peper toevoegen onder het regelmatig roeren. Met nootmuskaat naar smaak afmaken. Bij het serveren met wat groentefond en voor het verfijnen de room toevoegen. Serveren met hardgekookt ei en gekookte aardappels.

Voorjaarsstamppot (stamppot raapsteeltjes en brandnetel)

Ingrediënten

  • 1,5 kg aardappel
  • 3 bosjes raapstelen
  • 50 gram brandneteltopjes
  • snuf zout
optioneel:
  • 2 ons jonge kaas, geraspt
  • 150 zonnebloempitjes
  • sojasaus

Bereiding

Schil de aardappels. Snijd de aardappels eventueel door tot het allemaal ongeveer even grote stukken zijn. Kook de aardappels in een klein laagje water met zout in 15 minuten gaar.

Was ondertussen de raapstelen en snijd ze fijn. Je kunt de worteltjes eten, maar je kunt ze er ook af snijden.

Was de brandneteltopjes. Voeg de brandneteltopjes aan de aardappels toe als die klaar zijn. Laat de brandnetels 1 of 2 minuutjes mee koken, dan is de prik van de brandnetel af.

Giet het eventueel nog aanwezige kookvocht af. Stamp de aardappels en brandneteltopjes met een pureestamper fijn. Roer er de raapstelen doorheen. Is het nog wat droog? voeg dan een scheutje melk en/of een klontje boter toe.

Roer er eventueel wat geraspte kaas doorheen.

Optioneel:

Rooster de zonnebloempitjes in een droge koekenpan (= zonder olie of boter). Blijf erbij staan en roer de pitjes regelmatig om. Als het merendeel van de pitjes goudbruin ziet, een flinke scheut sojasaus toevoegen. Blijf roeren tot al het vocht weg is. De saus blijft voor een deel aan de bodem plakken maar dat is met water zo weer schoongemaakt. De pitjes gaan bij het afkoelen aan elkaar plakken maar als ze afgekoeld zijn kan je ze makkelijk loswoelen met een lepel. Heerlijk om over de stamppot te strooien.

Brandnetelbeignets

Ingrediënten

  • een flink aantal zo groot mogelijke, gave brandnetelblaadjes,
  • 125 g bloem,
  • 2,5 dl pils of ander blond bier,
  • 1 eierdooier,
  • snuf zout
  • snuf nootmuskaat,
  • 1 tl olie,
  • 1 eiwit, zeer stijf geklopt
  • olie of frituurvet om in te bakken

Bereiding

Roer alle ingrediënten, behalve de brandnetelblaadjes en het eiwit tot een mooi beslag. Spatel er dan zeer voorzichtig het geklopte eiwit door.

Haal de brandnetelblaadjes één voor één door het beslag.

Bak ze met een paar tegelijk in de olie op 180 °C

Deze beignets zijn heel lekker als aperitiefhapje. Serveer ze dan met een of twee dipsausjes. Ze doen het ook goed als bijgerecht bij een rijsttafel! Wil u de beignets iets pittiger, voeg dan wat sambal oelek aan het deeg toe.

Om te brouwen

Brandnetelbier

En dan werd de brandnetel ook nog gebruikt voor netelbier:

Ingrediënten

  • 1 kg jonge brandneteltoppen
  • 500 g bruine suiker
  • 1 citroen
  • 4,5 l water
  • 1 el gemberwortel
  • 4 el gezuiverde wijnsteen
  • 1 tl gedroogde gist met een bergje erop of 20 gram verse gist

Bereiding vroeger

Om te beginnen werden de brandnetels gewassen. Ze werden daarna niet gewoon gedroogd, maar droog geslagen. Vervolgens werden ze 15 minuten gekookt in het water met de gemberwortel. De citroen werd geschild (schil bewaren) en geperst. Het brandnetelvocht werd gezeefd en het vocht werd opgevangen in een grote pan met daarin citroenschil en citroensap, suiker en wijnsteen. Het werd een poosje geroerd en men liet het afkoelen. Daarna werd het gist toegevoegd. Het werd afgedekt met kaasdoek en drie dagen opgeborgen op een warme plaats. Daarna werd het weer gezeefd en in flessen gedaan waar flink stevig een kurk op gedaan werd. Het moest 3 weken staan voor het gedronken kon worden.

Bereiding nu

Kook de toppen in het water samen met de gemberwortel in 15 min. gaar. Zeef het mengsel en voeg citroensap, -schil, suiker, en wijnsteen toe. Roer 10 minuten aan een stuk en laat het dan rustig afkoelen, pas dan mag de gist erbij. Nu moet het 3 dagen ergens warm met een keukendoek bedekt staan broeien. Dan mag je het zeven en in goede stevige flessen met stop gieten. Laat het bier nog 3 weken rijpen. Je kunt altijd voor de gisting, wat hopbellen bij het mengsel doen of andere smaakmakers zoals mout of gerst.

Probeer dit bier eens te maken.
Succes toegewenst.

Geraadpleegde bronnen:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Brandnetel

http://www.natuurlijkerwijs.com/brandnetel.htm

http://www.mijnreceptenboek.nl/ingredienten/kruiden/brandnetel.html

http://www.google.nl/search?q=brandnetel&hl=nl&rlz=1T4SNYJ_nlNL308NL308&start=10&sa=N

http://nl.wikibooks.org/wiki/Kookboek/Brandnetelsoep

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/recensies/29888-brandnetel-in-de-chemisch-ecologische-flora.html

http://www.jaczitman.nl/Columns/geneeskrachtigemiddelenmap/brandnetel.htm

http://www.google.nl/search?q=brandnetel&hl=nl&rlz=1T4SNYJ_nlNL308NL308&start=20&sa=N

http://www.natuurgeneeskunde-eindhoven.nl/0000009a4c08b1901/0000009a4c0aafa1c/index.html

http://eten-en-drinken.infonu.nl/recepten/34839-een-brandende-liefde-voor-brandnetels.html

http://www.denachtuil.eu/kruiden-netels.htm

BIEREN zelf brouwen van Jac. Lambrechts

 

Terug naar overzicht