Terug naar overzicht | |
Bière de la Côte d'Ivoire |
tww juni 2015 |
Door: Jean-Pierre Bylard | |
Nou dat klinkt toch veelbelovend: ‘Bier van de Ivoorkust’. Dat dacht ik tenminste. Met de verdere beschrijving erbij lijkt het me een goed bier voor de ongeduldige brouwer. Het ‘bier’ is namelijk na circa een week al drinkbaar! Dat woordje ‘bier’ staat niet voor niets tussen aanhalingstekens. Want is het een bier? Nou, niet volgens de regels die wij hier hanteren, er komt namelijk geen korrel van de een-of-andere graansoort bij kijken. Het schijnt in die warme streken een veel gedronken dorstlesser te zijn. Zeer plaatselijk, per straat/dorp, zijn er meerdere brouwers. Qua alcohol stelt het niet veel voor, maar het is wèl een pittig drankje. Ik vond dit recept (er zullen beslist wel variaties op zijn) zó uitnodigend dat ik het op een namiddag eens gemaakt heb. Dit zijn de ingrediënten:
Geen schrootmolen maar een grove keukenrasp heb je nodig. Na de gember schoongeboend te hebben, rasp je de gember op de grove rasp met schil en al. Dat gaat daarna in een vat, dat kokend water kan verdragen. Eén citroen schoonboenen en zó dun schillen dat er geen wit mee komt. Die schil ook bij de gember evenals de kruidnagelen, kaneel, sap van de beide citroenen en de suiker. Daar kieper je dan de 3 liter kokend water overheen en laat het afkoelen. Controleer of de suiker goed is opgelost. Toen het voldoende afgekoeld was, het geheel over gegoten in een wijdmondse mandfles en daarna de gist erbij. Om het tòch een beetje op bier te laten lijken heb ik er geen bakkersgist erbij gedaan maar Brewferm Blanche. De fles afgesloten met een velletje huishoudfolie, dan zie je gelijk wanneer het gaat gisten. Meteen wèl meteen een klein gaatje in de folie geprikt opdat de overdruk weg kon. Geen gedoe met klimaatkast, welnee, de fles gewoon gezet op de tafel waar ook mijn andere brouwspullen staan. Nou, na twee dagen stond de folie bol en je kon koolzuurgas èn gember goed ruiken. Dàt was het sein om over te gieten, door een zeef met kaasdoek erin, in een echte gistingsfles. Nog twee dagen laten gisten onder waterslot en toen gebotteld. Ter plaatse schijnen ze gewone (wijn-)flessen te gebruiken en af te sluiten met een kurk (?). Ik bottelde maar in 10 x 30 cl. flesjes. Die gaan dan in de koelkast, enerzijds om de druk niet te hoog te laten oplopen en anderzijds omdat het zo werd aanbevolen. Daar kan ik me wel wat bij voorstellen in die warme streken. Het eerste flesje al geproefd na drie dagen, ofwel zeven dagen ná de brouwdag. Koolzuur zat er al goed in. De smaak? De kruidnagelen, de kaneel en de citroen gaven een goed ‘weerwoord’ aan de gember. Die laatste maakt het een pittig, gekoeld, drankje met een ‘warme’ afdronk. Alcohol komt er nauwelijks in voor. In dat opzicht lijkt het wel op Ginger-ale. Ik denk dat, wanneer je de hoeveelheid gember halveert, je voor de jeugd een spannend drankje maakt. Vooral als je het in de euroflesjes doet, uit de koelkast haalt en ze die zèlf laat openmaken en uitschenken. Het lijkt erg op èrg wit witbier, nou nèt ècht toch? |
|
Terug naar overzicht |