Terug naar overzicht | |||||||||||||||||
Altbier (1) |
tww mei 2024 | ||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||
Altbier of kortweg Alt is een bier van bovengisting. Het wordt gebrouwen in een stijl die zijn oorsprong vindt in de Niederrhein (Nederrijn), een gebied in het noorden van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Vooral in de stad Düsseldorf en omgeving vindt men dit bier; het wordt dan ook vaak met Düsseldorf geassocieerd. Düsseldorf, gesticht op de oostelijke oever van de Rijn in de 13e eeuw, is vernoemd naar de kleine rivier de Düssel, die uitmondt in de Rijn. Het was te danken aan een machtsstrijd met de stad Keulen, geregeerd door een rooms-katholieke bisschop, dat Düsseldorf werd opgericht als een niet-kerkelijke stad. Dichter bij de Rijn ligt de Altstadt. Met ongeveer 260 restaurants en bars in een gebied van een halve vierkante kilometer staat de Altstadt bekend als de ‘langste bar ter wereld’. Voor de Tweede Wereldoorlog waren er ongeveer 90 Altbier-brouwerijen in Düsseldorf. Vandaag de dag zijn dat er nog maar acht. Vier daarvan zijn de kleine, klassieke huisbrouwerijen die de stijl zo goed mogelijk bepalen.
![]() |
Plaats |
Hardheid |
Plzeň |
30 |
London |
235 |
München |
250 |
Dublin |
300 |
Wien |
750 |
Dortmund |
750 |
Burton |
875 |
Brouwwater voor Altbier moet gemiddeld hard zijn, ongeveer zoals het water van beroemde brouwsteden als München, Londen en Dublin. Als je je graanstorting correct hebt samengesteld en de pH van je beslag is te hoog voor een authentieke Alt (d.w.z. hoger dan 5,8), corrigeer dan je brouwwater voor overmatige alkaliteit of verhoog de kleurwaarde van je graanbed. (Gekleurde en donkere mouten leveren een zuurder beslag op.)
Omdat altbrouwerijen in Duitsland over de hele linie goede bieren maken, kunnen we concluderen dat het mogelijk is om authentieke Alts te maken met een relatief grote variatie in waterhardheid. Het brouwproces dat wordt gebruikt bij het maken van Alt en de eigenschappen van de granen, hop en gist die in het proces worden gebruikt lijken een veel groter effect te hebben op het eindresultaat dan de samenstelling van het water.
Hoppen
De kritische hopvariabelen voor een authentieke Alt, zoals voor elk bier, zijn het bitterend vermogen van de hop en zijn het algemene smaak- en aromaprofiel. Hoptoevoegingen aan het wort worden over het algemeen bestempeld als bitter, smaak en aroma. Bitterheid, smaak en aroma worden aan het bier bijgedragen door verschillende bestanddelen in de hop, elk met verschillende niveaus van oplosbaarheid in het wort en hittegevoelige vluchtigheid. Bittere hop wordt daarom toegevoegd bij of kort na het begin van het koken. Smaakhop wordt toegevoegd vlak voor het eind van het koken, en aromahop na het koken.
Voor Altbier hebben we een bitterhop nodig die vrij neutraal van karakter en fris is. Vermijd bitterhopvariëteiten waarvan bekend is dat ze scherpe, kruidige, bloemige, citrus- of dennentonen aan het bier geven. Dit zijn veelal de moderne Amerikaanse hoppen en hoppen uit Australië en Nieuw Zeeland. Vermijd ook oude, geoxideerde bitterend hop. Deze smaken zouden interfereren met het kruidenprofiel dat doorgaans kenmerkend is voor de Centraal-Europese edele hopvariëteiten.
Het basisprincipe voor het hoppen van altbieren is noblesse oblige. Hoe lager het cohumulongehalte (een alfazuur) en hoe hoger het humuleengehalte (een aroma-olie) van de hop, hoe ‘nobeler’ zijn afkomst is. Typische Duitse edele hoprassen die geschikt zijn voor Alt zijn Hallertau, Tettnanger, Perle of Spalt. In tegenstelling tot veel Britse ales of Noord-Duitse lagers hebben de meeste (maar niet alle) Alts minder uitgesproken bittere tonen. In plaats daarvan overheersen de moutige componenten en het hoparoma.
De meeste Duitse altbrouwers gebruiken twee hoptoevoegingen in de ketel. De eerste toevoeging gebeurt vroeg in het kookproces (voor de bitterheid); de tweede gebeurt tegen het midden of het einde van het kookproces (voor de smaak). Sommige brouwers gebruiken dezelfde variëteit, zoals Hallertau Mittelfrüh, voor zowel bittering als smaak, terwijl anderen de voorkeur geven aan verschillende variëteiten, zoals Perle en Spalt, voor de twee toevoegingen van de hop. Verschillende gebruiken telkens één toevoeging van dezelfde hopsoort aan het begin en het einde van het koken (voor de bittering en de smaak) en een tweede hopsoort voor het bieraroma tijdens een derde toevoeging als het wort afkoelt, meestal in de whirlpool (‘hopstand’ is de kreet die Brewfather hiervoor gebruikt). Slechts enkele Altbrouwers dryhoppen hun wort in de tank om het aroma te accentueren.
In Duitsland worden pellets, net als in Noord-Amerika, steeds aantrekkelijker, maar verschillende altbrouwers blijven vasthouden aan het gebruik van alleen bladhop. Traditie is één reden voor deze voorkeur, de hogere hoeveelheid tannines in bladhop is een andere, omdat tannines helpen bij het stremmen van overtollig wortproteïne in de ketel en zo de helderheid en stabiliteit van het bier verbeteren. Deze brouwers wijzen er echter op dat het essentieel is om alleen verse bladhop te gebruiken (van het huidige oogstjaar) die gekoeld opgeslagen werd bij (0-3 °C) om onaanvaardbare verliezen in hopkwaliteit te voorkomen.
Gist
Het beste Altbier – zoals het beste bier in het algemeen – wordt natuurlijk gemaakt met zuivere en gezonde giststammen. Hoewel de meeste bierstijlen kunnen worden gemaakt met een willekeurig aantal giststammen, is dit niet het geval bij Alt. Vanwege het specifieke gistingsregime dat wordt gebruikt bij het maken van authentiek Altbier, presteren relatief weinig stammen naar stijl.
Gisten die geschikt zijn voor het maken van Altbier behoren tot de categorie Saccharomyces cerevisiae (bovengistende biergist) in tegenstelling tot Saccharomyces uvarum (ondergistende lagergist). Typische alegisten houden van een gezellige, warme omgeving, ergens rond 15-25 °C, waarin ze het meest actief worden en het best smakende bier produceren, terwijl typische lagergisten hun beste werk doen bij een frigide 8-13 °C, of zelfs daaronder. Alegisten gaan in slaapstand bij lage temperaturen, terwijl lagergisten dan nog steeds wort kunnen vergisten.
Hier komt de tegenstrijdigheid: Alt-gisten, hoewel echte ale-gisten (bovengisten), zijn niet typisch. Het zijn noch warme, noch koude gisten. Omdat er in de standaard brouwliteratuur geen specifieke term bestaat voor dergelijke gisten (behalve de misleidende term hybriden, die ze niet zijn), noemen we Alt-gisten ‘koele’ fermentoren. Tijdens de hoofdgisting doen ze hun werk het best bij een koele, maar niet koude temperatuur van ruwweg 13-19 °C. De schoonste smaakresultaten worden bereikt als de primaire gisting aan de onderkant van dit temperatuurbereik wordt uitgevoerd. Alt-gist wordt slapend bij een temperatuur van ongeveer 7 °C.
Langzame, gestage gisting wordt gevolgd door een paar weken lagering nabij het vriespunt. Deze koude conditionering verdrong de lagering van het bier in de kelder, na de uitvinding van koeling. Hoe dan ook, Altbier wordt obergärige lagerbier (lagerbier van hoge gisting) genoemd, een hybride brouwsel dus.
Geraadpleegde bronnen
- https://www.uerige.de/en/history/
-
2021_Guidelines_Beer_1.1 BJCP
-
Het boek ‘Altbier’, van de auteur Horst D. Dornbusch uit de serie History Brewing Techniques Recipes.