Artikelen
8 artikelen uit het clubblad van Augustus 2025
Terug naar overzicht | |
Van het bestuur, augustus 2025 |
tww augustus 2025 |
![]() |
|
Afgelopen clubavondDe laatste clubavond is al even geleden: 27 juni. Het was, zoals wel vaker, wederom een gezellig avond. Het concept van deze avond was 'reverse engineering', ofwel een bier proeven en aan de hand daarvan een recept op te bouwen. We proefden als zodanig een 'mysterie-bier' en via een interactieve presentatie werd bepaald wat we dachten dat er voor mouten, hoppen, etc. in het bier gebruikt was. Deze uitkomsten werden meteen ingevoerd in de fameuze brouw-applicatie Brewfather, met wat uitleg over apparatuurprofielen e.d. Zo werd ook (hopelijk) enige kennis over Brewfather uitgebreid en voor sommigen was het een eerste introductie. Aan het eind werd onthuld dat het bier een Black IPA betrof, genaamd 'It's OK', van brouwerij Happy Demons. Brouwer Kees Klaassen van Happy Demons was aanwezig om over de achtergrond van dit bier te vertellen: "[Het is een] bier om aandacht te vragen voor mentale gezondheid. It's ok! Dit bier is als Black IPA gemaakt omdat het wel een donker bier is, maar waar in de smaak toch de bitterheid van de IPA naar voren komt. Met dit bier vraagt Happy Demons aan iedereen om altijd aandacht te blijven houden voor de mensen om je heen. De volledige winst van dit bier gaat naar drie goede doelen." Kees: nogmaals dank voor je aanwezigheid en inzet deze avond. Komende clubavondVerder brengen we graag dejaarlijkse feestavond onder de aandacht, die plaatsvindt op zaterdag 30 augustus in Lisserbroek, vanaf 18:00u. Er is een ruim buffet en uiteraard een mooie selectie bieren om te nuttigen. Het belooft een gezellige avond te worden, dus geef je uiterlijk 24 augustus op via het ledenmenu op de website. Gezamenlijke brouwdagDan is er op 13 september aanstaande weer een gezamenlijke brouwdag in Lisserbroek. We brouwen dan een winterbier. Het is altijd gezellig; opgeven kan tot uiterlijk 2 september via het ledemenu op de website. Clubavond septemberEind september (de 26e om 20:00u) vindt weer een 'reguliere' clubavond plaats in De Boerderij aan de Lutulistraat 139 te Hoofddorp. Hopelijk tot ziens op één van deze mooi bijeenkomsten! Warme brouwersgroet, |
|
Terug naar overzicht |
Van de inkoopcommissie, augustus 2025 |
tww augustus 2025 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wat zou het tariff voor de import van Amerikaanse hop zijn? Een hopoorlog hierover beginnen lijkt mij een beetje overdreven maar een ferme tegenactie lijkt mij geen overbodige luxe. In het volgende recept gebruiken we dus veel Amerikaanse hop zodat die Amerikaantjes zo meteen gaan misgrijpen omdat wij alles al gebruikt hebben. Zal ze leren. Het volgende recept is een fijne DIPA. Vol met citrus, beetje mango en op de achtergrond een klein ietsie kruidig. Een klein zoetje maakt hem mooi af. Prima biertje dus. Als je meer wilt toevoegen kan dat altijd natuurlijk, al zou ik uitkijken met nog meer hop. Het moet wel drinkbaar blijven. Receptgegevens
Ingrediënten
Maischschema
Opmerkingen van de brouwerDe koudhop tijdens de lagering toevoegen gedurende minimaal 2 weken. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Terug naar overzicht |
De brouwraad, augustus 25 |
tww augustus 2025 |
![]() |
|
In deze maandelijkse rubriek buigt een panel van ervaren brouwers zich over jouw prangende brouwvragen. Ieder panellid geeft onafhankelijk zijn of haar visie, zodat je als lezer kunt profiteren van meerdere invalshoeken en inzichten. Stuur jouw vraag in via redactie@twortwat.nl en ontdek hoe onze panelleden het aanpakken! Het panel deze maandTheo van Eijden brouwt sinds 1996 en is al vele jaren zeer actief binnen de vereniging. Ook is Theo bierkeurmeester. Roanne de Boer is professioneel brouwer bij Klein Duimpje in Hillegom en opgeleid als brouwer bij StiBON en Lentis in Rotterdam. Sinds 2018 is Roanne actief in de brouwerij en sinds de COVIDperiode fulltime actief als brouwer. Daarnaast brouwt Roanne ook thuis. Chris Talbot brouwt sinds 2014 thuis (met partner Patricia). Hij is van 2018 tot 2024 actief geweest als BKG bierkeurmeester en heeft in 2022 ook de cursus tot StiBON biersommelier afgerond. De vraag van deze maandHoeveel gist moet ik gebruiken? Heeft de hoeveelheid invloed op de groei en de smaak? Wat gebeurt er als ik te veel of te weinig gist gebruik? Maakt het ook uit bij welk type bier? TheoHoeveel gist moet ik gebruiken? De juiste hoeveelheid gist is belangrijk voor een goede vergisting. Hoeveel je precies nodig hebt, hangt af van het soort bier dat je brouwt, het begingewicht van het wort (SG of Plato) en of je korrelgist of vloeibare gist gebruikt. Bij een standaard blond bier van rond de 5% alcohol kun je meestal volstaan met één zakje korrelgist van 11 gram op 20 liter wort. Bij zwaardere bieren of lagere vergistingstemperaturen is dat echter niet genoeg. Dan moet je ofwel meer zakjes gebruiken, of je kiest voor vloeibare gist en maakt een giststarter. Vloeibare gist bevat namelijk veel minder levende cellen per verpakking dan korrelgist. Hoe hoger het suikergehalte van het wort, hoe meer gistcellen je nodig hebt om een gezonde vergisting op gang te brengen. Heeft de hoeveelheid invloed op de groei en de smaak? De hoeveelheid gist die je toevoegt bepaalt in sterke mate hoe de vergisting verloopt en daarmee ook welke smaakstoffen er in je bier ontstaan. Gist groeit niet alleen, maar maakt tijdens dat groeiproces ook allerlei verbindingen aan, zoals esters en hogere alcoholen. Als je te weinig gist gebruikt, moeten de cellen zich eerst flink vermenigvuldigen. Dat kost tijd en energie en kan leiden tot stress in de gist. Daardoor kunnen er meer bijproducten ontstaan, zoals fruitige aroma's of oplosmiddelachtige geuren. In sommige bierstijlen, zoals Saison of Weizen, is dat juist gewenst. In een pils of een tripel kan het storend zijn. Gebruik je juist te veel gist, dan is er minder groei nodig. De vergisting komt dan wel snel op gang, maar de smaakontwikkeling is vaak vlakker. Je mist dan die typische fruitige of kruidige toetsen die ontstaan door actieve gistgroei. Het bier kan dan wat ‘schoon’ of zelfs karakterloos aanvoelen. Wat gebeurt er als ik te veel of te weinig gist gebruik? Bij te weinig gist loopt de vergisting trager. Dat hoeft geen ramp te zijn, maar het verhoogt wel het risico op infecties omdat het wort langer kwetsbaar blijft. De gist kan ook stoppen voordat alle suikers zijn omgezet, vooral bij zware bieren. Je merkt dit aan een te hoge einddichtheid en een zoet eindresultaat. Daarnaast kunnen de bijproducten van gestreste gist het bier een ongebalanceerd profiel geven, bijvoorbeeld met scherpe alcoholtonen of zwavelgeuren. Te veel gist lijkt misschien veilig, maar het heeft ook nadelen. Een snelle vergisting zonder groei betekent dat veel smaakontwikkeling achterwege blijft. Bovendien kan het lastig zijn om het bier helder te krijgen, omdat de gist zich niet goed afzet. In extreme gevallen blijven er zoveel gistcellen in suspensie dat het bier een gistige smaak krijgt, die moeilijk wegtrekt. Maakt het ook uit bij welk type bier? Het type bier speelt een grote rol in hoeveel gist je zou moeten gebruiken. Sommige bierstijlen danken juist een deel van hun karakter aan een wat kleinere gistdosering, waardoor de gist echt de ruimte krijgt om esters en fenolen aan te maken. Denk aan een Saison, waar een droog, kruidig en licht funky profiel gewenst is. Ook bij Weizen speelt de gist een hoofdrol in de smaak, dus een iets lagere dosering kan hier juist gunstig zijn. Bij lagerbieren zoals pils of Helles is het tegenovergestelde het geval: hier wil je een neutraal eindresultaat, zonder uitgesproken gisttonen. Daarvoor heb je meer gist nodig, die bij lage temperatuur netjes en schoon vergist. Ook bieren met een hoog alcoholpercentage, zoals een Quadrupel of een Imperial Stout, stellen hoge eisen aan de gist. Die moet veel suikers verwerken en wordt zwaar belast. In zulke gevallen is het nodig om extra gist toe te voegen of een starter te maken, om te voorkomen dat de vergisting stilvalt of stroperig verloopt. RoanneIk ben op vakantie, dus moet het even doen met de kennis in mijn hoofd. Hoeveel gist heb je nodig? Dat is afhankelijk van je SG, tot +/- 1060 zou 12 gr droge gist (1 zakje) voldoende moeten zijn voor 20 liter. Ga je zwaarder, dan is het verstandig om wat extra toe te voegen, max 2 zakjes op 20 liter. Hoeveelheid gist kan invloed hebben op de smaak. Maar ook op snelheid van de vergisting en kans op besmetting van micro-organismen. Bij te weinig gist heb je kans dat je bier niet goed uitvergist en dat de lagertijd langer duurt, waardoor kans op besmetting met micro-organismen hoger kan zijn. Bijvoorbeeld: bij lagers op koude temperaturen duurt de lagering langer, het is dan verstandig om wat meer gist toe te voegen zodat het iets sneller vergist en er minder kans is op besmetting. Bij te veel gist heb je kans bij bepaalde soorten dat het invloed heeft op de smaak en geur. Het is dus ook afhankelijk van het type bier dat je brouwt en de gist die je ervoor gebruikt wat de gevolgen zullen zijn. Check altijd de aanbevolen hoeveelheden op de verpakking. ChrisHoeveel gist moet ik gebruiken? Dat is een complexe vraag die afhankelijk is van diverse factoren. Enkele jaren geleden maakte ik voor bovengistende bieren gebruik van een eenvoudige berekening uit het boek ‘Yeast’: 750.000 gistcellen per ml per graad Plato (1 mln. gistcellen bij zwaardere bieren), de uitkomst hiervan deelde je dan door 12 mld. gistcellen per gram en dan kwam je op het benodigde aantal grammen gist uit - verdubbel dit aantal voor ondergisters. Hoewel ik in het verleden goede resultaten heb behaald met deze berekeningswijze, blijkt dit inmiddels een overdaad aan gist te zijn. Sommige korrelgistproducenten hebben onderzoek gedaan en bieden nu een online calculator aan, waarbij je kunt uitrekenen hoeveel gist je zou moeten enten voor een optimale vergisting. Hierbij wordt rekening gehouden met gistsoort (boven- of ondergist), volume, begin SG en vergistingstemperatuur binnen het bereik die geldt voor betreffende gist, zie bijvoorbeeld: Pitching rate calculator – Lallemand Brewing https://share.google/GkDzDYVZ7jpJrCriZ Bij een bovengist die aan de onderkant van het temperatuurbereik wordt vergist, geldt voor zware bieren (SG 1.090) volgens de calculator ongeveer 1 gram gist per liter wort. Bij een vergisting aan de bovenkant van het bereik, kun je vaak volstaan met 0,8 gram per liter wort. Voor een ondergist wordt ongeveer de dubbele hoeveelheid aanbevolen. Lichte bieren (SG 1.050) kunnen met 0,2-0,3 gram per liter minder af. Voor specifieke gisten – zoals Kveik – kan weer een andere dosering gelden. Raadpleeg waar mogelijk dan ook altijd de specificaties en de pitch rate calculator van betreffende producent. Let op dat bij vloeibare gisten een starter noodzakelijk kan zijn. Hiervoor kun je berekeningen maken in Brewfather, op de websites van de gistproducenten of websites zoals www.brewersfriend.com. Heeft de hoeveelheid invloed op de groei en de smaak? Wat gebeurt er als ik te veel of te weinig gist gebruik? Bij een optimale hoeveelheid gist zal een bier op de juiste temperatuur volledig uitgisten en daarbij de juiste hoeveelheid geur- en smaakstoffen aanmaken. Te weinig of te veel gist geeft een ander eindresultaat. Bij een te kleine hoeveelheid gist, zal er meer celgroei plaatsvinden, hetgeen meer smaakstoffen tot gevolg zal hebben. Dit kan allerlei problemen opleveren zoals smaakafwijkingen door een hogere aanmaak van diacetyl/hogere alcoholen/esters/zwavel, een hoger eind-SG, een slepende vergisting, een gestokte vergisting, een hogere kans op infectie en verminderde schuimstabiliteit. Andersom is te veel gist ook niet goed. Dit kan leiden tot minder esters, een hele snelle vergisting, een dunnere body doordat er minder vergistingsbijproducten worden gemaakt, autolyse (dat kan leiden tot smaak afwijkingen) en verminderde schuimhoudbaarheid. Er zit wel enige marge in eerdergenoemde hoeveelheden, doorgaans geldt dat je zonder nadelige effecten beter iets meer gist kan enten dan minder ten opzichte van de aanbevolen hoeveelheden. Maakt het dan ook uit bij welk type bier? Nee, het type bier maakt niet uit. Het type gist, diens eigenschappen en de omstandigheden - zoals bijvoorbeeld vergistingstemperatuur, begin SG en volume - wel, omdat die bepalend zijn voor de hoeveelheid gist die je zult moeten enten voor een optimale vergisting. |
|
Terug naar overzicht |
CO2 hopextract |
tww augustus 2025 |
![]() |
|
Het maken van CO₂-hopextract begint niet in een laboratorium maar op het veld, bij de oogst van verse hopbellen. Deze bellen worden direct na de pluk gedroogd tot een vochtgehalte tussen 8 en 10 procent, om bederf te voorkomen. Vervolgens worden ze samengeperst in balen of verwerkt tot T-90 pellets, waarna ze onder gekoelde omstandigheden worden opgeslagen. Vanaf dat moment begint een technisch verfijnd traject, dat het ruwe natuurproduct omvormt tot een geconcentreerde en stabiele vorm van hop: het CO₂-extract. In een gespecialiseerd extractiecentrum worden de balen of pellets in een hogedrukvat gebracht. Daar wordt vloeibare kooldioxide – CO₂ – in een bijzonder fysisch stadium doorheen geleid. Onder een druk van rond de 300 bar en bij temperaturen van ongeveer 20 tot 25 °C bereikt CO₂ een zogenaamde superkritische toestand. In dat stadium is het geen gas, geen vloeistof, maar iets daartussenin: het gedraagt zich als een vloeistof met het doordringende vermogen van een gas. Dat maakt het bij uitstek geschikt om selectief stoffen op te lossen uit een complex mengsel zoals hop. De superkritische CO₂ lost met grote efficiëntie de harsen op waarin de alfazuren zich bevinden – deze zijn verantwoordelijk voor de bitterheid in bier. Tegelijkertijd worden ook de etherische oliën meegenomen, die een groot deel van het aromatische karakter van hop bepalen. Wat achterblijft is vooral het plantaardige materiaal: de cellulose, bladgroen en vezels, die in het eindproduct juist niet gewenst zijn. Dit extractieproces duurt enkele uren, waarbij de CO₂ continu wordt gecirculeerd. Aan het einde van de cyclus wordt de druk verlaagd, zodat de CO₂ vanzelf weer verdampt. Wat overblijft, is een dikke, kleverige pasta van geconcentreerde hopbestanddelen: het CO₂-hopextract. Deze pasta bevat geen oplosmiddelen, geen water, en vrijwel geen vegetatief materiaal. Daardoor is het extreem stabiel. In tegenstelling tot verse hop of pellets die gevoelig zijn voor oxidatie, licht en vocht, blijft dit extract jarenlang houdbaar – mits goed verpakt en koel opgeslagen. In de praktijk wordt het meestal in blikjes, tubes of potten bewaard, afgesloten onder stikstof of vacuüm om elke zuurstofinteractie te voorkomen. Een potje van enkele tientallen milliliters kan voldoende zijn om honderden liters bier van bitterheid te voorzien. Wat CO₂-extract zo bijzonder maaktHet extract is goudbruin tot bijna zwart van kleur en heeft een dikke, stroperige textuur. Het ruikt intens naar hop, al is dat aroma minder fris dan bij late whirlpoolhop of dryhop. De concentratie aan alfazuren varieert, afhankelijk van het hopras en de batch, maar ligt doorgaans tussen de 30 en 70 procent – een veelvoud van wat in gewone hop aanwezig is. Omdat het product vrijwel geen vaste stoffen bevat, lost het uitstekend op in warme wort, zeker wanneer het in kleine hoeveelheden wordt toegevoegd aan het begin of midden van het kookproces. Hoewel het extract aroma bevat, wordt het in de praktijk vooral gebruikt als bitterhop. De aromatische oliën in het extract zijn wel degelijk aanwezig, maar vluchtiger en moeilijker te sturen dan bij klassieke hopgiften. Voor echte aromaopbouw kiezen brouwers vaak alsnog voor pellets of bloemen in whirlpool en dryhopstadium, maar gebruiken het extract als basisbittering. De grote kracht van CO₂-extract zit in de reproduceerbaarheid. Waar hopbellen van hetzelfde ras per jaar flink kunnen verschillen in alfazuurgehalte, biedt een gestandaardiseerd extract een constante factor. Dit is van groot belang voor brouwerijen die op commerciële schaal werken, waar elk batchverschil leidt tot merkbare variatie in het eindproduct. De balans van voordelen en beperkingenVoor wie efficiëntie zoekt, is CO₂-extract onovertroffen. Het scheelt opslagruimte, want je hebt slechts een fractie van de massa nodig in vergelijking met T-90 of T-45 pellets. Het scheelt in verliezen tijdens het koken en filteren, omdat er geen loze bladeren of groene resten zijn die zich ophopen in de whirlpool of filtersystemen. Bovendien levert het een schoner bier op met minder neiging tot troebelheid of vegetale bijsmaken. Vooral bij heldere, technische bieren zoals pilseners of lagers, of in bulkproductie waar hopconsumptie groot is, is dit een uitkomst. Toch kleeft er ook een zekere afstandelijkheid aan dit product. CO₂-extract is geurloos voor wie het wort aan het koken is, het is visueel onzichtbaar en levert geen hopresten op die je kunt ruiken of in je hand houden. Voor veel ambachtelijke brouwers hoort de zintuiglijke ervaring van hop doseren – de geur, het gevoel, de levende materie – bij het vak. Daar kan een potje bruine stroop niet tegenop. Ook is het gebruik bij kleine batches onpraktisch: het afwegen en oplossen van een halve gram bitterextract in een hobbybrouwinstallatie vraagt precisie die veel hobbybrouwers niet hebben. Een andere beperking is dat CO₂-extract zich niet goed leent voor latere hopgiften of dryhop. De vluchtige aromacomponenten worden wel gedeeltelijk mee geëxtraheerd, maar het extract is vooral bedoeld voor gebruik aan het begin van het brouwproces. Wie met aroma wil werken, grijpt beter naar verse hop, pellets of moderne alternatieven zoals spectrum- of oliepreparaten. Wanneer gebruik je CO₂-hopextract?In moderne brouwerijen waar consistentie belangrijker is dan traditie en waar het rendement en de logistiek tellen, is CO₂-extract een vanzelfsprekende keuze. Het verlaagt de kosten per liter bier, vergemakkelijkt reiniging en reduceert hopafval. Het is een industrieel product met een ambachtelijke oorsprong, dat het brouwproces sneller, efficiënter en voorspelbaarder maakt – mits correct toegepast.
|
|
Terug naar overzicht |
Brouwer in beeld, augustus 25 |
tww augustus 2025 |
![]() |
|
Elke maand zetten we in Brouwer in Beeld een van onze leden in de schijnwerpers. Want achter elk glas thuis gebrouwen bier schuilt een verhaal. Over hoe het begon, de weg die de brouwer heeft afgelegd, de eigen stijl van brouwen, ups en downs, maar vooral het delen van onze passie: bier brouwen. Deze keer spreken we met: Timo Dolderman (links) en Bastiaan Dierks (rechts)We zijn beginnende brouwers, legt Timo uit. Bastiaan voegt er aan toe dat ze vorig jaar zomer zijn begonnen met het brouwen van kant en klaar pakketten. De eerste brouwsels waren een Tripel en een IPA. Dat vonden we zo leuk dat we dat wilden uitbouwen, vertelt Bastiaan. Bastiaan en Timo zijn neven van elkaar. In het verleden heeft de opa van Bastiaan, Timo zijn vader, ook een keer zo’n pakket gebrouwen. Zodoende waren beiden al een klein beetje bekend met het bierbrouwen. Ik ben een echte bierliefhebber en ik wilde kijken of we dat ook een keer zelf konden maken, vertelt Bastiaan. Bastiaan en Timo hebben een abonnement op de proeftuin van Hertog Jan en dan krijg je om de drie maanden bieren toegestuurd. Daar zat een keer een Porter bij en die vonden beiden super lekker. Daar raakten we door geïnspireerd om dit bier, wat je niet vaak in winkels ziet, zelf een keer te brouwen, aldus Timo. Bastiaan legt uit dat de eerste pakketten zijn gebrouwen met een grote soeppan van 10 liter. Daar hebben we in gemaischt, gekookt en gefilterd met een vergiet. Koelen deden we met kraanwater en dat duurde natuurlijk anderhalf uur. Toen hebben we besloten om een elektrische brouwketel te kopen en dat is een Brewmonk geworden. Een compleet pakket, een ketel en een rvs conisch vergistingsvat.
Bastiaan vindt recepten op de uitgebreide bibliotheek van Brewfather. Ik haal ook recepten uit mijn abonnement van Brew Your Own. Daarnaast staat YouTube vol met recepten. Timo legt uit dat ze gebruik maken van Brewfather. We brouwen samen en zijn dan eindeloos met zijn tweeën bezig om het recept te finetunen. En in Brewfather is het gemakkelijk om aanpassingen te doen. In het voorbereiden steken we veel tijd. We brouwen bij Timo, vertelt Bastiaan. Alle apparatuur staat daar. We proberen zo eens per maand of 2 maanden samen te brouwen. We hebben een klimaatkast en daar past 1 vat in. Timo vindt dat wel eens lastig. Het duurt wel weer even voor dat je opnieuw kan brouwen. Als je het brouwsel niet precies gegaan is zoals we voor ogen hadden, dan moeten we toch wachten voordat we dat kunnen herstellen in de volgende batch. Ons bier wordt gebotteld, zegt Bastiaan. Het afvullen op fust is misschien iets voor de toekomst. Het afvullen op fles geeft wel eens wat depot in de fles, wat we minder mooi vinden. Als je het bier weggeeft en niet iedereen weet dat je het laatste beetje niet moet uitschenken. We volgen de vergisting met een Brewbrain Float, vult Timo aan. Na de vergisting meten we met een dobber en hevelen het bier dan vanaf bovenaf in een bottelvat. We voegen de suiker toe en daarna bottelen we het bier. De laatste tijd koelen we het bier vooraf. Het bier wordt zo wat helderder met minder depot. Volgens Timo is het ook een kwestie van ervaring opdoen. Het eerste jaar heb je al nodig om je apperatuur onder controle te krijgen. We hebben ons nu ook opgegeven voor de volgende gezamenlijke brouwdag en doen ook mee aan het brouwen van de Polderbok. Dat is ook weer een stap om in contact te komen met ervaren brouwers en zo kennis op te kunnen doen. We maken daarnaast gebruik van ChatGPT. Ook tijdens de brouwdag als we nog aanpassingen willen doen of achteraf als het brouwen niet precies zo is gegaan als we wilden. Bastiaan stelt wel vragen via forums op het internet en daar krijg je dan soms wel 50 reacties op. Het is wel zo dat iedereen elkaar tegenspreekt op die forums, vertelt Bastiaan. Dat temperatuurbeheersing cruciaal is, hadden beiden snel door. Vandaar ook dat ze een klimaatkast hebben gemaakt. De laatste twee batches waren een Weizen. Een supereenvoudig recept. Een batch met een droge korrelgist en een batch met een vloeibare WeihenStephaner gist. Saison is ook een favoriet bier, die willen we nog een keer proberen met een vloeibare gist. Water is ook belangrijk, maar daar moeten we nog mee geen experimenteren. We meten de zuurgraad met een pH meter. Soms is het lastig om de juiste SG waarde te halen. We hebben een zwaardere Porter gebrouwen en die moest uitkomen op een SG van 1.088, vertelt Bastiaan. We kwamen 15 punten lager uit. Timo: we hebben toen een kwartier langer gekookt. De zetmeelproef gaf aan dat alles wel netjes was omgezet in suikers. We zijn de afgelopen brouwsels veel bezig geweest om de target SG’s te halen. Volgens Bastiaan wordt dat bij meer dan de helft van de brouwsels gehaald. Maar soms zitten we er 5 of 10 punten onder. We constateerden bij het vergisten van een Weizen dat deze niet goed genoeg was door gegist, aldus Timo. We hebben toen vergeleken met andere maischschema’s en toen ons schema aangepast. Dat had een positief effect op de volgende batch. Het plan is om vaker hetzelfde bier achter elkaar te brouwen om er zo meer van te leren. In deze fase van ons brouwen is het veel uitproberen. Welke bieren we in onze Brewmonk kunnen brouwen. De stappen die moet je doorlopen. De hygiëneregels bijvoorbeeld. Aan het begin was het allemaal veel hectischer. Wat moet je nu doen, wanneer je bijvoorbeeld echt op de hygiëne moet letten. Nu is het wat rustiger en kunnen we ons ook focussen op andere dingen. Zo gaat het elke keer wat beter en wordt het steeds leuker. Als je bier gaat brouwen kies je niet voor de gemakkelijkste weg, dan kan je beter naar de supermarkt gaan en daar je bier kopen. Maar dat maakt het juist ook zo leuk en uitdagend. Voor beiden is het wel duidelijk dat het voordeel van z'n tweeën is dat je de taken kunt verdelen. Schoonmaken doe je samen. Een brouwdag start om 11.00 uur. Bastiaan komt dan naar Timo toe en als ze dan om 18.00 uur klaar zijn, is er onder het eten nog wat tijd om na te praten. De enige IPA die ze hebben gebrouwen hebben was in drie 5-liter batches gesplitst en met verschillende hoppen gedryhopt. Een klimaatkast hadden we nog niet en ik heb de vaatjes in de woonkamer gezet, vertelt Timo. Toen ik een keer thuis kwam rook het erg naar bier. Ik dacht nog dat een waterslot flink bezig was, maar er lag een hele plas bier in de woonkamer. Blijkbaar was een vat lek.
|
|
Terug naar overzicht |
Clubkampioenschappen 2025 |
tww augustus 2025 | ||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||
De zomervakantie loopt ten einde en dat betekent: tijd voor de voorbereidingen van de Clubkampioenschappen 2025! Ook dit jaar hebben we weer twee prachtige wedstrijdbieren: Milk Stout (klasse B) en Double/Imperial IPA (klasse C). Wil jij kans maken op de eervolle titel Clubkampioen 2025? Lever dan minimaal twee bieren in, waarvan ten minste één een wedstrijdbier. Let op: beide bieren moeten in verschillende wedstrijdklassen vallen. 📅 AanmeldenVanaf 1 september 2025 kun je je bieren aanmelden via de website. Log in en ga naar het menu ‘Voor leden’ → ‘Kampioenschap’. Zorg dat je je bieren uiterlijk zondag 26 oktober 2025 hebt ingeschreven. ‘ 🏆 WedstrijdklassenJe kunt inschrijven in de volgende klassen:
🍻 Inleveren van bierenDe bieren worden ingeleverd op de clubavond van vrijdag 31 oktober 2025. Lever van elk bier twee flesjes in, samen met het uitgeprinte inschrijfformulier (zie wedstrijdreglement). Nieuw dit jaar: flesregels
⚠️ Wordt niet aan deze regels voldaan, dan wordt het bier nog wel gekeurd, maar niet meegenomen in de wedstrijdbeoordeling. 🧪 KeuringDe keuring van de wedstrijdbieren vindt plaats op de clubavond van vrijdag 28 november 2025. 🥇 PrijsuitreikingDe winnaars worden bekendgemaakt op de clubavond van vrijdag 19 december 2025. 📜 SpelregelsVoor het volledige reglement en de spelregels: log in op de website en ga naar ‘Documenten’ → ‘Clubkampioenschap Reglement’. 🍺Meer informatie over de wedstrijdbieren(Bron: BKG) Milk (Sweet) StoutAlgemene kenmerkenMilk (Sweet) Stout is een donkere Engelse stout. Zoet, zacht geroosterd. Bovengistend, met 3,0 tot 5,0 Vol% alcohol. Uiterlijke kenmerkenErg donker tot zwart van kleur, meestal helder met soms een tweeschijn. Een romige beige tot bruine schuimkraag. GeurassociatiesEen zacht geroosterde mout geur met soms koffie- en/of chocoladeaccenten. Een matige tot medium fruitigheid. Weinig hop in de geur. BasissmaakZeer zoet tot zoet, bitterig. SmaakZwart geroosterde granen en mouten overheersen de smaak (zoals in de Dry Stout). De hoppigheid is laag, maar het meest opvallend in de vergelijking is de zoetheid van een Milk Stout, vaak door toegevoegde lactose (melksuiker). BodyMedium tot vol. MondgevoelRomig met weinig tot matige hoeveelheid koolzuur. Plakkerig. Door het zoet, rond van smaak. NasmaakZoetig, karamel-achtig en toch droog door kleurmouten. OpmerkingenEen Milk Stout doet denken aan een espresso met suiker. Tegenwoordig wordt hij ook wel Sweet Stout genoemd. De zoetheid komt vooral door toegevoegde lactose, soms samen met een hoog restsuikergehalte. Technische kenmerken
Double / Imperial IPAAlgemene kenmerkenEen Double IPA of Imperial IPA is een bovengistend zeer hopbitter goud tot amberkleuring Amerikaans biertype met 7,5 tot 10 Vol% alcohol. Uiterlijke kenmerkenGoud tot amberkleuring. Helder (tweeschijn is toegestaan). Schuim is ongelijkmatig, schuimstabiliteit inzakkend tot een blijvend laagje of ringetje. Koolzuurgehalte is normaal tot tamelijk hoog. GeurassociatiesZeer prominent hoparoma (citrus, dennen, bloemen, hars, kruiden, tropisch fruit, steenvruchten). Hoewel Engelse en andere hopsoorten voorkomen, domineren bij de meeste versies de citrusachtige Amerikaanse of New World hopsoorten. Vaak met dry-hopping, wat een aanvullend harsig of grassig aroma geeft. BasissmaakDe basissmaak is zeer bitter tot extreem bitter, zoetig SmaakSterke complexe hopsmaken komen overeen met de hoparoma's. Zeer hoge tot absurd extreem hoge hopbitterheid. Lichte moutigheid ondersteunt het hopkarakter. Moutsmaken zijn neutraal, maar enige karamel- of toastachtige smaken zijn acceptabel, mits deze niet overheersen of te prominent aanwezig zijn. BodyDe body is medium tot tamelijk vol. MondgevoelHet mondgevoel is toegankelijk, maar door CO2 (en hop) soms samentrekkend. Alcoholwarmend. Kan licht plakkerig zijn. NasmaakLange, bittere uitloop, maar niet scherp of hard-bitter. Het bier eindigt droog. OpmerkingenEen Double of Imperial IPA is een sterkere en meer bittere versie van een IPA (USA). Sterker/bitterder dan IPA (GB) maar minder moutig, fruitig. Dunner van body en (veel) bitterder dan Barley Wine. Technische kenmerken
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Terug naar overzicht |
Koperkruid |
tww augustus 2025 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BeschrijvingZacht moutig, licht bloemig met een beetje pit van de rogge. Dit is een goeie basis voor een lekkere pumkin spice beer. Als je het aandurft kun je nog de volgende toevoegingen doen:
Receptgegevens
Ingrediënten
Maischschema
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Terug naar overzicht |
Mythe: India Pale |
tww augustus 2025 |
We dachten dat iedereen ondertussen toch wel de ware toedracht over de bierstijl India Pale Ale kende, maar blijkbaar was dat wishful thinking. Met de regelmaat van de klok horen we nog steeds het vaak herhaalde en compleet foutieve verhaaltje dat IPA (India Pale Ale) ontwikkeld werd voor de export naar de Britse koloniën in India, dat het bestemd was voor de Britse troepen en dat het bier sterker gehopt moest zijn om de lange zeereis te overleven. Ooit kreeg iemand het in zijn hoofd om twee volledig correcte stellingen (hop is een bewaarmiddel in bier en de zeereis naar India duurde een paar maanden per schip) te combineren tot een volstrekt nonsens verhaal. En helaas doet het de ontkrachting van de mythe geen goed wanneer het verhaaltje klakkeloos wordt overgenomen door allerhande brouwerijen, tijdschriften, websites, drankenhandels, cafés en horecazaken, bierblogs…
Een mythbuster van formaat…Nochtans is het verhaal van IPA op zich interessant genoeg, zonder de romantische bijverhaaltjes. In 1600 werd de East India Company opgericht, een handelsorganisatie die over 70 schepen beschikte en algauw een belangrijke speler werd in de handel tussen Groot-Brittannië en de kolonie in India. De East India Company zou in latere jaren zelfs uitgroeien tot een invloedrijke economische, politieke, maar ook militaire grootmacht. De officieren van de East India Company hadden een belangrijk privilege: ze mochten namelijk in eigen naam handel drijven. Zij kochten bier, maar ook cider, wijn, kaas, ham, textiel, glaswerk … in London, dat ze dan op de schepen naar India meenamen en verkochten aan de ambtenaren van de East India Company en de ‘expats’ die er bijvoorbeeld theeplantages uitbaatten. Britse soldaten behoorden niet bepaald tot hun clientèle. Dit alles dateert uiteraard uit de tijd dat analyses van brouwwater, of het aanpassen van brouwwater, nog niet mogelijk waren en het zorgde voor een grote ontwikkeling van de brouwactiviteit in Burton. Veel brouwerijen uit London richtten een tweede brouwerij op in Burton om het water te kunnen gebruiken. Pas later zal men erin slagen om brouwwater aan te passen aan het type bier, ook nu nog spreekt men van ‘burtoniseren’. De Bow Brewery was ondertussen uitgepraat. Even werd er nog geprobeerd om met een flessenversie van het blonde bier de eigen binnenlandse markt te overtuigen, en het is in advertenties uit deze periode (in de jaren 1830) dat de naam ‘India Pale Ale’ voor het eerst genoemd wordt, ongeveer tweehonderd jaar nadat de eerste bieren naar India werden geëxporteerd. Maar toen de spoorlijnen tussen Burton en Londen werden aangelegd in 1839, raakten de bieren van Allsopp en Bass erg goedkoop tot in Londen, waar ze opnieuw die van Bow overspoelden. In 1849 stond de Bow Brewery leeg. Wat is er dus waar van de mythe?
Ook andere biersoorten, zoals porter, ale, small beer, maar bijvoorbeeld ook cider werden reeds honderd jaar eerder naar India verscheept voor er nog maar sprake was van de Bow Brewery. Er zijn bewijzen genoeg dat ander bier grote afstanden aflegde, met name porter. Het is jammer voor de IPA-mythe, maar aanbestedingen en bestellingen tussen 1849 en 1857 tonen aan dat de vraag vanuit India voor porter meer dan het dubbele was dan voor pale ale, wat een totaal ander beeld schetst dan dat van de IPA-drinkende expats. Volgens het ‘Report of the Commissioners Appointed to Inquire Into the Sanitary State of the Army in India’ van 1863 kregen soldaten zelfs een dagelijks rantsoen van een quart (iets meer dan een liter) porter, geen pale ale. Laten we een laatste nagel in de doodskist van de IPA kloppen, en het ook eens hebben over oud bier, want die zeereis naar India, was dat echt zo ver dat men er zogezegd een bierstijl voor moest uitvinden? Het antwoord is neen. De reis per schip naar India mocht dan wel enkele maanden duren, dit was maar klein bier tegenover de verbazend lange bewaartijden die toen reeds werden gehanteerd in het kader van een belangrijke en lange traditie. Het was in de grote landhuizen immers de gewoonte om grote hoeveelheden bier te brouwen bij de geboorte van de eerste erfgenaam, en die dan op een groots feest te drinken wanneer de erfgenaam meerderjarig was. Met andere woorden: er werd bier gebrouwen die men toen voor een verbluffende 21 jaar liet rijpen. Die ‘volwassenwordingsbieren’ bestonden, men beschikte over de techniek om zulke extreme bewaarbieren te maken, waarom zou men dan een bierstijl – IPA – moeten ‘uitvinden’ voor een tochtje van enkele luttele maanden? Maar een bewaarbaarheid van 10 jaar was nog maar het topje van de ijsberg. Eén van de eerste geschreven bronnen van zo’n ‘volwassenwordingsbier’ dateert uit 1730 en handelt over de geboorte van Charles Watson-Wentworth, op Wentworth House in Yorkshire, als eerste zoon van Thomas Watson-Wentworth, parlementslid voor Yorkshire, Most Honourable Order of the Bath, Lord Lieutenant van de West Riding of Yorkshire, Baron Malton, en later ook Graaf van Malton, Baron van Rockingham en Markies van Rockingham. Toen Charles in mei 1751 meerderjarig werd, werd een fenomenaal feest georganiseerd in Wentworth House, met meer dan 10.000 gasten (waarvan er ‘slechts’ 3.000 in het huis konden plaatsnemen). Op het menu prijkten onder andere 110 schotels rundsvlees, 66 schotels schapenvlees, 55 schotels lamsvlees, 48 hammen, 70 schotels kalfsvlees, 40 schotels kip, 104 schotels met vis, 1.000 liter wijn, 2.000 liter punch, 3.250 liter bier en 5.000 liter sterk bier waarvan de grootste hoeveelheid gebrouwen was in het jaar 1730, 21 jaar geleden. De Engelse acteur en biografist John Bernard bezocht in 1793 het huis van de Graaf van Mount Edgcumbe, waar hij het familiebier mocht proeven, gebrouwen in 1764 bij de geboorte van de graaf z’n eerste zoon en pas voor de eerste keer geproefd bij diens meerderjarigheid in 1785. Het bier dat Bernard toen dronk, was dus al minstens 29 jaar oud. De techniek die men toepaste om de bieren gedurende zo’n extreem lange tijd te bewaren, wordt duidelijk gemaakt in een artikel in de Hampshire Advertiser die verslag uitbracht van de feestelijkheden ter gelegenheid van de meerderjarigheid van Lord Valletort in 1886, drie generaties verder in Mount Edgcumbe. Er werd toen bier gedronken dat gebrouwen was in 1865 en gedurende 21 jaar bewaard werd in grote 1.000 liter vaten. Het bier werd elke 7 jaar ververst met nieuwe hop, om het supergerijpte bier in topconditie te houden. Het brouwen van grote hoeveelheden bier van hoge kwaliteit bij de geboorte van een erfgenaam, en het onaangeroerd laten tot de dag van de meerderjarigheid om het dan feestelijk te delen met gasten, lijkt een universeel gebruik te zijn geweest in Engeland. Maar het gebruik beperkte zich enkel en alleen tot de private brouwerijen, de extreme bewaarbieren konden zich immers onmogelijk ontwikkelen in een commercieel kader. De eerste wereldoorlog en de belangrijke belastingsverhoging bleken de doodsteek te zijn voor de 21-jarige bieren, maar de moraal van het verhaal is deze: verspreiders van de IPA-mythe beweren dat men een speciale bierstijl moest uitvinden om een bier te laten bewaren voor een overtocht die ongeveer vier maanden duurde, maar op dat moment bestonden er reeds bieren die heel wat langer bewaarden. Een-en-twintig jaar. Alstublieft. BronOvergenomen met toestemming, zie website http://obad.be/index.html |
|
Terug naar overzicht |