10 artikelen uit het clubblad van Oktober 2021

Terug naar overzicht

Van het bestuur, oktober 2021

tww oktober 2021
Door: Walter Bakker

Afgelopen clubavond

Afgelopen clubavond hadden we weer fysieke clubavond in de Boerderij. Dit was de eerste die we weer konden organiseren sinds eind september 2020. Jan Wurpel gaf een uitgebreide en diepgaande presentatie over water en waterbehandeling. De soort water kan de smaak en de kwaliteit van het bier vrij ingrijpend beïnvloeden, daarom vonden Jan en de andere commissieleden van de kwaliteitscommissie dat het tijd werd om dit uitgebreid aan de orde te stellen. Gepresenteerd werd hoe van kraanwater, osmosewater en een aantal brouwzouten, het water gemaakt kan worden dat past bij het te brouwen biertype. De presentatie is terug te zien op ons YouTube kanaal ‘Amateurbierbrouwersvereniging 't Wort Wat!’ en de PowerPoint staat weer als vanouds op de documentenpagina onder de ledentab.

Het was weer mooi om een clubavond te hebben en hier waren dan ook zo'n 45 leden op afgekomen, misschien nog niet zoveel als voor Corona maar toch een mooie groep om een gezellige avond te hebben. De YouTube stream was wat minder bekeken maar dat kwam waarschijnlijk ook omdat we die een beetje laat hebben aangekondigd. In principe zullen we de clubavonden die een inhoudelijk onderwerp presenteren ook live opnemen en streamen via YouTube.

Komende clubavond

Voor de komende clubavond zijn we nog bezig een aantal leden te vragen iets over hun eigen brouwerij te vertellen/presenteren en wellicht iets te laten proeven. Aangezien dit een inhoudelijk onderwerp is, zal dit dus ook gestreamd worden. Naast de aangegeven inleveradressen kan ook op de  volgende clubavond de bieren voor het clubkampioenschap ingeleverd worden. Op de clubavond van november zullen de bieren dan gekeurd worden door de leden, onder de deskundige leiding van een aantal bierkeurmeesters. Deze keuring zal niet gestreamd worden.

Oproep

In het vorige clubblad heeft Nico de Boer een tweetal artikelen geplaatst: een oproep om lokale activiteiten te organiseren voor mensen die wat verder van Hoofddorp wonen en een oproep voor een bestuurslid. Voor beide oproepen hebben we exact 0 (nul!) reacties gehad, dus mensen kom op! Doe iets voor je vereniging! Ik zit inmiddels al 14 jaar in het bestuur als ik volgend jaar na de ledenvergadering aftreed. Op zich is dat niet verkeerd, maar na zoveel jaar ga je wel meer op de automatische piloot varen en dat is voor de vereniging niet goed. Het bestuur moet daarom versterkt worden met vers bloed, leden die weer sprankelende nieuwe ideeën hebben en de dingen op een verfrissende manier anders aan willen pakken. Dus kom op en zet je voor een tijdje in binnen het bestuur (en dat hoeft echt geen 14 jaar te zijn) en zorg ervoor dat we een bloeiende vereniging blijven. Het motto blijft: voor en door de leden, zo houden we de vereniging levend.
 
Groet, Walter

Terug naar overzicht

Van de Inkoopcommissie, oktober 2021

tww oktober 2021
Door: Michael Woolthuis

Kwam ik toch, ergens op het wereldwijzenet, een lekker klonig receptje tegen van de overheerlijke la Chouffe Houblon. Zoooo, echt lekker. Meteen gekoppiepeest naar de eigen brouwtool en aangepast naar dingen die wel hier verkrijgbaar zijn, plus de alphazuurdingen aangepast, enzovoort. Als ik het zo bekijk gaat het er zeker weten op lijken. Alleen de hoeveelheid CO2 inschatten zal wel weer lastig worden. Je moet namelijk een beetje meer bubbels hebben dan bij een standaard brouwsel. Dat wordt weer de fijn gesuikerde lijn tussen bom of geen bom bewandelen. Zelf hebben we het nog niet gebrouwen maar het wordt absoluut in de planning opgenomen.

Groeten,
Michael

PS: Recept voor oktober

Technische kenmerken

Kloon:

La Chouffe Houblon

Biertype:

dubbel-IPA tripel (kloon)

Recepthoeveelheid:

10 liter

Alcoholpercentage:

10%

Begin SG:

1074

Eind SG:

1010

Kleur:

6 EBC

Bitterheid:

56 IBU

Kooktijd:

60 min.

Brouwzaalrendement:

75%

Ingrediënten

Ingrediënt

waarde

hoeveelheid

kooktijd

bijzonderheden

Pale mout

5 EBC

2450 gr

 

 

Kristalsuiker

 

500 gr

 

toevoegen tijdens laatste 10 min koken

Chinook hop

14 α

12 gr

60 min.

 

Chinook hop

14 α

6 gr

20 min.

 

Saaz hop

3,9 α

15 gr

5 min.

 

Saaz hop

3,9 α

10 gr

1 min.

 

Iers mos

 

2 gr

5 min.

 

Amarillo hop

8,7 α

20 gr

Koudhop

toevoegen tijdens lagering

Gist:

Safale BE-256 (Abbaye)

Maisch schema

70 °C

65 °C

78 °C

stort

60 min.

5 min.

Terug naar overzicht

Thermometers ijken

tww oktober 2021
Door: Sophie de Boer

Zoals aangekondigd in de laatste Nieuwsflits, was er op de clubavond van 1 oktober jl. gelegenheid om je thermometer te laten ijken.

Wim Groeneveld achter zijn opstelling voor het ijken van thermometers
Thermometers ijken

Op de foto Wim Groeneveld achter de opstelling voor het ijken van de thermometers. Op de clubavond van 29 oktober is er nogmaals gelegenheid om de eigen thermometer te laten ijken. Mis het niet!

Terug naar overzicht

Brouwtechniek: o.a. een decoupeerzaag

tww oktober 2021
Door: Jean-Pierre Bylard

Je twijfelt: “wèl doen – niet doen?” Ja, dan is er een aantrekkelijk aanbod en je koopt dan bij de Braumarkt een: ‘Easybrew (Conische) Fermenting Bucket 30L’, in RVS-uitvoering, kortom: een vergister. Meteen doemen er ook een paar vragen op: de eerste (A) al vóóraf: past de complete vergister in mijn klimaatkast ? Ja, hij past zó goed zelfs, dat er boven het vat (incl. waterslot) nog ruimte was voor een schap waarop mijn (nog gesealde) hoppen kunnen liggen.

Dan vraag B: de vergisting t/m het klaren (dat laatste bij 4 °C) van het bier in één-en-dezelfde vergister? “Maar je mag toch niet het bier laten staan op die ‘oude’ gist, i.v.m. autolyse (uiteenvallen van de oude gist)?” Ik heb me laten vertellen dat dàt héél erg meevalt. Tijdens een rondleiding in de brouwerij van Hertog Jan te Arcen, bleek dat ze daar de gist ook erin laten zitten t/m het klaren en die er dàn pas uithalen. Die gevreesde autolyse schijnt pas na heel lange tijd te ontstaan. Je hebt dan al lang-en-breed het bier gebotteld. Ook een deskundige binnen onze eigen clubgelederen had het idee dat het met de autolyse voor zo'n periode van 3-4 weken wel erg meeviel.

Tot slot vraag C: de gist in vergister daalt naar de conische bodem. Ook de wanden lopen een beetje conisch. “Ja, maar er blijft dan toch nog een deel van de gist aan de wand plakken en op de bodem komt ook niet alles in het ‘putje’. Hoe krijg je dat van de wand af en/of zo centraal mogelijk op de bodem? Een whirlpool is niet zo handig, je verstoort de reeds gedaalde gist en je krijgt de biervijand ‘zuurstof’ in je bier/op je dak. Misschien helpt zachtjes kloppen op de wand, of iets dat flink trilt.

Ik ben maar eens (met mijn 82 jaar) langs een seksshop gegaan voor een vibrator. Ja, die dingen trillen wel, maar niet voldoende om enige opwinding in de vergister te krijgen. Dus zonder aankoop (!) de shop weer uit. Maar wat nu? Thuisgekomen eens goed naar mijn gereedschap gekeken ét voilá… een hevig trillend gereedschap: een decoupeerzaag. Zaagje eruit gehaald en een schuimrubber bodempje aangebracht op de grondplaat ervan. Je wilt natuurlijk geen krassen op je gloednieuwe RVS vergister.

Het werkte perfect. Tijdens de hele vergistingstijd, t/m de klaring 3x een paar minuten tegen de wand gehouden. Zèlfs op de conische bodem was de gist wat geconcentreerder. Tijdens het leeg laten lopen van de vergister in het vat met de bottelsuiker was er geen teken van gist aan de wand. Voor de bodem hoefde ik niet bang te zijn: de bovenste aftapkraan voor het heldere wort lag boven het niveau van de conische bodem. Ik moest er wel aan wennen dat er meer bier overbleef in de vergister dan ik anders in mijn gistingsfles had. Maar ja, ook hier geldt: “wie het onderste uit de kan wil hebben krijgt de deksel op zijn neus”.

PS 1

De siliconen afdichting van de deksel viel bij mij er telkens uit. Gebruik kit o.i.d. was het advies van de leverancier. Dat was me té veel. Ik heb een beetje witte vaseline in de rand gesmeerd; de ring bleef prachtig zitten.

PS 2

Heeft iemand (ik wèl) zijn vingers ooit open gehaald aan de scherpe rand van de deksel?

Terug naar overzicht

Kan zuurstof een afgesloten fles binnendringen?

tww oktober 2021
Door: Theo van Eijden

Bewaarbaarheid van bieren zoals een NEIPA is erg beperkt. Zelf vul ik mijn flessen tot 1mm onder de rand, met als doel zo weinig mogelijk lucht en dus zuurstof in de fles op te sluiten met zijn kwetsbare bier, lucht bestaat immers voor 21% uit zuurstof. Dit onderstaande artikel dat ik tegenkwam, toont een mogelijke oorzaak van oxidatie van bier aan. Dat maakt duidelijk dat, al werk je nog zo voorzichtig en zuurstofarm, je onherroepelijk zuurstof in je fles krijgt. Dat verklaart mogelijke mede de betere houdbaarheid van bier in blik.

In principe wordt gasdiffusie gestuurd door concentratieverschillen van een gas via een barrière. Eenvoudig gezegd betekent dit dat een concentratie van 21% O2 aan de buitenkant van de fles een concentratie van 0% O2 binnen in de fles ziet. Het diffusieproces is blind voor het feit dat er 100% CO2 in de fles zit. De gradiënt die de O2 ziet, is die van de omgevingsconcentratie van 21% naar de 0% concentratie van O2 in de fles. Het zal dus langzaam over de grens diffunderen totdat de twee partiële drukken in evenwicht zijn. Dit leidt tot het grappige resultaat dat als de CO2 niet naar buiten zou kunnen diffunderen (wat in de praktijk wel kan), je eigenlijk de druk in de fles zou kunnen verhogen als alleen de O2 naar binnen zou kunnen diffunderen.

Het gaat op het eerste gezicht tegen je gevoel in dat je gas kunt laten stromen in een omgekeerde richting van de drukgradiënt (bijvoorbeeld de druk in de fles is ≈3 bar, terwijl de druk buiten ≈1 bar is), maar het gebeurt.

Studies hebben aangetoond: over een periode van 6 maanden zal een standaard kroonkurk ongeveer 1500 ppm O2 in de fles laten komen. Flessen met meer dan 600 ppm O2 zullen na 6 maanden duidelijke tekenen van oxidatie vertonen. De zuurstofabsorberende doppen beperken het binnendringen van O2 tot ongeveer 125 ppm over dezelfde periode van 6 maanden (bij 24°C).1 Typische dagelijkse percentages voor O2-indringing worden over het algemeen geschat op 7 ppm per dag (150 ppm/7 ppm per dag = 21 dagen voor merkbare effecten). Omdat dit een theoretische benadering is heeft de auteur van het oorspronkelijke artikel de proef op de som genomen.

Voortbordurend op dit idee herinnerde ik mij dat ik een reservevat van 20 liter had en waarin ik een redelijk aantal flessen zou kunnen plaatsen, welke vervolgens zou kunnen worden gespoeld met CO2 en zou kunnen worden afgesloten om langdurige opslag te vergemakkelijken. Vervolg was om het vat onder dezelfde druk te zetten als de flessen met CO2, waardoor de mogelijkheid van gasuitwisseling door drukverschil sterk zou worden verminderd. En zo was de test geboren.

1Proceedings of the European Brewing Convention, 1993, pg 654).

Werkwijze

Plaats de flessen in een vat, sluit het af, spoel het door met CO2 en breng het onder druk voor opslag. Houd het koud voor de beste resultaten.

Het ideale kandidaat-bier voor deze test zou een bleek, laag in body, delicaat gearomatiseerd brouwsel moeten zijn met de verse mout- en hoparoma's.

Materialen

  • Een Corny keg of ander volledig afsluitbaar vat dat geschikt is voor druk, met een opening die groot genoeg is om flessen door te laten en aansluitingen voor gas, ontluchting en drukontlasting. Opmerking: rechtop geplaatst passen er dertien flessen van 500 ml in een 20 liter vat. Ik heb geen kleinere flessen getest, maar een hogere verpakkingsdichtheid zou mogelijk kunnen zijn.

  • Gas: bij voorkeur CO2 met een laag O2-gehalte of een ander gas dat geschikt is voor bier, zoals stikstof.

  • En ten slotte: een gistingskamer met temperatuurregeling of een koelkast die groot genoeg is voor het vat, ideaal.

Experiment

Dertien flessen van 500 ml van een recent gebrouwen Kölsch werden in een Corny keg van 20 liter geplaatst. Het vaatje werd vervolgens geplaatst in een koelkast bij 2 °C waar het 3 maanden onaangeroerd bleef. Als controle werden 4 extra flessen buiten het vat in de koelkast bewaard, welke als referentie gaan dienen.

Resultaten

Na de rustperiode van 90 dagen werden monsters van het met onder gasdruk opgeslagen bier en het normaal opgeslagen controlebier in identieke glazen ingeschonken en visueel beoordeeld. Er waren op het oog geen verschillen waar te nemen. De schuimvorming en stabiliteit waren zeer vergelijkbaar.

Waar de bieren radicaal van elkaar verschillen is de smaak en het aroma. Het met gasdruk  opgeslagen bier was zeer fris met een overvloed aan verse moutgeur vermengd met flauwe fruitige esters en een behoorlijk hoparoma. De smaak is helder met een licht vluchtige bitterheid en een zoete moutige afdronk. De inhoud van de normaal bewaarde fles daarentegen, was gewoon dof, er was bijna geen ester- of hoparoma meer over. De smaak was overheersend moutbitter waardoor het moeilijk te drinken was en dus het bier door de gootsteen werd gegoten.

Conclusie

Ik geloof dat deze test een succes was in het aantonen van de effecten van het binnendringen van zuurstof via de dop in flessenna verloop van tijd. Er waren grote verschillen in smaak en aroma, maar hiermee hebben we de mogelijkheid om het onvermijdelijke bederf en degradatie uit te stellen door betere bewaaromstandigheden. Toegegeven, deze methode is voor de meeste mensen waarschijnlijk overkill, vooral voor het bewaren op korte termijn. Maar voor kwetsbare bieren is dit een aanvaardbare, zij het iets duurdere manier om de klus te klaren.

Bron

The Modern Brewhouse.com, Bottle cap oxygen ingress… is it real (2018).

Terug naar overzicht

Clubkampioenschappen

tww oktober 2021
Door: Jacques Stricker

Clubkampioenschappen
De eerste clubavond heeft inmiddels weer plaatsgevonden en de komende clubavond, vrijdag 29 oktober staat mede in het teken van inleveren van de wedstrijdbieren voor de clubkampioenschappen. Hieronder nog  even de informatie over de wedstrijdbieren.

A: Porter (klasse B), een echt Engels bier

Porter is een oude biersoort. Het komt in teksten van rond 1730 al voor. Algemeen wordt aangenomen dat het zijn naam dankt aan de dragers (porters) in Londen, die het veel gedronken zouden hebben. Er is echter ook een theorie dat het uit het Schots komt. Van oorsprong was het mengbier. In pubs werd het uit drie verschillende vaten gemengd. In 1722 werd door Harwood begonnen met het in 1 vat bij de pub aan te leveren, mogelijk kreeg het toen de naam Porter. In de 18e eeuw was Porter in Engeland en Ierland een populair bier. Later werd het verdrongen door stout. Pas sinds een tiental jaren is men het weer beginnen te brouwen, vooral door de opkomst van kleinere brouwerijen. (Bron: Presentatie Porter en Stout door Nico Mes, oktober 2004)

B: Tripel (klasse C)  

Dit jaar ook in het project verbeter je eigen bier. De typeaanduiding Tripel komt uit Vlaanderen. De oorsprong van de term is onbekend. De twee belangrijkste theorieën zijn dat het woord Tripel de sterkte van het bier weergeeft. Hoe meer kruisen, hoe sterker het bier.  Mogelijk verwijst het naar het alcoholpercentage, respectievelijk 3, 6 en 9%. Volgens Michael Jackson is de eerste Sterke Pale Ale die geassocieerd kan worden met deze aanduiding,  gebrouwen in de vroege jaren 1930 door Hendrik Verlinden van “De Drie Linden”  brouwerij  te Brasschaat.  In die tijd zochten brouwers naar een bier om te concurreren met de bleke lagers uit Zuid Duitsland. In 1932 heeft Verlinden voor eigen brouwerij een Sterke Pale Ale geproduceerd onder naam Witkap Pater. Dit bier is nu bekend onder de naam Witkap Tripel van brouwerij Slagmuylder in Ninove. Deze brouwer heeft het merk overgenomen na sluiting van de brouwerij “de Drie Linden”. Verlinden adviseerde in die tijd de paters van Westmalle, en zij kwamen met hun Tripel onder de naam Superbier. Het was een sterk blond bier en was zeer waarschijnlijk gebaseerd op een blond bier van de monniken. In 1956 werd het recept aangepast door broeder Thomas, de toenmalige hoofdbrouwer van Westmalle. Er werd meer hop toegevoegd en het kreeg toen de naam Tripel. Het recept is sinds die tijd ongewijzigd gebleven. De stijl van Westmalle Tripel en de naam is op grote schaal gekopieerd, bijna iedere brouwer heeft een bier van dit type in zijn programma. Westmalle stond aan de basis en wordt wel ‘de Moeder van alle Tripels’ genoemd. (Bron: presentatie clubavond februari 2010 door Theo van Eijden)

Kenmerken van deze bieren

Porter

Algemene kenmerken

De Porter is (zeker van oorsprong) een echt Engels donker bovengistend bier met beperkt geroosterd karakter.

Uiterlijke kenmerken

Licht tot donkerbruin van kleur. Helder tot licht wazig met een gebroken witte tot beige blijvende schuimkraag.

Geurassociaties

Het geroosterde karakter is duidelijk en neigt naar chocolade. Heeft eventueel ook een normale moutgeur (karamelachtig, graanachtig, broodgeur, nootachtig en/of toffee-achtig). Zwak tot matig fruitig.

Smaak

  • Een milde tot matige geroosterde moutsmaak, vaak met een chocolade karakter. Karamel-, noten- en toffeesmaken zijn vaak duidelijk waarneembaar.
  • Weinig hopsmaak, indien aanwezig is de hopsmaak afkomstig van Engelse hopsoorten.
  • Normaal vrij ver uitgegist, met weinig fruitigheid.

Basissmaak

Bitterig tot bitter zoetig soms iets zoutig.

Body

Medium.

Mondgevoel

Matig koolzuur, plakkerig, zwak metaal.

Nasmaak

Een droppige, cacao-achtige, bitterige tot bittere nasmaak met ook karamel, droog uitlopend.

Opmerkingen

  • Porter heeft niet het wrange, metaalachtige, geroosterde karakter van een Irish Dry Stout, maar is wat ronder van smaak.
  • Minder alcoholisch, fruitiger en droger dan Baltic Porter. Een Porter is voller en gebrander dan de Brown Ale.

Technische kenmerken

  • Begin SG:

1045 – 1060

  • SVG:

72 – 80%

  • Alcoholpercentage:

4,5 – 5,5 Vol%

  • Kleur:

50 – 90 EBC

  • Bitterheid:

25 – 40 EBU

  • Koolzuurgehalte:

4,0 – 6,0 gr/ltr

  • Voorbeelden:

Shepherd Neame Original, Fuller's London Porter, Meantime London, Samuel Smith Taddy, Nethergate Old Growler

Tripel

Algemene kenmerken

Een Tripel is een complex blond Belgisch biertype met 7,5 tot 9,5 vol% alcohol.

Uiterlijke kenmerken

Blond tot goud. Helder (tweeschijn is toegestaan). Stevige, stabiele, romige schuimkraag. Koolzuurgehalte is hoog.

Geurassociaties

  • Complex met kruidige, fruitige en (niet scherpe) alcoholische aroma's. Hoparoma kan aanwezig zijn, maar overheerst niet. Dry-hopping is niet gebruikelijk. Licht moutig, aroma's van donkere of gebrande mouten horen niet thuis in een Tripel.
  • Fruitigheid loopt uiteen van citrusachtig, banaanachtig tot ander fruit, maar neigt nooit naar oplosmiddelachtige esters.  Kruidige fenolen afkomstig van de gist (kruidig, peperig, kruidnagelachtig) zijn waarneembaar, maar mogen niet overheersen.
  • Toevoeging van kruiden (met name koriander) komt vaak voor, maar is niet vereist. De geur van een Tripel hoort mooi in balans te zijn. Niets mag overheersen. DMS en diacetyl mogen niet worden waargenomen.

Smaak

Samenspel van kruidige, fruitige en alcoholische smaken, ondersteund door een zachte moutigheid. Hopbitterheid is goed in balans met de moutigheid en zoetheid. Geen donkere of gebrande mouten, oplosmiddelachtige smaken of diacetyl.

Basissmaak

De basissmaak is zoetig, bitterig tot bitter.

Body

Door het gebruik van tot 25% suiker in de stort is de body is relatief licht voor een bier met zoveel alcohol.

Mondgevoel

Het mondgevoel is alcoholwarmend met veel koolzuurprikkeling. Een Tripel hoort niet samentrekkend te zijn. Een beetje plakkerigheid is toegestaan.

Nasmaak

Esters, kruidigheid en moutigheid komen ook in de nasmaak voor. Door het hoge koolzuurgehalte is de nasmaak droog tot licht zoetig en redelijk bitter.

Opmerkingen

Meest gebrouwen amateurbier. Droger en meer koolzuur dan Barley Wines.

Technische kenmerken

  • Begin SG:

1065 – 1080

  • SVG:

73 – 90%

  • Alcoholpercentage:

7,5 – 9,5 Vol%

  • Kleur:

10 – 24 EBC

  • Bitterheid:

15 – 40 EBU

  • Koolzuurgehalte:

5,5 – 7,0 gr/ltr

  • Voorbeelden:

Westmalle Tripel, Affligem Tripel, Chimay Wit

Aanmelden

Aanmelden via de website zoals gebruikelijk, vanaf eind augustus

  • Wedstrijdbieren Porter en Tripel
  • Wedstrijdklasse A – C  en lichte bieren van klasse V
  • Wedstrijdklasse B – D  en donkere bieren van klasse V      

Inleveren

  • Inleveren (wedstrijd)bieren op de clubavond van 29 oktober.
  • Bieren inleveren met uitgeprint inschrijfformulier per 2 flesjes, (zie wedstrijdreglement).
  • Naast de wedstrijdbieren mogen ook alle andere bieren worden ingeleverd.

Keuren

De keuring van de wedstrijdbieren vindt plaats op de clubavond van november.

Terug naar overzicht

Kalibreren van apparatuur

tww oktober 2021
Door: Wim Groeneveld

Thermometers

Heb je wel eens, na het fietsen in de winter, je koude vingers onder de koude kraan gedaan? Dat water voelt warm aan. Dat komt omdat je vingers zo koud zijn. Toch is het water uit de koude kraan. Mensen kunnen erg slecht temperatuur meten.

Waarom zou je kalibreren en wat is kalibreren

Allereerst: wat is kalibreren? Dit is het vergelijken van meetapparatuur met een referentiemeter die over het algemeen een 4x hogere nauwkeurigheid heeft dan de meter die je controleert. Welke nauwkeurigheid je wilt hebben is aan jezelf. Ik zie thermometers langskomen die met 1°C nauwkeurigheid meten; over het algemeen word dit voldoende gevonden. Maar dan is het wel prettig als je erop kan vertrouwen dat dit klopt en niet dat hij dan bijvoorbeeld nog eens 2 °C afwijkt. Bij het brouwen zijn de temperaturen 63 °C, 68 °C en 72 °C zo’n beetje de belangrijkste temperaturen. Dus het is fijn om te weten wat rond die waardes de afwijking in je thermometer is. Het kalibreren is puur het vergelijken van de meters.

Er zijn meters die afgeregeld kunnen worden en dan spreek je van justeren. Er zijn 2 typen van correcties mogelijk.

Thermometers

Illustratie_1
Illustratie 1
Een thermometer is altijd lineair (rechte lijn), dus theoretisch zijn 2 controlepunten voldoende. Als je ook wilt controleren of de meter werkelijk lineair is zijn er meer punten nodig. Dit is in ons geval niet echt nodig. Als de meter op beide punten evenveel afwijkt dan is de hellingshoek van de lijn goed, alleen ligt de lijn verschoven. Dit kan afgeregeld worden met de offset. De blauwe lijn is de gemeten lijn en de rode lijnen zijn mogelijke correcties via offset. (evenwijdig verschoven).

Illustratie_2
Illustratie 2
 
Bij de wat duurdere meters zitten vaak twee afregelpunten, dan kan je de hellingshoek van de lijn ook corrigeren. Dit wil je doen als het ene punt correct is maar het tweede punt afwijkt. De blauwe lijn is de gemeten lijn en bij de rode lijn is het nulpunt correct, alleen het tweede punt is gecorrigeerd. De hoek van de lijn is hierdoor veranderd.

Er zijn verschillende soorten temperatuuropnemers. Om te beginnen de vloeistofthermometer; deze werkt op basis van uitzetting van vloeistof bij verwarming. De meter word weinig meer gebruikt, vanwege de gevoeligheid voor breuk.

De meter die wij over het algemeen hebben is een K-thermokoppel. Dit zijn twee verschillende soorten aan elkaar gelast metaal, die bij temperatuurwijziging een potentiaalverschil leveren (elektrische spanning dus). Deze kan meten over een zeer grote range van -100 tot 1100 °C. Het is duidelijk met zo'n grote range, dat de nauwkeurigheid wat minder is. De meter reageert wel snel. De uitlezingen zijn ook verschillend. Let maar eens goed op als je gaat meten. Bij de een zie je de temperatuur continu op- of aflopen, bij de ander zie je de waarde elke 10, 20 of zelfs 30 sec. veranderen. Je begrijpt dat, als je deze meters met elkaar zou vergelijken, je ook snel verschillen ziet.

Daarnaast zijn er nog Pt-100 en Pt-1000 opnemers. Dit werkt met weerstandwaarde. Bij 0 °C is de weerstand 100 Ω. Deze zijn over het algemeen wat duurder. Ze hebben vaak een kleinere range bijvoorbeeld -50 tot 200 °C en zijn dan ook wat nauwkeuriger, maar wel trager.

Misschien weet je nu helemaal niet meer wat je wilt hebben, maar het belangrijkste is dat je je meter kunt vertrouwen. Als de meter de juiste waarde aangeeft dan kan je eigenlijk met elke meter brouwen. Tevens is het zo dat het ook behoorlijk varieert hoe je meet. Meet je continu of steek je af en toe de thermometer erin. Continue meting zal een betere meetwaarde geven. De dikte van de maisch heeft zeker ook invloed en tevens de plaats in de pan. Het belangrijkste is hier wel weer, zeker als je wil reproduceren, dat je elke keer op dezelfde wijze je metingen doet.

Afgelopen clubavond is er een mogelijkheid tot kalibreren van de thermometers en weegschalen aangeboden. Hierbij zijn 14 diverse thermometers aangeboden, waarbij er slechts 1 meer dan 2 °C afweek (en er was er een echt defect) dus dat valt op zich mee. Er kwam iemand met een alcohol-vloeistofmeter waarvan ikzelf zelfs dacht dat deze nauwkeurig zijn. Echter, ook deze week bij 75°C al 1,5°C af. Hier kan je uiteraard niets corrigeren. Maar het is dus wel fijn om het te weten. Ook als je jouw meter niet kan afstellen maar je de afwijking weet, dan kan je er rekening mee houden.

Weegschalen

De oudste weegschaal die er is, is de menselijke hand. Toen men nog niet kon wegen werden de goederen vergeleken in de hand. En zo werd er geruild. Uiteraard nu niet meer van toepassing. De weegschalen die wij voor onze toepassingen gebruiken zijn meestal loadcelweegschalen. Dit is een aluminium blok met rekstrookjes op de buitenzijde. Bij verbuigen van het metaal vormt zich een weerstandverschil, wat maatgevend is voor het gewicht. Het zichtbare rekstrookje zit ook aan de andere zijde van het blok.

Weegschaal
Weegschaal
Bij weegschalen is een van de belangrijkste punten dat deze stabiel staat. Een weegschaal waar je de mout mee afweegt hoeft minder nauwkeurig te zijn dan een waar je kruiden of hop mee afweegt. Een veelgemaakte denkfout is dat als je een weegschaal hebt van bijvoorbeeld 20 kg, je dan alles kan afwegen van 0 tot 20 kg. Echter, deze weegschaal zal helemaal onderin het bereik niet betrouwbaar zijn. Als je een weegschaal tot 20 kg hebt en deze meet in stapjes van 20 g, dan zal je deze weegschaal pas betrouwbaar kunnen gebruiken vanaf 400 g. Dus de weegschaal weegt eigenlijk van 0,4 – 20 kg. Dus als je nu je kruiden of hop op deze weegschaal afweegt onder de 400 g, kan dit veel onnauwkeurigheid geven.

Illustratie_3
Illustratie 3
Controlemethode

Een methode om je weegschaal zelf te controleren is het volgende: pak een gewicht ter grootte van ⅓ van het totale meetbereik. Dus bijvoorbeeld voor een weegschaal van 3 kg, een pak suiker van 1 kg. Denk erom dat je bij deze meting de weegschaal niet zwaarder belast want daar gaat hij stuk van. Zwaardere gewichten altijd alleen op het midden van het weegplateau plaatsen.

Plaats het gewicht op het midden van de weegschaal. Vervolgens verdeel je het weegvlak in vieren en plaats je het gewicht in het midden van de vier vierkanten. Daarna weer op het midden. Zo ontstaan er 6 meetpunten. De weegschaal moet op alle punten een gelijk gewicht aangeven.

Deze meting controleert of de weegschaal niet een keer verkeerd belast is geweest. Zit hier teveel afwijking in dan is de weegschaal niet betrouwbaar en zal wisselende waardes produceren. Als ik de weegschaal controleer, ga ik ook de complete range na, waardoor het duidelijk is of hij ergens aanloopt. Uiteraard word er dan ook gekeken of de waardes overeen komen met de gewichten. Deze controle word op 8 meetpunten gedaan.

Wij hadden de indruk dat dit wel een belangrijk item is om te willen weten. Daarbij was de opkomst met thermometers minder dan verwacht. Mogelijk door onbekendheid met de materie en late melding dat het mogelijk was. Om die reden wil ik op de clubavond van oktober nogmaals aanbieden om kalibraties aan thermometers en weegschalen uit te voeren.

Terug naar overzicht

Penari nieuws, oktober 2021

tww oktober 2021
Door: Nico de Boer

Gelukkig zitten we weer een beetje ‘op schema’ want de zomervakantie had de brouwfrequentie een beetje in de war geschopt. De eerste brouw­dag in Lisserbroek moesten we vanwege die vakantie aan ons voorbij laten schieten maar op de brouwdag van oktober waren de Penari's weer present. We hebben dat toch wel gemist. Nu brouwen wij met z'n vieren en we hebben derhalve geen sociaal gat als het om brouwen gaat maar met een groep gelijkgezinden is het toch altijd weer interessant want wat voor handige gadget's kom je op zo’n brouwdag wel niet tegen. Zo hebben dit keer een mixer voor op de boormachine geleend om te whirlpoolen… Ik voel een nabouwactie opkomen.

Ik zie tegenwoordig heel veel Speidels en soortgelijke elektrische ‘all-in one’ ketels op de brouwdagen, daardoor gaat ook regelmatig het licht uit… Gelukkig hadden we afgelopen keer onze eigen zwerfkast mee en hebben we een 380V aansluiting gevonden waarvan de stoppen niet sprongen want ook Penari brouwt (alleen maischen) elektrisch. De uitvallende verlichting deed me wel realiseren dat onze zelfbouw brouwcontroller een back-upbatterij nodig heeft voor het geval we een keer niet zo'n fijne 380V aansluiting kunnen bemachtigen.

Ik probeer mezelf wel eens wijs te maken dat als de samenleving instort (geen internet, gas en elektra ) de Penari's in ieder geval nog bier zullen kunnen brouwen maar ook de Penari's zijn voor het brouwen nog afhankelijk van gas en elektra. Toch eens kijken of we dat niet eens op een houtvuurtje of een paar zonnepanelen kunnen doen. Een project om van de winter over na te denken: ‘off-grid brewing’.

Vorige maand kondigden we aan een Chouffe kloon te gaan maken en die hebben we ook gebrouwen. Voor de vakantie hadden we al in een creatieve bui een roerwerk voor de maischpan gemaakt maar de Chouffe is het eerste brouw­sel met het roerwerk in de maischpan.

Roerwerk van de Penari's
Volgens de literatuur hoort er geen roerwerk in een HERMS. Onze gedachte is dat het roerwerk voorkomt dat door het spoelen in de maisch gangetjes ontstaan en het wort de weg van de minste weerstand neemt en er dus niet opti­maal gespoeld wordt. Het roerwerk werkt prima maar een verbetering van het rendement hebben we nog niet kunnen vaststellen. Eerst maar eens proeven hoe de Chouffe geworden is!

Terug naar overzicht

Reactie vanaf de website (12)

tww oktober 2021
Door: Theo van Eijden

Op de website van 't Wort Wat! bestaat de mogelijkheid om reactie te geven en vragen te stellen. Sommige vragen en antwoorden willen we graag met een groter publiek delen. Want voor beginnende brouwers is het brouwproces soms niet duidelijk en roept het nog veel vragen op. Het formulier van pagina http://www.twortwat.nl/bericht werd ingevuld.

Datum

dinsdag 20 juli 2021

Voornaam

Erik

Vraag / opmerking

Dag, ik ben bezig een pils te brouwen met gist Fermentis 34/70. Ik heb 2 zakjes op 20 ltr gedaan. Begin SG was 1052, op 16 graden gezet. SG is toen gezakt naar 1030 en daar stokt hij. Temperatuur al verlaagd naar 13 graden, geen effect. Staat nu op 19,5 graden. Iemand nog tips en kan ik zo bottelen zonder gevaar?

Beste Erik,

Je eind-SG van 1030 is te hoog om te gaan bottelen. Waarmee meet jij de  SG? Een dobber of de refractometer?  Een veel voorkomende fout is dat men het bier meet met een refractometer. Dat is alleen mogelijk als je gebruik maakt van een correctietabel. Zie bijvoorbeeld dit artikel van Ernst de Moor: https://www.twortwat.nl/t-i/1355041550 Hier staat een link naar een online omrekentabel.

Met vriendelijke groeten,
Theo van Eijden

Terug naar overzicht

Ben Bierbrouwen

tww oktober 2021
Door: Ben Jacobs

Het was een maand, en om precies te zijn, een vrijdagavond om naar uit te kijken. De eerste weer te bezoeken 'tWortWat! clubavond! Van de groep uit Leiden e.o. zouden er maar twee afreizen naar Hoofddorp, dus om het aantal genuttigde heerlijkheden evenredig hoog te houden, besloten we dit keer met het OV te gaan. Dat viel niet eens tegen, ging eigenlijk best snel, ondanks het nogal natte weer. En op de terugweg werd het ons errug makkelijk gemaakt met een chauffeur die ons kwam ophalen. Dank.

Deze eerste avond werd opgeluisterd door een lezing van Jan Wurpel over water en de daarin opgeloste zouten, de pH en de betekenis van dat alles voor je bier. Duidelijke taal, maar of ik hierna mijn brouwproces verder ga aanpassen… ik weet het nog niet. Ik zal er nog eens op moeten studeren en dan moet je ook nog achter osmosewater aan.

Nu ja, ik verwacht al een tijdje van een kennis een koelkast die ik tot gistkast wil ombouwen, en dat is voorlopig mijn volgende klus, aangaande het brouwen. Daarna ga ik nadenken over het verhaal van Jan.

Proost, Ben

Terug naar overzicht