9 artikelen uit het clubblad van Oktober 2017

Terug naar overzicht

Van het Bestuur, oktober 2017

tww oktober 2017
Door: Erik Deelissen

Afgelopen clubavond

Vrijdag 29 september waren wij als club te gast bij Erik Bouman en zijn Brouwerij Klein Duimpje in Hillegom. Wij werden verwelkomd met een biertje, dat ter beschikking was gesteld door het bestuur. Elk lid kreeg een bonnetje om een biertje van de tap te nuttigen. Er werd daar natuurlijk gretig gebruik van gemaakt. Er werden rondleidingen gegeven om de uitbreiding van de brouwerij te bekijken. Natuurlijk was er ook gelegenheid om vragen te stellen over de nieuwe apparatuur. De inwendige mens werd niet vergeten en er werden diverse rondes met snacks geserveerd.

Brouwdag 14 oktober 2017

Bij het schrijven van dit artikel moet de brouwdag nog plaatsvinden. Deze brouwdag wordt een Sierra Nevada Ruthless Rye IPA gebrouwen. Een bier gebrouwen met onder andere rogge en dry hopping. Rogge kan een speciale touch aan je bier geven die ik moelijk kan omschrijven. I.v.m. de grote belangstelling voor onze brouwdagen kunnen wij niet meer dan 30 brouwers faciliteren.

Komende clubavond

Deze zal plaats gaan vinden op 27 oktober; Jos Haeck, de “Maltmaster” zal een presentatie gaan geven over mouterij The Swaen. The Swaen is een mouterij die speciale mouten produceert en zich toelegt op de markt van kleine en middelgrote brouwerijen. John Westerveld van brouwmaatje heeft ook The Swaen mouten in zijn assortiment. Je kunt deze mouten bij hem bestellen en op de clubavond overhandigd krijgen. Ook is er de mogelijkheid zijn winkel in bierbrouwbenodigdheden zelf te bezoeken. Het belooft een interessante en leerzame clubavond te worden

Op deze clubavond wordt de Polderbok 2017 uitgereikt aan de leden die deze via de website besteld hebben, het motto ‘op is op’ wordt gehanteerd.

Ook is er gelegenheid om de bieren voor de clubkampioenschappen in te leveren. Klasse B, D, en V zijn aan de beurt. Deze zullen gekeurd worden op de clubavond van november. Inschrijven kan alleen na inloggen op onze website. Je kunt daar ook de reglementen lezen, welke van toepassing zijn op de clubkampioenschappen.

Belangrijk

Lees ook het artikel in dit clubblad van onze penningmeester. De inning van de jaarlijkse contributie gaat in 2018 via een automatische incasso, zoals besloten in de ALV 2017. Lees dit artikel aandachtig.

Terug naar overzicht

Automatische incasso jaarlijkse contributie

tww oktober 2017
Door: Walter Bakker

Het betalen van de jaarlijkse contributie gaat veranderen. In de algemene jaarvergadering is besloten dat dit met ingang van het verenigingsjaar 2018 uitsluitend plaats gaat vinden door middel van een automatische incasso. De reden voor deze automatische incasso is dat het innen van de contributies op de oude manier een tijdrovende en vaak ook vervelende taak (vanwege de vele aanmaningen) is die door vrijwilligers moet worden uitgevoerd. Daarnaast is een automatische incasso goedkoper voor de vereniging, dus het levert de clubkas van onze vereninging geld op! Alleen de jaarlijkse contributie wordt geïncasseerd per incasso. Bijdragen voor andere activiteiten kun je blijven betalen met Ideal, een overboeking, en in een enkel geval contant.
Bijgevoegd in dit clubblad vind je het incassoformulier dat overigens ook te downloaden is van de site. Dit staat op dit moment onder: -Voor leden > Documenten (na inloggen). Lever dit formulier in bij de secretaris Erik Deelissen of de penningmeester Walter Bakker, bijvoorbeeld op de clubavond of een andere gelegenheid. Is dit niet mogelijk, dan kun je het formulier per post versturen naar de secretaris, Carolineburg 17, 2135 CS Hoofddorp. Helaas moeten wij van de bank een fysiek ondertekend formulier hebben, dus een scan per e-mail voldoet niet. Wij willen de formulieren graag voor het eind van het jaar ontvangen, om de contributie voor 2018 te kunnen innen. De inning zal begin 2018 plaatsvinden. Als we geen machtiging van je hebben ontvangen kan je lidmaatschap in gevaar komen.

Uiterlijk 2 weken voor de incasso ontvang je een e-mail voor de incasso van de contributie. Verwacht wordt dan dat er voldoende saldo is en geen blokkades zodat er automatisch afgeschreven kan worden. Als je het niet eens bent met de afschrijving kan die tot 8 weken nog teruggeboekt worden bij je eigen bank middels een verzoek terugboeking.

Wil je je lidmaatschap beëindigen? Conform de statuten van de vereniging moet het opzeggen van het lidmaatschap schriftelijk gebeuren (per brief of e-mail) vóór 1 november bij de secretaris.

Degenen die al een getekend formulier hebben ingeleverd tijdens de jaarvergadering hoeven dit uiteraard niet nogmaals te doen.

Walter Bakker
Penningmeester

Terug naar overzicht

Craft Malt: een nieuwe ontwikkeling in de bier(r)evolutie

tww oktober 2017
Door: Ben Jacobs

Vele ontwikkelingen komen uit de VS. Mooie boeken ook. De Amerikanen spreken tegenwoordig over de ‘BIG 4’ elementen van het bier! En in de boekenreeks ‘Brewing elements’ zijn alle 4 deze elementen vertegenwoordigd in 4 boeken die elk één van de big four behandelen: hop, water, mout en gist. Ze zijn niet allemaal heel gemakkelijk te doorgronden, maar vertegenwoordigen wel de basiskennis die je als brouwer in huis wilt hebben.

Wij als twortwat redactie cie doen ons best ook wat te schrijven over de Big 4. Een gistspecial hebben we al gehad, en ook een special over giststarters. We hebben als vereniging geëxperimenteerd met hop; en er wordt nu voor osmose water gezorgd op de brouwdagen, zodat we ons ook kunnen verdiepen in het element water.

En dan willen we eigenlijk ook de diepte in met mout. Omdat, als gezegd, de grootste stuwende kracht achter dit soort zaken uit de VS komt, gaan we daar als eerste eens naar kijken.  En wat zien we: dat na de hop (de ontwikkeling van IPA die nog steeds niet stil staat), gist (sour ales en Saisons), houtlagering (je kunt bijna niet meer aan een wijn of bourbonvat komen), nu de diversificatie in mout aan de beurt is. Kleine mouterijen worden opgericht die lokaal geproduceerd graan gaan vermouten. En daarbij ontstaat een groep van zichzelf craft maltsters noemende ondernemers. Dit resulteert in een nieuwe revolutie naast die van het craft beer: mout als een van de BIG 4 ontwikkelt zich en de voordelen zijn groot voor de kleine brouwer die zich wil onderscheiden.

Wat verstaan we onder ‘Craft Malt’?

JEFF CIOLETTI zegt er het volgende over: 10 jaar geleden bestond het idee van een ‘craft maltster’ niet eens, laat staan dat er een handelsorganisatie voor was. Nu wordt craft malt als volgt gedefinieerd: ‘a finished malt product, produced from a variety of grains including, but not limited to, barley, wheat, rye, millet, oats, corn and triticale, the majority of which (more than 50 percent by weight) are made with locally grown grains (those within the region of the particular malthouse)’. En het craft malthouse is gedefinieerd als: een business die tussen de 5 en 10.000 ton aan craft malt per jaar produceert. En daarbij geldt de extra regel: niet meer dan 24% van een craft malthouse mag eigendom zijn van een niet aan dit vak gelieerde business.

Voorbeelden: de familie Olander, omringd door de craft beer brouwers in Colorado,  is overgestapt naar 2-rijige gerst en dan met name de Europese variëteiten. En de lokale brouwers vallen ervoor. Ze hebben een Duits Kaspar-Schulz moutsysteem aangeschaft en produceren nu Pilsmout, Pale Ale, Münchener mout en Vienna typen in 10-tons hoeveelheden. En dan is het zaak de mout te verbeteren.

Ook anderen spelen in op de groeiende craft beer markt. Naarmate het aantal brouwers groeit, groeit ook de markt van speciaalmouten.  Het meest lastige is het vinden van de juiste variëteiten die in de diverse klimaatzones van de States zich goed ontwikkelen tot granen bedoeld voor de mouterij. Riverbend malt house, North Carolina, produceert nu Pils- en pale ale mout, en maakt gebruik van 2 en 6-rijige mout uit North Carolina. Ook leveren ze een complex Münchener mout en deze pionier op het gebied van craft malting verdubbelt zijn capaciteit elk jaar! Het helpt als bekende brouwers je mout gaan gebruiken. Met deze mouten ontwikkelt zich een duidelijk zuidelijke stijl van bier (bezien vanuit de VS uiteraard).

En zo zijn er meer voorbeelden te noemen. Mouters die op zoek zijn naar unieke smaaktypen en boeren aanzetten tot het proberen van Europese gerstvariëteiten om dit te bereiken en liefst lokaal. Met nieuwe technieken (soms nota bene ontstaan na een fout proces) komen ze tot mooie typen mout, waarmee ze de brouwerijen afgaan. En juist deze toegang tot de boeren, de gerstverbouwers, die deze mouterijen hebben geeft hen een reden van bestaan en groei.

Uiteraard wachten grote mouterijen dit niet af. Rahr Malting bijvoorbeeld, is bezig met een moutfaciliteit in Minnesota met 6 mouterijen en een capaciteit van 455.000 ton! Maar de craft brewers en home brewers gaan steeds meer over tot lokale ingrediënten. Dus er liggen kansen voor boeren en nieuwe kleine mouterijen. Universiteiten springen in op deze vraag met onderzoek naar gerstvariëteiten, specifiek voor de biermarkt. En die ook goed gedijen in het lokale klimaat en in de aanwezige grondsoorten. En daarmee kunnen de kleine brouwerijen aan de slag. Burley Oak Brewing Company werkt nu rechtstreeks met de lokale boeren en mouterijen en al hun granen komen uit de directe omgeving van de brouwerij. Met dit soort ontwikkelingen wordt het gat tussen graan en het glas kleiner gemaakt. In Nederland is Gulpener daar ook een voorbeeld van!

Mout is de basis voor bierstijlen en zorgt voor de juiste kleur, smaak en mondgevoel. Waar in het verleden mooie granen het aflegden tegen goed producerende soorten, worden deze mooie granen weer gezocht. Brouwers leren hun grondstoffen steeds beter kennen en willen weten waar het vandaan komt, welke 2-rijige gerst ze inkopen, want dat bepaalt namelijk het eiwitgehalte van je mout en je extractiegehalte. Noord-Amerikaanse gerst is anders dan de Canadese gerst. En de manier van mouten kan ook bepalend zijn voor de kwaliteit. Neem bijvoorbeeld een Brits type gerst als Maris Otter. Dan valt de invloed van de variëteit weg tegen de manier van mouten! De variaties in mout ontstaan dus bij de keuze van het gerst én bij de behandeling ervan.

In de VS, waar de hop zo’n belangrijke rol speelt bij de craft beer brewers, is het onvermijdelijk dat de mouterijen een belangrijke rol spelen: alleen met een goede moutsmaak blijft een flink gehopt bier in balans. En we hebben het nu over basismouten, maar in de VS wordt ook flink gewerkt met kleine porties speciaalmouten als Special B, brown malt e.d., om meer complexe stijlen te creëren. Daar minder vaak meer is, en je de hoeveelheid verschillende mouten klein moet houden, is een goed onderzochte keuze tussen alle mouttypen een voorwaarde aan het worden voor het kunnen brouwen van een mooi bier. En daar zorgt de toenemende craft malt scene nu juist voor.

Ben benieuwd of de drijvende kracht achter de vele nieuwe brouwerijen in Europa, en met name Nederland, niet ook gaat zorgen voor meer onderzoek naar gerst en nadere granen als moutvariëteiten. En wij daarmee onze sterke agrarische cultuur kunnen inzetten voor nog mooier bier in de toekomst.

Terug naar overzicht

Zuurmout

tww oktober 2017
Door: Jan Grimbergen

Over zuurmout is veel gepubliceerd en elke amateurbrouwer weet inmiddels wel waarvoor het dient en waarom het werd ontwikkeld. Zuurmout dient in principe om de pH van het beslag optimaal te krijgen, liefst tussen 5 en 6 met een optimum van 5,5. Het brouwzaalrendement zal verbeteren, evenals de balans tussen geur en smaak.
 
Omdat er zoveel over bekend is (zoek maar eens op internet) wil ik in dit artikel wat meer weergeven wat mijn persoonlijke ervaringen zijn met het gebruik van zuurmout. Ik ben altijd gewend om, indien nodig, mijn beslag aan te zuren met fosforzuur, met als doel: pH 5,5. Het spoelwater zuur ik eveneens aan tot pH <6, voor het beter uitspoelen van de suikers. Bij de donkere bieren ervaarde ik dat het aanzuren van het beslag meestal niet nodig is, meten doe ik digitaal en als referentie af en toe een pH strookje. Voor elke brouwsessie kalibreer ik mijn digitale meter, water op ongeveer 20 °C; ik houd de pH waarde van het waterbedrijf aan, meestal pH 8,1.
 
Door contact met collega brouwers en publicaties ben ik gaan overwegen zuurmout te gebruiken, ik heb voor het maken van een Saison 5% extra zuurmout toegevoegd bovenop mijn moutberekening. Het spoelwater heb ik op de vertrouwde wijze aangezuurd met fosforzuur. De pH van het beslag behoefde inderdaad geen verdere aanzuring voor het spoelen en voor het koken was de pH 5,7. Na koken 5,4.
 
Dan begint het grote avontuur van de vergisting. Ik noem dit zo omdat ik het nog steeds een prachtig fenomeen vind. Als amateur mis je de procesgecontroleerde omstandigheden van de professional, dus altijd spannend. Er gebeurt veel tijdens dit proces, niet alleen de vorming van alcohol en koolzuur. De smaak en nog veel meer invloeden op het eindresultaat komen tot stand. Ook de pH verandert en ging bij mij naar een waarde van 4,8. Na het bottelen was het pH gezakt tot 4,6. Op zich prima waarden en redelijk voorspelbaar; toch is er maar één manier om te bepalen of de toepassing van het zuurmout werkelijk een toegevoegde waarde heeft en dat is kijken, ruiken en proeven.

De Saison was prima van kleur en helderheid, conform de specificaties. Wat mij opviel was de fijnheid van het schuim. Dit had ik nog niet eerder zo ervaren, het leek wel room en bleef mooi aan het glas hangen. Ook viel mij op dat het koolzuurgehalte hoger was dan verwacht. Daar was ik blij mee omdat ik dat wel bij een Saison vind passen. De geur was lekker moutig en fris, de smaak was eveneens erg goed, mooi in balans met de geuren, het mondgevoel was aangenaam prikkelend en de afdronk had precies het bittertje waar ik op hoopte.
 
Voor mijn gevoel heeft de zuurmout bijgedragen aan het verfijnen van het resultaat, waarschijnlijk omdat het aanzuren op een wat natuurlijker wijze heeft plaatsgevonden. Zeker weet ik dat niet en ik zal nog eens navraag doen bij een expert. In elk geval blijf ik zuurmout toevoegen aan mijn lichte bieren, omdat het volgens mij wel een toegevoegde waarde op het eindresultaat geeft.

Terug naar overzicht

Zelf karamelmout maken

tww oktober 2017
Door: Ben Uijtenhaak

Het aantal winkels voor hobbybrouwers neemt langzaam maar zeker toe en het aanbod is vandaag de dag enorm. Door de thuisbrouw-hype is de doorloopsnelheid groot en dus is versheid van de grondstoffen geen probleem. Vandaag besteld is morgen in huis. Het vergt wat inspanningen maar toch is het interessant om zelf je eigen unieke karamelmout te maken. Al is het maar ter lering en de vermaak.

Uitgangspunt voor ons eigen karamelmout is een lichte basismout, zoals pilsmout, waarvan het watergehalte eerst weer op een zodanig niveau gebracht moet worden dat het mogelijk wordt om de enzymen hun werk weer te laten doen. Droge mout heeft een watergehalte van 5-10% maar voor de versuikering is 45-48% benodigd. In de praktijk kan dit bereikt worden door een afgemeten hoeveelheid water en mout in een kom of ovenschaal te doen en regelmatig te roeren tot het water volledig is geabsorbeerd.

Dus voor 500g mout met 5-10% watergehalte (wat overeenkomt met 25-50g water en 475-450g drooggewicht) willen we naar 45-48%. Dit komt erop neer dat we tussen 365-415gram of milliliter water moeten toevoegen. Na ongeveer 4 uur heeft de mout net iets meer dan de helft van het water opgenomen. Het is dus het best om de mout al de avond van te voren in de week te zetten. Voor het slapen gaan het geheel nog even goed doorroeren. De volgende dag het overtollige water afgieten en bewaren om het later toe te voegen.

Dek de kom af met een bord of met aluminiumfolie en zet deze vervolgens één uur in de oven, die is ingesteld op boven- en onderwarmte en 50 °C, gevolgd door 150-180 minuten op 60-75 °C. Houdt bij voorkeur de temperatuur met een goede thermometer in de gaten en keer elk half uur de mout onder toevoeging van het restant van het water.

Tip: Steek de temperatuursensor van de thermometer in de mout om de temperatuur van de oven goed in de gaten te houden. De temperatuurregeling van de oven is veelal niet zo nauwkeurig en wil nog wel eens doorschieten.

De 60-75 °C stap is, net als tijdens het maischen, nodig om de enzymen hun werk te laten doen en het zetmeel zo mogelijk volledig te versuikeren. In een mouterij gebeurt dit door het recirculeren van de hete lucht of in een extern verhitte gesloten trommel om de vochtigheidsgraad te behouden. Vanwege de ongunstige mout-water verhouding van 1:0,6 tegenover 1:3-4 tijdens het maischen, is de versuikering niet volledig en blijft er nog onversuikerde zetmeel in de karamelmoutkorrel achter. Dit wordt dan tijdens het latere maischproces alsnog omgezet in suikers.

Tijdens de versuikering verandert het in het begin nog harde en taaie endosperm (ook wel: kiemwit) van de kern van de graankorrel in een enigszins stroperige substantie. Om dit te controleren kan je met een nagel in een korrel knijpen, waardoor de inhoud naar buiten komt. Op deze manier kan je zien hoe ver de versuikering gevorderd is. Zelfs na een uur of drie is de conversie nog niet volledig en is de kern van de korrel nog een beetje melig. Wanneer de versuikering voldoende is naar de maatstaven van de mouter wordt de mout gedroogd door de temperatuur geleidelijk op te voeren tot wel 150 °C waarbij hete droge lucht de waterdamp afvoert. Vervolgens roostert men de karamelmout bij 150-160 °C, tot de gewenste kleur bereikt is. Heel lichte karamelmout wordt slechts gedroogd en niet geroosterd.

Zelf drogen en roosteren doe je ook in de oven. Het mooist is een heteluchtoven. Verspreid de mout op een vlakke bakplaat en verhoog langzaam elke 10 tot 15 minuten de temperatuur met 10 °C. Keer de mout regelmatig om de verdamping te bevorderen. Laat de ovendeur op een kier staan om de waterdamp te laten ontsnappen.

Al aan het eind van het drogen, bij ongeveer 120 tot 130°C zal de mout al merkbaar donkerder zijn geworden. Blijf de temperatuur opvoeren tot 150 °C of stop eerder indien de gewenste kleur is bereikt. Wil je lichte karamelmout, droog de mout dan bij maximaal 100 °C, zonder te roosteren.

Zelfgemaakte karamelmout
Pilsmout en karamelmout

Na het roosteren dient de mout snel te worden afgekoeld. Dit gaat het makkelijkst op een tweede, koele, bakplaat aan de open lucht. De gekarameliseerde massa in de moutkorrel zal stollen en wordt knapperig en bros. De smaak is nu moutiger en zoeter dan de pilsmout waar je mee begonnen bent.

Zelf karamelmout maken is niet moeilijk maar neemt met weken, drogen en roosteren een hele dag in beslag en moeder de vrouw kan gedurende een uur of 6 geen gebruik maken van de oven. Het weken van de mout kan zonder toezicht gebeuren maar tijdens de versuikering en in het bijzonder tijdens het roosteren is regelmatig aandacht nodig om de mout te keren, de temperatuur te controleren en de eindkleur te bepalen. Je beloning is dan wel je eigen verse karamelmout die nergens te koop is, voor een nóg ambachtelijker gebrouwen bier!

 

Terug naar overzicht

Nieuw in de bibliotheek

tww oktober 2017
Door: Erik Pruisken

Session beers, brewing for flavor and balance

Jennifer Talley, 2017, (1055)


1055
Session bieren, een goed Nederlands woord ken ik niet, worden steeds populairder door het lagere alcoholpercentage en de goede doordrinkbaarheid. Dit boek beschrijft hoe je dit bier zelf kunt brouwen. Het is onderverdeeld in twee delen met elk 4 hoofdstukken: Het eerste deel beschrijft de geschiedenis, het brouwen, de huidige brouwsector het drinken van bier en de kosten van een craft beer brouwerij. Deel 2 is het meest interessante voor de thuisbrouwer. Hierin staan de recepten van vele session bieren van Amerikaanse brouwerijen. Van elke brouwerij wordt de ontstaansgeschiedenis beschreven.

Foam. Practical guides for beer quality, ASBC Handbook series

Charles W. Bamforth, 2012, (1056)
1056
Foam. Practical guides for beer quality

Een boek over de kwaliteitsaspecten van het schuim. ASBC= American Society of Brewing Chemists

Overzicht van boeken en tijdschriften op website

Het overzicht van de boeken en tijdschriften is te raadplegen op de website onder de kop Voor leden – Bibliotheek. Gebruik voor het zoeken F. Het is mogelijk (via [Reserveer]) op de website om een boek en of tijdschrift te reserveren.

Verzoek tot aanschaf

Weet je een goed boek over bier brouwen voor de bibliotheek? Laat het ons weten!

Website tip

www.bookdepository.com: Voor het bestellen van Engelse en Amerikaanse boeken. Ze zijn meestal goedkoop en berekenen geen verzendkosten. De snelheid van levering wisselt.

 

Terug naar overzicht

Maandbier en ander geneuzel, clubavond 29 september 2017

tww oktober 2017
Door: John Gouwerok

Voor de eerste clubavond na de vakantie waren we uitgenodigd bij Klein Duimpje, de brouwerij van Erik Bouman (ooit winnaar van de maandbierwisselkei en Nederlands kampioen amateurbrouwer), begonnen bij en nog altijd lid van 't Wort Wat.

Klein Duimpjes Blauwe Tram nieuwe stijl
Klein Duimpjes Blauwe Tram Anno 2017
Het is voor de brouwerij, zijn vrienden, deelnemers, drinkers, brouwers en oprichters een bijzonder jaar. Ze bestaan al weer 20 jaar. Dat is niet zomaar gegaan en dat willen ze graag met ons delen. Vandaar een uitleg en een rondleiding over de vooruitgang en info over de stand van de brouwerij, het nieuwe logo in een nieuwe stijl, zonder kabouter en helemaal van deze tijd. Dit alles onder het genot van een biertje uit het uitgebreide assortiment van de brouwerij.

Ik was wat later en heb dan ook de uitdeling door Erik aan het oudste lid van onze vereniging aanwezig gemist. Een ¾ literfles Blauwe Tram aan Renco Kuperus, zodat die zeker veilig thuis kon komen. Het was al met al een geslaagde en informatieve opening van het tweede deel van dit seizoen.

Volgende keer zijn we weer in onze vertrouwde Boerderij. Ik zal jullie weer graag verwelkomen met een maandbierwisselkei bier op tap en een spreker die het gaat hebben over mout.

Dit was het weer, tot een volgend keer, jullie uitbater John.

 

Terug naar overzicht

Mouterij The Swaen

tww oktober 2017
Door: Ernst de Moor

Logo The Swaen
In oktober komt Jos Haeck, de mouter van mouterij The Swaen, ons vertellen over mouten en hun mouterij. The Swaen is een mouterij in Kloosterzande (Zeeuws Vlaanderen). Zij geven regelmatig open dagen, die moeite van het bezoeken meer dan waard zijn.

De mouterij is uit 1906, toen nog onder de Nederlandse naam ‘De Zwaan’. Het was destijds een mouterij en brouwerij. In 1923 ging het geheel over in andere handen en dan vindt de eerste van een reeks modernisaties plaats.

Omdat tijdens de Tweede Wereldoorlog de koperen brouwketels werden meegenomen, is men na de oorlog verder gegaan met alleen de mouterij. In de jaren 80 groeit de mouterij zowel in kwaliteit als in capaciteit. Alle brouwerijen in Nederland nemen dan mout af, en het wordt geëxporteerd naar Engeland, België en zelfs Japan. Ze behoren dan tot de top van de Nederlandse mouterijen!

In 1988 verkoopt de eigenaar de mouterij aan een Engelse organisatie, maar in 1998 gaat het mis: de mouterij gaat dan failliet.
In 1999 brengt Grolsch redding door het bedrijf over te nemen. Men mag weer mouten maken en voorziet dan in ongeveer de helft van de behoeften van Grolsch.

Als in 2008 SABMiller Grolsch overneemt, blijkt men geen belangstelling te hebben voor de mouterij. Daarom wordt de mouterij in 2013 zelfstandig, eigendom van de familie De Groen en Jos Haeck. Familie De Groen is de oorspronkelijke eigenaar van Grolsch. Vanaf 2014 produceert de men in Kloosterzande weer mouten, onder de naam ‘The Swaen’. Daarbij maken ze een belangrijke overstap: in plaats van pilsmout gaat de The Swaen zich richten op speciaalmouten. Ze zien dat daar een groeimarkt is vanwege de belangstelling voor speciaalbier; bovendien zijn ze te klein om te concurreren met de grote pilsmouterijen in België en Duitsland.

In 2015 voorziet men de mouterij van de allermodernste technologie voor het maken van speciaalmouten. Hierdoor kan de mouterij het volledige gamma aan speciaalmouten maken. Dat deze aanpak succesvol was blijkt: The Swaen is nu al een wereldspeler op het gebied van speciaalmout.

In 2016 zijn Edwin de Redelijkheid, Erik Bakker en ik op bezoek geweest bij The Swaen (zie foto). Ontvangst was in de villa die nog steeds naast de mouterij ligt: het Moutersnest. Deze villa wordt nu gebruikt als ontvangstruimte, maar was oorspronkelijk het woonhuis van Jos Buysrogge en Alois Adriaanse die de brouwerij en mouterij in 1906 oprichtten.

Mash Paddle Club
Foto: The Swaen

Naast het gebruikelijke moutassortiment maakt The Swaen een unieke mout die alleen zij produceren: BlackSwaen Honey Biscuit mout. Volgens hun beschrijving geeft de mout een goed gebalanceerd- smaak en aromaprofiel van droge biscuit, gecombineerd met zoete, moutige honing en een chocoladetoets.

Tip 1: Als je een open dag bezoekt en daarbij 25 kg of meer aan mout bestelt, word je lid van de Mash Paddle Club en krijg je een heel mooie roestvrijstalen roerstok!

Tip 2: De mouterij heeft een mooi filmpje over het moutproces uitgebracht. Zie: https://player.vimeo.com/video/110469020

 
Terug naar overzicht

Delirium, oktober 2017

tww oktober 2017
Door: Peter Hompe

Weetjes

Bier is de laatste tijd HOT, dat merken we allemaal. Aan bijvoorbeeld bierreclames, of het bierschap van de plaatselijke supermarkt. Nu is het weer bockbiertijd en dus worden veel bieren die er de laatste tijd een vast plekje veroverd hadden er doodleuk uit gehaald, om vervangen te worden door de inmiddels best wel forse reeks bockbieren die Nederland rijk is. Dus nu eens niet alleen Heineken en Grolsch die het beiden presteren om steevast een veel te zoet bier te brouwen, maar nee... er staan ook bieren van kleinere brouwerijen. Gelukkig wel. Ik was laatst zelfs aanwezig bij een bockbierfestival bij Maallust in het noorden van Drenthe. Daar stonden ook allemaal kleine brouwerijen uit de buurt. Hartstikke leuk. Ik denk dat de grootste daar misschien de Texelse was?
Maar er zijn meer tekenen. Je moet ze alleen opmerken. Zo las ik een tijdje geleden over een nieuw ontdekt zonnestelsel dat de naam TRAPPIST-1 meekreeg. Als je nu alleen die naam leest, denk je mogelijk zoiets als: ‘zeker laat geworden en aan een lekker trappistje gezeten? Maar nee, dit blijkt niet het geval. Ik zou het ook haast gedacht hebben, maar omdat er tegenwoordig zo vaak vreemde namen voor van alles verzonnen wordt en al helemaal bij het ontdekken van nieuwe sterren, dacht ik dat ik het toch maar eens moest opzoeken.
De naam TRAPPIST-1 kwam als volgt tot stand. ‘Een team van astronomen, geleid door Michaël Gillon van het Institut d'Astrophysique et Géophysique te Luik, België…’ Nou, denk ik dan, daar heb je het al. België wordt genoemd en waar komen nou de meeste trappisten vandaan? Logisch dus… of niet soms? Niet dus, want bovenstaande zin komt uit de Wikipedia en gaat als volgt verder: ‘gebruikte de TRAPPIST (Transiting Planets and Planetesimals Small Telescope)-telescoop van het La Silla-observatorium in de Atacamawoestijn in Chili om de ster en haar planeten te observeren.’ Kijk, dat geeft toch ineens een hele andere draai aan het verhaal nietwaar? Half waar dus. Het team komt wel degelijk (mogelijk deels) uit België, maar ze gebruikten TRAPPIST om te observeren. Kun je je natuurlijk afvragen waarom men zoveel moeite heeft gedaan om een afkorting voor een telescoop te verzinnen die iets met trappisten te maken heeft, maar wellicht was bier toen al HOT genoeg, om tot deze naam te komen.
Verder valt te lezen dat: de naam TRAPPIST-1 komt van de ontdekkende telescoop TRAPPIST, met een 1 omdat dit de eerste ster met planeten is die de telescoop ontdekte’. In de eerste instantie ontdekte men drie aardachtige planeten rond de TRAPPIST-1 waarvan er één, de derde vanaf TRAPPIST-1 gerekend, zich juist binnen of nèt buiten de bewoonbare zone bevindt. Dat betekent dat water in vloeibare vorm aanwezig moet zijn. Mogelijk is dat water helemaal niet geschikt om bier van te brouwen, laat staan of daar lekkere trappistjes van gemaakt kunnen worden, maar dat vertelt het verhaal niet. Later werden er nog 4 planeten ontdekt en daarvan zegt men dat deze zich ‘zeker’ in de bewoonbare zone bevinden.
Nou kun je je afvragen of bewoonbaar een vast gegeven is, of dat dit kan verschillen per zonnestelsel en mogelijk afhankelijk is van de soort en grootte van die zon en of wij dit vanaf hier op zo’n enorme afstand, we hebben het hier over een slordige 39 lichtjaar, wel goed kunnen meten, want mogelijk zit die derde planeet net buiten wat wij bewoonbare zone noemen, maar is het daar gewoon elke dag feest, al dan niet voorzien van trappistjes. Maar let op! Het feit dat wij die zon Trappist(-1) hebben genoemd, wil natuurlijk niet zeggen dat de bewoners van de derde planeet daar hem ook zo noemen. Het kan wel zijn dat zijn hem ook ‘zon’ of ‘sol’ noemen en dat krijgt het hele verhaal opeens een heel andere wending.
Ander weetje dan. ‘De University of California (VS) wil bier gaan brouwen op de maan’. Dat is nogal wat. Ik heb lange tijd gedacht dat ieder beetje gewicht dat mee omhoog moet wel 10 keer tegen het licht gehouden moet worden vóórdat het ook echt mee mag. Als ik nou denk aan de apparatuur die je mee moet nemen om bier te brouwen… Kunnen ze niet beter zo’n pakket stroop meenemen om bier van te brouwen? Even verder lezen. ‘Een team van wetenschappers heeft een experiment bedacht om een heel klein brouwerijtje mee te sturen met een sonde die eind dit jaar al naar onze satelliet gaat vliegen in het kader van de Google Lunar X-Prize’. Ah, het gaat om een héél klein brouwerijtje. Dat wordt nog lastig proeven dan. Eén druppel bier is ook bier natuurlijk, maar zet daar je tanden maar eens in!
Ze ‘willen zien wat er gebeurt met de hop en mout op de oppervlakte van de maan. Kun je wel bier brouwen daar? Een belangrijke onderzoeksvraag, willen we het oppervlak ooit koloniseren.’ Kijk en die laatste opmerking siert die onderzoekers dan toch weer. Je zult maar inschrijven op zo’n kolonisatieproject op de maan en er pas dáár achter komen dat er niet aan gedacht is om bier mee te nemen, laat staan de apparatuur om er zelf ter plaatse mee te kunnen brouwen. Gelukkig gaat men dus niet over één nacht ijs.
Dan nog een paar weetjes over alcohol en gebruik daarvan anders dan op aarde: ‘Het is lang niet de eerste keer dat alcohol in de ruimte terecht komt. Astronaut Buzz Aldrin had tijdens zijn Apollo-missie een heel klein beetje wijn bij zich voor de communie. Hij dronk het op de maan.’ Hoe kon het ook anders met zo’n naam. Hoe moest hij anders aan zijn ‘Buzz’ komen? ‘Schotse Whiskey is een tijdje geleden op het ISS geweest om te rijpen. De Russen dronken op hun ruimtestation Mir wel eens een cognacje. Voor de gezondheid, zo heette het. Ook bier is al in de ruimte gebrouwen, in de Space Shuttle. Het smaakte exact hetzelfde als op aarde.’ Bij dat laatste vraag ik me dan toch weer af, hoe dat brouwproces dan precies heeft plaatsgevonden.
Zo, dan nou nog één laatste weetje: Dit was alweer mijn 50ste Delerium column. Proost!

Terug naar overzicht