4 artikelen uit het clubblad van April 2006

Terug naar overzicht

Maandbier en ander geneuzel, april 2006

tww april 2006
Door: John Gouwerok

In de maand februari was er geen stukje: er was geen maandbier. Dat komt deze keer weer helemaal goed, dus eerst het geneuzel. Ik had de vorige keer tegen de tap een bordje gezet met de tekst

Geen maandbier

De eerste twee die aan de bar kwamen bestelden dus gewoon twee maandbier. HEREN als er een bordje staat ‘geen maandbier’ betekent dat niet de naam van een heerlijk zelf gebrouwen biertje, maar dat er GEEN MAANDBIER IS!

Het was een goed bezette avond maar het ging dan ook om het proeven van bier voor het clubkampioenschap. Daar kwam nu ook nog het maandbier bij, het zal je hobby maar zijn. Bier drinken, kijken, ruiken, proeven en nuchter blijven en dan ook nog punten geven. Wilma en ik moesten wachten met de rondgang met worst en kaas tot na de eerste proeverij (je weet wel vette lippen en bier) en de tosti’s konden we helemaal wel vergeten.

En dan nu het maandbier, gebrouwen door de drie musketiers (die komen volgens mij ergens uit Frankrijk) Arjen, Gerrit en Herman dus drie vrolijke Fransen. De naam: LAGE DRUK. Als ik dat hoor denk ik aan depressie’s regen en herfst en niet aan bier maar ik zit er dan ook altijd naast. Het type was dark lager. Het smaakte goed want ondanks de proeverij bleken ze ook de weg naar de tap te kunnen vinden en getuigen van zekere nuchterheid. Het vaatje van 20 l ging dan ook mooi leeg.

 

En dan de punten: 70 tapjes, 67 wedstrijdformulieren en een blanco (wie is dat toch elke keer?).

1x5.5/1x6/3x6.5/1x6.75/13x7/12x7.5/20x8/4x9/12x10 dat is een totaal van 534.25 gedeeld door 67 is

7.9738806

Dit is een goed resultaat.

Voor de maand april is het volgende maandbier aangemeld onder de naam Josef Sedlayer, biertype Märzen, gebrouwen door Jan-Willem den Hartog.

Dit was het weer, tot de volgende keer      
John

P.S.ik zie momenteel veel nieuwe gezichten die niet weten wat ze aan moeten met dat briefje, uitgereikt door de barmedewerkers bij het tapbier: dat is nu het beroemde maandbierwedstrijdformulier om de punten 1 t/m 10 voor het bier op te vermelden. Die zijn voor de helse competitie van de maandbierwisselkei trofee en dus niet een BTW bon of een briefje om genotbelasting af te trekken, het is maar een weet!

Terug naar overzicht

Excursie, 16 maart 2006

tww april 2006
Door: Sander van Ierschot
Programma:

·  Vertrek: ‘s ochtends vroeg in Hoofddorp bij de alom bekende Mc Donalds of station NS Hoofddorp.

·  Bavaria-brouwerij en -mouterij (Lieshout),

·  La Trappe (Tilburg),

·  Het Kuipertje (Heukelum).

image001Nou het was best koud zo ’s ochtends vroeg (08:00 uur). Nou zal deze tijd voor menig lezer niet vroeg zijn, maar ja je hebt nou eenmaal luxe paarden en … Goed, deze mooie donderdagochtend, geen koffie bij me, want die hebben ze in de bus, toch??? Ja, wel koffie maar geen heet water. Een kleine tegenvaller maar de verrukkelijke bonbons van onze Christopher maakten een hoop goed.Met lichte vertraging door een opstopping rond de Domstad Utrecht kwamen we aan bij het administratief centrum van Bavaria. Na een korte rondtocht langs bureaus en ontspanningsruimte kwamen we bij de receptie of wat daar voor ging en gingen we terug naar de bus om vervolgens naar de Brouwerij van Bavaria te gaan.Na de koffie, (want zo nu eerst een Bavaria!! kenden ze wel maar ’s ochtends werd er geen bier geschonken, aldus onze gastvrouw; vreemd voor een bedrijf wat leeft van de consumptie van bier) kregen we een mooie videopresentatie te zien, die op een ludieke wijze was aangekleed met een sprekende pop. Degenen die niet mee waren zullen zich nu reeds realiseren dat ze echt iets gemist hebben. Het verhaal van het brouwen etc. zal ik gemakshalve achterwege laten en trouwens, jullie zijn daar veel beter in dan ik, werd mij in de bus weer eens duidelijk gemaakt, het brouwen dan.Terug in de huiskamer van Bavaria kregen we eindelijk wat bier voorgeschoteld, vooral die Bavaria 8.6 hakt er lekker in rond het middaguur. Dat weten ze bij Bavaria ook en daarom kreeg iedereen bij vertrek een echte Stress-fles uitgereikt, HANDIG!!

Vervolgens zetten we de tocht voort om ons te bezinnen bij La Trappe. Eerst even bijkomen met koffie en brood, alweer koffie bij de ontvangst. Zeker een nieuwe stijl in de brouwwereld. Daarna volgde een inspirerende rond­leiding door de brouwerij en de afvullijn, dit vond ik zelf erg bijzon­der, gezien de mooie muur­schil­deringen. Ik hoop dat daar door een aantal mensen foto’s van zijn gemaakt en dat zij die mij willen even mailen.Vervolgens maak­ten we een mooie tocht over dijken en langs landerijen; later bleek dat de chauf­feur de route zo had gepland: hij was de snelweg zat. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen, maar over­leg dan met de mensen die je inhuren zou ik denken. Maar ja, ik zal wel ouder­wets zijn.

image003Goed, we kwamen dus uiteindelijk aan in het pittoreske Heukelum. Deze brouwerij (?) be­vindt zich ver buiten de bewoon­de wereld en dat bleek ook uit de ontvangst zonder KOFFIE! Want wat zet je je gasten nou voor als een amateurbier­BROU­WERS-vereniging op bezoek komt, natuurlijk BIER! En doe dan origineel zoals hier bij het Kuipertje en zet niet je beste bier voor maar je slechtste. Gewaagd, maar wel origineel.Daarna volgde de meest indrukwekkende tour die ik tot nu toe op een excursie heb meegemaakt, het ging helemaal niet over bier brouwen. Die man, Frits, dacht natuurlijk: “dit zijn brouwers, die weten alles over brouwen en ik moet ze toch vermaken. Weet je wat, ik doe net of een soort mislukte cabaretier ben.” Ik moet zeggen, hij is geslaagd!

Het eten was overigens echt goed te noemen en door het vriendenbier was ook wel heen te komen. Soms zit het mee, soms zit het tegen, maar ik ga met de volgende excursie gewoon weer mee. Heren, van de excursie commissie, bedankt voor uw inspanningen.

Terug naar overzicht

Meibock

tww april 2006
Door: Nico Mes

De lammetjes dartelen in de wei of liggen al in de schappen van de slager. Het is lente! In de lente komen ook de meibockbieren in de schappen van de winkels. Het meibockfestival, 21 mei bij de Prael, komt er aan. Maar wat is nu eigenlijk een meibock. Als je naar de voorlopige bierlijst van het festival kijkt zie je verschillende namen voor een meibok staan, zoals Lentebo(c)k. Springbo(c)k of Paasbier en uiteraard Meibo(c)k.Het meibockbier kom je vooral in Nederland en Duitsland tegen. In België zie je nog wel Paasbier, maar dat is veel vagere categorie; de overeenkomst is dat het, evenals de meibock, rond Pasen op de markt wordt gebracht.

Geschiedenis

Een breed aanvaarde theorie is dat de naam bockbier is afgeleid van de Duitse stad Einbeck. Het verhaal gaat dat het bier uit Einbeck in München erg in de smaak viel. Zozeer dat een brouwer uit Einbeck, Elias Pichler, naar München werd gehaald om het Einbeckse bier te brouwen. In 1614 werd in het Hofbräuhaus door hem voor de eerste keer het bockbier gebrouwen. De brouwerij Hofbräu brengt nog steeds een bokbier op de markt, onder de naam Maibock. De vraag rijst daarom: “wat was nu eerder de meibock of de herfstbock”.In Einbeck geven ze een geheel andere betekenis aan de meibock. Voorheen werden op vele plaatsen in de stad bier gebrouwen. Niet iedereen had een bierketel. Daarom was er een bierketel, die de ronde deed door de stad. In april was het einde van het brouwseizoen. In mei werd de volgorde bepaald voor van het gebruik van de brouwketel in het volgende brouwseizoen. Hierbij werd een feestbier gedronken, de huidige Maibock. Tot zover het Duitse verhaal.In het blad Bierpassie van mei 2006 staat een verhaal van Theo Flissebaalje over meibier dat je als een voorloper van de meibock kan beschouwen. De meibock is nog niet zo heel lang op de markt. In 1939 werd naast de reeds op de markt gebrachte (herfst)bock een nieuw biersoort door de grote brouwerijen op de markt gebracht, het meibier. Het meibier was gebaseerd op het Duitse Märzen. Het meibier was een lichtgekleurde biersoort van 15,5 tot 16,5 graden. Het jaar van op de markt komen van deze nieuwe biersoort was niet niet zo gelukkig gekozen: in 1940 begon de oorlog met zijn tekort aan grondstoffen; voor een zwaarder biersoort was toen geen plaats. Na de oorlog werd het meibier nog wel enkele jaren op de markt gebracht maar het verdween langzaam vrijwel geheel van de markt. Een paar kleine brouwerijen brachten nog wel af en toe een meibock op de markt. De ommekeer kwam in 1992 toen Grolsch een Meibock op de markt bracht. Andere grote brouwerijen wilden niet achterblijven en kwamen de volgende jaren ook met een meibock. Nu zijn er ongeveer 20 Nederlandse brouwerijen die met een meibock op de markt komen.Daarnaast zijn liggen er nog enkele buitenlandse (vooral Duitse) meibokken in de schappen van de winkels. In België brengt men deze tijd Paasbieren op de markt, maar deze vallen meestal buiten de categorie meibok.

Wat is een meibock?

In de Bierverordering wordt geen omschrijving gegeven van de meibock, wel wordt erin aangegeven dat in een biernaam de term bo(c)k allen mag worden gebruikt als het extractgehalte van het bier hoger is dan 15,5%. Daar kom je dus niet veel verder mee.Volgens de biertypenlijst van het Bier Keurmeesters Gilde heeft een meibock de volgende eigenschappen: begin S.G. 1060 – 1070, EBU 20 – 35, EBC 14 - 35. Als smaak­omschrijving wordt voor de meibock gegeven: moutig, kruidig-hoppige geur, vol, moutig, bitterig tot bittere smaak. De meibock valt in de klasse C. De meibock is dus lichter van kleur dan de herfstbock en heeft veelal ook iets meer bitter.Is de meibock nu een ondergistend of een bovengistend bier. Beide variaties komen voor. De brouwerijen die een ondergistend bier zoals een pils in hun assortiment hebben brengen de meibok veelal als ondergistend op de markt. Hierop zijn uitzonderingen, zoals Bavaria. De meibock van Bavaria wordt bij La Trappe gebrouwen. De kleinere brouwerijen brengen de meibock als een bovengistend bier op de markt.

Niet ieder bier dat aanwezig op het Meibockfestival voldoet aan de omschrijving, maar ze zijn wel het proeven waard. Kom dus op 21 mei naar de Prael! Een recept voor het brouwen van een meibok staat al op de website van ’t Wort Wat, dus dat behoeft hier niet te worden gegeven.

Terug naar overzicht

Hop in je achtertuin

tww april 2006
Door: Theo van de Voorde
hop

Als je zowel van bierbrouwen als van tuinieren houdt, ben je een uitstekende kandidaat om je eigen hop te telen. Hop is een winterharde overblijvende plant en wanneer hij eenmaal is aangeslagen kun je er jaren van oogsten. Als thuisbrouwer beschik je dan zowel over het voordeel van gratis hop als van het feit dat je zelf de kwaliteit ervan kunt controleren. Bovendien worden zowel het aroma als de smaak enigszins beïnvloed door het microklimaat van de streek waarin je woont en dus heeft jouw hop een unieke, eigen identiteit. Deze eigenschappen stellen je in staat om met meer creativiteit je eigen bieren te ontwikkelen en te brouwen.

Hoppige doelstellingen

De hop (Humulus lupulus) is een overblijvende klimplant met eenjarige ranken die bloemen voortbrengen die bellen worden genoemd. Deze kegelvormige bloemen bevatten kleine bolletjes lupuline welke weer de zuren, harsen en etherische oliën bevatten die wij als brouwers gebruiken om bitterheid, smaak en het aroma aan ons bier te geven.

Dus, onze eerste doelstelling als hopkweker is het oogsten, drogen en daarna snel invriezen van de bellen teneinde de opperste versheid te bewaren. Onze tweede doelstelling is te genieten van het plezier dat je kunt hebben in het opkweken van deze planten. Omdat ze zo snel groeien en zo hoog worden (gemiddeld 6 meter), schenken ze, naast een fraai gezicht, ook veel schaduw gedurende de (snelle) vegetatieve groei die, via breedtegroei en bloeistadium leidt naar het langverwachte rijpen van de bellen en het oogsten daarvan.

Anatomie en groeicyclus

De wortelstok of kroon is het overblijvende deel van de plant dat onder de grond groeit. Ieder voorjaar laat de stijgende bodemtemperatuur de jaarlijkse ranken uit de kroon schieten, de aarde doorboren en naar hemel racen. De spiraalvormige structuur van deze scheuten dwingt hun toppen om met de wijzers van de klok mee omhoog te kronkelen, zodat ze ranken worden genoemd in plaats van stengels. De kweker moet dan ook iets maken waarlangs ze omhoog kunnen slingeren.

Intussen groeien er onder de grond ook scheuten van de plant af om iets verder bovengronds te komen. Deze uitlopers of loten zijn genetisch gezien klonen van de moederplant. Andere delen van de kroon omvatten vezelachtige voedingswortels en vlezige voorraad- en waterwortels.

Tijdens de vegetatieve groei bereiken de hoofdranken meestal een hoogte van zo’n 6 à 7 meter. Vanaf die ranken ontwikkelen zich zijscheuten waaraan, als de condities goed zijn, zich de bellen zullen ontwikkelen. De meeste bellen zullen verschijnen aan de bovenste deel (van de helft tot twee derde) van de ranken.

Hop is bestand tegen koude maar heeft tenminste 120 vorstvrije dagen nodig om in bloei te komen en de bellen te laten rijpen. Bovendien heeft hop een relatief lange daglichtperiode nodig om te kunnen overgaan van de vegetatieve fase naar de bloeifase. Deze vereisten beperken de commerciële hopteelt tot een gebied tussen de 35e en de 55e breedtegraad. De benodigde minimum daglengte varieert per ras of variëteit, gemiddelde temperatuur en hoogte.

Tegen de tijd dat de zon zijn hoogste stand bereikt zal de plant overschakelen naar de bloeifase, mits die erin zit. (Want als de plant groeit op een breedte waar de langste dag korter is dan de minimum daglengte, benodigd voor de bloei-inductie, zal hij niet bloeien.) Spoedig zullen er kleine bloempjes verschijnen op de zijscheuten van de ranken. De hoeveelheid daarvan is afhankelijk van de hoeveelheid licht die op de zijscheuten valt - nog een reden om hopplanten daar te plaatsen waar ze zoveel mogelijk zonlicht krijgen. Die bloempjes veranderen later in groene hopbellen.

Naarmate de plant verder groeit gedurende de zomer worden de bellen rijper totdat ze geschikt zijn om geplukt te worden. Het voordeel van zelf gekweekte hop is dat je, zoals Juan Valdez met zijn koffiebonen doet, de hopbellen gedurende de hele zomer kunt plukken, precies op het moment als ze net rijp zijn. Hierdoor kun je twee tot drie kleine oogsten per seizoen hebben. De commerciële hopbedrijven daarentegen zijn gedwongen om tijdens de oogst, wanneer de meeste bellen rijp zijn, de ranken af te snijden en in de plukmachines te voeren. Met je eigen hop kun je de bellen plukken en de plant gewoon door laten groeien, waardoor het voedsel dat door de foto-synthese in de bladeren wordt gevormd naar de wortels getransporteerd wordt. De wortelstok van een thuisgekweekte hop beëindigt het seizoen daardoor sterker en met een grotere weerstand tegen de winter waardoor hij een betere start in het volgend voorjaar heeft.

In de herfst begint de hopplant zich klaar te maken voor de winterslaap. De eenjarige ranken sterven af tot aan de kroon, de bladeren vallen af en de stofwisseling van de kroon zal afnemen naarmate de temperatuur daalt. Dit is de tijd om de plant klaar te maken voor de winter door de ranken af te snijden en de kroon te bedekken met een laag organisch materiaal.

De indeling van een hoptuin

Hou er rekening mee dat de hop zo’n 6 tot 7 meter hoog wordt, dus zoek een voldoende ruime plek waar de hop of in de hoogte of in de breedte kan groeien. De wortelstokken moeten op een afstand van 70 tot 90 cm van elkaar gepoot worden. Zoek een plek uit met het meeste zonlicht, dat zal meestal op het zuiden zijn, en ook enigszins beschut tegen de wind. Harde wind kan de ranken doen breken of beschadigen, in het bijzonder wanneer het koud weer is en de ranken bros zijn.

Wanneer je een plan voor de indeling gaat maken, bedenk dan hoe je de bellen wilt gaan plukken. Als je de ranken omhoog laat groeien zul je een ladder nodig hebben of, met een beetje handigheid kun je ook de topdraad losmaken, de ranken neerlaten, dan de bellen plukken en vervolgens de topdraad weer bevestigen. Anders moet je de ranken bij de grond afsnijden en ze omlaag trekken om ze daarna op een daartoe geschikte plaats, bij voorkeur onder het genot van een zelfgebrouwen biertje, te gaan plukken.

Doe het horizontaal!

Een andere benadering die het plukken veel makkelijker maakt is de horizontale hoptuin.

Hierbij wordt de plant voor de eerste 2,5 tot 3 meter langs een draad of een paal omhoog geleid om vervolgens langs een andere, horizontaal gespannen draad nog 3 tot 4 meter verder te groeien. De zijscheuten met de hopbellen eraan hangen dan omlaag zodat de bellen gemakkelijk, staande op de grond of op een krukje, geplukt kunnen worden. De ranken bovenop kunnen dienen als schaduwgever voor bijv. een biertuin, een aangename plaats om te genieten van zowel bier als van de hop.

Bodemvereisten

Hop geeft de voorkeur aan een diepe, leemachtige goed gedraineerde bodem met een pH van 6 tot 7,5. Een zoute of slecht gedraineerde bodem is niet geschikt. Om de drainage te verbeteren kun je zand door de bodem mengen en om het zoutgehalte omlaag te brengen kun je proberen de grond diep te irrigeren. De pH kan aangepast worden met kalk of VAM compost als hij te zuur is en met zwavel (zwavelzure ammoniak) als hij te basisch is. Probeer de pH-veranderingen in de herfst te realiseren, want de kalk kan gedurende een maand na de toediening nog de stijgende voedselstroom beïnvloeden. De grond dient zo’n 20 tot 30 procent organisch materiaal te bevatten, zoals bijv. compost of gedroogde koemest. Organisch materiaal speelt een belangrijke rol in het vrijmaken van de bodem-voedingsstoffen ten behoeve van de wortels.

Voedingsstoffen

Hop heeft een erg grote behoefte aan tal van voedingsstoffen. Gelukkig zijn de meeste van deze stoffen - koolstof, waterstof en zuurstof - vrij beschikbaar in de lucht. De volgende belangrijke voedingsstoffen - stikstof, fosfor en kalium, welke vaak vermeld worden op de meeste verpakkingen van kunstmest als “N.P.K” - zijn in de bodem meestal niet in voldoende mate aanwezig. Ik gebruik zelf een organische 8-8-8 meststof in een verhouding van 25 gram per vierkante meter (wat neerkomt op een handvol per plant), één keer vroeg in het voorjaar en nog een keer ongeveer 6 weken later.

Waterbehoefte

Hop is een erg dorstige plant maar hun wortels zullen gaan rotten als ze in het water staan. Daarom is een goede drainage zo belangrijk. Gedurende het begin van de groei is het voldoende om regelmatig een beetje water te geven. Maar als de plant volgroeid is, zal niet regelmatig, maar wel langdurig water geven de ontwikkeling bevorderen van een diep en sterk wortelgestel dat goed bestand is tegen droogte. Ik ben geen voorstander van een automatisch sproeisysteem omdat dit de kans vergroot op de vorming van meeldauw. Dan is een druppel-bevloeiingssysteem dat het water laat druppelen recht boven de kroon van iedere plant een betere optie.

wortelstok plantenHet planten

Hop is bestand tegen kou en kan in het voorjaar geplant worden zodra de grond kan worden bewerkt. Hop wordt meestal opgekweekt van wortelstokken die verkrijgbaar zijn van maart tot mei, dus het planten kan gedurende deze tijd plaats vinden. Je kunt ze echter ook later in het seizoen nog planten, zelfs in de herfst, mits je ze kunt krijgen. In het eerste jaar zullen er waarschijnlijk nog geen bellen verschijnen en is voornamelijk bestemd om de kroon en de wortels te laten groeien.

Na aankoop dienen de wortelstokken koel vochtig te worden gehouden tot het moment waarop ze geplant worden. Plant er twee bij elkaar op één plek met de houtachtige delen naar boven onder een hoek van 45 graden met elkaar, ongeveer 5 cm onder de aarde. De bovenste knopen zullen de eenjarige ranken worden en de onderste zullen zich tot wortels ontwikkelen. Bedek ze met een leemachtige grond met daarover een laagje strooisel om alles vochtig te houden. Hou het goed onkruidvrij. Plaats er een paaltje bij om de locatie te markeren en om de klimdraden te verankeren.

wortelstok opbindenHet opbinden

Zodra de scheuten een lengte hebben bereikt van 60 cm zoek je twee of drie van de sterkste uit en deze draai je om de klimdraad. Ik gebruik hier meestal een dikke plastic draad voor in plaats van een papieren of een jute draad omdat deze ongevoelig is voor rot als gevolg van vocht. Zorg ervoor dat de draad ruw is omdat de haren van de ranken iets moeten hebben om zich aan vast te houden. Doe het opbinden niet op een koude of een bewolkte dag omdat de ranken dan bros zijn en gemakkelijk breken als je ze teveel buigt. Gebeurt dat toch dan is dat niet zo erg want uit de volgende knoop ontwikkelt zich weer een nieuwe groeipunt Knip de kleine zijscheuten af dan ontwikkelt de overblijvende zich tot de nieuwe groeipunt. Beter is het om te wachten met opbinden tot het warm, zonnig weer is. Op zo’n dag, vooral in de middag, zijn de hopranken plooibaar en is het risico van afbreken gering. Het meest belangrijkste van het hele opbinden is dat je ze met de wijzers van de klok mee (dus rechtsom) om de klimdraad heen moet draaien.


Snoeien en verzorgen

Knip de overige scheuten die uit de kroon opkomen af bij de grond. In plaats daarvan kunt je ze ook over grond leiden, afgedekt met een laagje grond en strooisel, zodat er wortels aan komen en deze zich kunnen ontwikkelen tot nieuwe wortelstokken. Die kun je dan gebruiken om je hoptuin te vergroten of om aan je brouwvrienden te geven. Naarmate het seizoen vordert ga je door met de ranken in goede banen te leiden, het afknippen van ongewenste scheuten en het aanbrengen van nieuw strooisel om het onkruid tegen te houden. Nadat de hopbloempjes zijn verschenen is het een goed idee om tot een hoogte van ongeveer een meter het gebladerte te verwijderen. Dit helpt om schimmel en andere ziekten te voorkomen door hun makkelijkste toegang (nl. die vanaf de basis van de plant omhoog) te verwijderen en om de luchtcirculatie te bevorderen.

Ziekten en plagen

De beste verdediging tegen het krijgen van ziektes en plagen is het telen van de meest gezonde en sterke hopsoorten die er zijn. Het kiezen van ziekteresistente soorten is dan ook de eerste stap. Vervolgens het kiezen van een zonnige standplaats met een goede drainage.

Zorg voor voldoende tussenruimte, goede luchtcirculatie, de juiste Ph, bodemsamenstelling, bemesting en bewatering; een correcte manier van opbinden, het verwijderen van overbodig blad om te veel schaduw en verstikking te voorkomen. Ondanks al onze goede zorgen kan het toch voorkomen dat de hop wordt getroffen door ziektes en plagen.

De ziektes zijn grofweg in twee klassen in te delen:

·  aantasting door meeldauw en de verwelkingsziekte, welke beide worden veroorzaakt door schimmels die een plant snel kunnen laten afsterven

·   virussen die daarentegen langzaam hun tol eisen: een verzwakking van de plant en een verminderde opbrengst is dan het resultaat.

Valse meeldauw is de meest voorkomende ziekte. Vermijdt vochtige, warme omstandigheden waarin de sporen zich snel kunnen ontwikkelen. Daarom is het beter geen automatische sproei-installatie te gebruiken om de planten van water te voorzien. Als je al moet sproeien, doe het dan ‘s-ochtends zodat de bladeren en de ranken kunnen drogen.

Echte meeldauw is een andere schimmel. Als laatste redmiddel kan er gespoten worden met anti-schimmelmiddelen, bijvoorbeeld op zwavelbasis. Volg de instructies die op de verpakking staan nauwkeurig op evenals de voorgeschreven wachttijd tussen behandeling en de oogst.

Verwelkingsziekte is een schimmelziekte die wordt overgebracht via de bodem en die de plant gedurende meerdere jaren in verschillende mate kan treffen. Er geen remedie tegen bestand. Geïnfecteerde delen van de plant kunnen het beste worden verwijderd en wanneer de ziekte blijft terugkomen is het beter de hele plant te verwijderen en een nieuwe te planten op een andere plaats. Virusinfecties kunnen ook niet bestreden worden en de beste remedie daartegen is het zo goed mogelijk verzorgen van de planten.

Plagen bestaan meestal uit bladluizen of spintmijten. De meest voorkomende plaag is de hopluis. Het is kleine, zachte groene luis die het sap uit de bladeren zuigt. Luizen willen zich vermenigvuldigen wanneer het koud is. Zij moeten bestreden worden voordat de hopbellen verschijnen want zodra ze ook de bellen aantasten verschijnt er een zwarte schimmel op hun uitscheidings­producten die de bellen onbruikbaar maakt. Lieveheersbeestjes zijn de natuurlijke vijanden van de luizen en deze zijn in staat de plaag te beperken. Je kunt lieveheersbeestjes aantrekken door bloemen aan te planten waar ze op af komen, zoals de gele Margriet. Andere middelen die met succes kunnen worden toegepast zijn een mengsel van spiritus met zeep of een oplossing van kiezelwier in water. Als laatste mogelijkheid kan een insecticide worden gebruikt.

De volgende plaag die hop kan treffen is de spintmijt. Deze komt voor in warme, droge klimaten en ook zij zuigen het sap uit bladeren en de bloembladen. Zeepachige insecticide-oplossingen hebben bewezen effectief te zijn tegen deze beestjes.

image008Het oogsten

Let op of je hopbellen al tekenen van rijpheid geven. Knijp er af toe eens in en als ze licht en droog aanvoelen en weer terugveren na een kneepje dan zijn ze klaar om geplukt te worden. Wanneer de bellen daarentegen zacht en vochtig zijn en niet meer terugveren na een kneepje, dan is het nog niet zover. Als ze rijp zijn dan hebben de lupuline bolletjes binnen in de bel een geel-gouden kleur en wanneer je ze tussen je vingers wrijft ruik je een sterke geur en kleven je vingers. Enige voorbereiding maakt het plukken makkelijker. Allereerst wacht je tot een dag waarop de ranken soepel zijn en de bellen droog. Als je de ranken intact wil laten en de plant wil laten doorgroeien na het plukken, oogst dan niet op een vochtige, koude dag. Draag een shirt met lange mouwen om je te beschermen tegen de klimharen van de ranken, die op je huid inwerken als schuurpapier. Als je ze afsnijdt bij het plukken, begin en dan eerst bij voet van de plant en vervolgens een meter daarboven. Dit voorkomt beschadiging aan de kroon en de wortels door het eventuele trekken aan de ranken en spaart de onderste uitlopers die je kunt gebruiken om te kweken. Wees erg voorzichtig met je hopbellen, voorkom dat ze vies worden en dat de tere lupulinebolletjes beschadigen. Wanneer je de pluk doet vanaf een ladder, hou dan je beide handen vrij door de zak of emmer aan de ladder of aan jezelf vast te maken. Een gemiddelde hopplant geeft twee tot drie pond hop per seizoen.

image010Het drogen

Het is belangrijk dat zodra je eenmaal de hop geplukt hebt, je ze direct droogt. Dit om verlies door meeldauw of rot te voorkomen.

Als het warm, droog weer is, bestaat de simpelste methode uit het in dunne lagen uitspreiden op raamhorren. Keer ze tenminste een maal per dag dan zijn ze in een paar dagen droog. Het drogen dient te gebeuren op een windstille, beschaduwde plaats omdat licht het oxidatieproces versnelt en de bellen verbleekt. Je kunt ook een droogkast of een oven gebruiken om je hop te drogen maar zorg er wel voor dat de temperatuur niet boven de 60 graden °C komt.

De vuurproef om te zien of de hop droog is bestaat uit het ombuigen van het steeltje binnen in de bel. Wanneer deze bros is en breekt, dan is de hop droog.

Het bewaren

Warmte, oxidatie en vocht zijn de vijanden van de hop, dus is het belangrijk om hop te bewaren op een koele donkere plaats, bijv. in een koelkast of een diepvriezer. Verpak de hop in stevige diepvrieszakken die geen zuurstof doorlaten, pers de lucht eruit, bindt ze dicht en stop ze in de vriezer. Als je daartoe de mogelijkheid hebt, vervang dan de zuurstof in de zak door koolzuurgas voordat je hem dichtbindt. Je kunt de hop ook bewaren in glazen potten. Vergeet tenslotte niet ze te voorzien van een sticker met naam en datum erop.

Het schatten van de hopbitterheid

Een oude beproefde methode om het alphazuurpercentage te schatten is het aannemen van een zekere bitterwaarde en vervolgens, door ermee te brouwen, proefondervindelijk de juiste bitterheid te bepalen. Omdat thuisgekweekte hop verser is en minder heeft geleden van het bewerken is hij bitterder dan gekochte hop. Het aannemen van een 50 % hogere bitterwaarde vergeleken met de gemiddelde bitterwaarde van dezelfde commerciële soort, is geen verkeerde zaak. Het exact weten van het alphazuurpercentage van je hop is minder kritisch wanneer je de hop alleen gebruikt als aromahop.

We kunnen deze schatting verbeteren met een smaaktest die ik “verhoudingmatige titratie” heb genoemd. Het idee hierachter is om een bekende hopsoort met een gegeven alphazuurpercentage te vergelijken met onze eigen hop met het onbekende alphazuurpercentage. We vergelijken de hoeveelheden suiker die nodig zijn om de bitterheid te overwinnen, waaruit we afleiden dat deze hoeveelheid overeenkomt met de hoeveelheid alphazuur. Dus, wanneer er 5 theelepeltjes suiker nodig zijn om de bitterheid van onze eigen hop te neutraliseren en maar drie voor een commerciële hop, dan is onze hop dus vijf-derde maal zo sterk en ons alphazuurgehalte is dan ook vijf-derde maal dat van de andere hop. Als de commerciële hop een alphazuur percentage heeft van 6 % dan is onze hop dus 10 %.

Ik maak daartoe twee hopthee monsters - een van onze hop met onbekend alphazuur­percentage en de tweede van een hop met een bekend alphazuur­percentage. Meng 6 gram hopbellen en een theelepeltje suiker in een pannetje met twee kopjes kokend water (de suiker is nodig omdat de hopharsen bijna niet oplossen in gewoon water). Temper het vuur en laat het 30 min. zachtjes koken met de deksel op de pan. Voeg dan zoveel kokend water toe aan elk monster dat de hoeveelheid weer 2 kopjes is. Laat de thee afkoelen tot kamertemperatuur. Vervolgens schenk je de thee uit en filtreert hem door een koffiefilter om het sediment te verwijderen.


Nu komt het proeven aan de beurt. Je kunt dit het beste ‘s morgens doen, want dan zijn je smaakpapillen nog fris. Doe van elke theesoort een gelijke hoeveelheid (ongeveer een kwart kopje is voldoende) in een kopje. Proef nu een paar druppels van je eigen hopthee en spoel dan je mond. Uiteraard smaakt de thee bitter. Vervolgens voeg je een kwart theelepel suiker toe aan het kopje thee. Proef weer een paar druppels: nu zal het iets minder bitter smaken. Ga door met het toevoegen van telkens een kwart theelepel suiker, tussendoor proevend en je mond spoelend, totdat je het punt bereikt waarop de overheersende bitterheid wijkt voor de zoetigheid (met een bittere ondertoon). Dit is het punt waarop de bitterheid het aflegt. Noteer het aantal malen dat je suiker hebt toegevoegd om dit punt te bereiken. Herhaal deze titratie nu met de hop waarvan je het alphazuurpercentage wel weet. De verhouding van de twee hoeveelheden toegevoegde suiker bepaalt de verhouding tussen de bitterheid van de twee hopsoorten.

Wanneer je deze methode te omslachtig vind kun je een monster van je hop opsturen naar Jim Murphey van het Murphey Analytical Laboratories Inc. (tel. 00 1 509 577 8969). Hij doet een alpha- en bètazuur spectografische analyse voor ongeveer 28 dollar en/of een hopolie profiel analyse voor 80 dollar. Een IBU analyse van het bier dat je met je eigen hop hebt gebouwen (twee flesje moet je hiervoor opsturen) kost 25 dollar. Het adres is: 7 W. Mead Avenue, Yakima, Washington 98902, USA.

Waar kun je wortelstokken kopen?

In het originele artikel wordt aanbevolen om de wortelstokken te bestellen bij de leverancier van thuisbrouwartikelen. In ons land is dit echter niet mogelijk. Het beste kun je je wenden tot een tuincentrum en daar informeren of men hopplanten in huis heeft of dat ze te bestellen zijn. Als dit wel het geval is moet je vragen of het gaat om de echte Humulus lupulus, want er is ook een eenjarige zaaihop op de markt, die niet geschikt is om te brouwen. Dan nog is het de vraag of men weet om welk ras het gaat. Het beste kun je aan een brouwvriend met een hopplant in zijn tuin vragen om een wortelstok voor je op te kweken. Ben je een keer in de buurt van Poperinge of in het Duitse Hallertau gebied dan kun je daar ongetwijfeld wel planten kopen. Ook in Kent in Zuidoost Engeland maak je goede kans.

Patrick D’Luzansky is een biomedisch- en electotechnisch ingenieur en tevens industrieel adviseur op het gebied van IC’s en sensoren. Hij brouwt al 15 jaar en kweekt al 10 jaar hop. Patrick is de auteur van de video: “Secrets of Growing Your Own Hops”, die in Amerika te koop is bij de bierbrouwartikelen winkels. Zijn website is: http://ww.netcom.com/~dluzanp

Terug naar overzicht