Terug naar overzicht

Alcohol

tww maart 2018
Door: Jean-Pierre Bylard

De bekende Amerikaanse journalist Michael Pollan, die zich gespecialiseerd heeft in schrijven over ons eten, heeft in zijn boek ‘Een pleidooi voor echt eten’, een aantal slogans. Drie ervan wil ik hier ophalen:

  • Eet niets dat uw overgrootmoeder niet als voedsel zou herkennen, (bier wordt al eeuwen gebrouwen, dat kende ze zeker).
  • Mijd voedingsmiddelen die ingrediënten bevatten, die: a) onbekend zijn, b) niet uit te spreken en c) meer dan vijf in getal zijn. (Vergelijk eens de tekst op de achterkant van een willekeurig pakje margarine met dat wat er op een bieretiket staat).
  • Drink een glas wijn/bier bij het eten (drinken en eten is een goede combinatie).

Nu, met (o.a.) deze slogans kan ik wel uit de voeten. Bier hoort bij alle drie de slogans. Dus ik leef plezierig tot dit weekeinde? Dit weekeinde, 23/24 september 2017, was er een met een afwisseling van schrikken en opgelucht weer ademhalen. In het Volkskrant Magazine  werd uitgebreid ingegaan op de consumptie van alle vormen van alcohol. Voor- en tegenstanders mochten hun zegje doen.

De bekende bioloog Midas Dekkers vertegenwoordigde de opgewekte kant van het gebruik van alcohol, bij hem in de vorm van jonge jenever, (cit.) “Een borreltje op zijn tijd is het beste antidepressivum”. Daar tegenover stonden anderen, eveneens wetenschappers, die elke vorm van alcohol gebruik afraadden. Zelfs één glas/glaasje is al teveel, want: (cit) “Drinken is al vanaf één glas per dag schadelijk voor de gezondheid”.

Wanneer je de ‘tegenstanders’ hoorde dan worden we allemaal geïndoctrineerd door de alcohol lobby en hun marketing mensen.
‘Verantwoord drinken?’ Gezwam, dit is een uitspraak, ontwikkeld om maar vooral mensen te laten dóórgaan met alcoholconsumptie. Door drank (waarschijnlijk bedoelen ze overmatig drinken, tot dronkenschap toe) lopen we gevaar voor allerlei soorten kanker, veroorzaken verkeersongelukken en zorgen voor veel (huiselijk) geweld.

Al lezende herinnerde ik me mijn eerste drankje. Een glaasje vruchtenwijn, dat ik kreeg van mijn oma, omdat ik haar elke week hielp met het brengen van de schone was, boodschappen voor haar deed en kolen schepte beneden in haar schuurtje. Ik was, denk ik, 12 jaar. Bij mij thuis werd wel eens wat gedronken maar zéér incidenteel en dronkenschap was iets afgrijselijks! Ik moet zeggen dat ik het drankje wel lekker vond maar ik fietste naar huis terug met de angstige gedachte: “nu wordt ik een dronkaard!”.

Die gedachte is geen werkelijkheid geworden. Eén keer ben ik dronken geworden, eigenlijk meer ziek, omdat ik met mijn collega dienstplichtigen, mijn sergeantstrepen ‘nat’ moest maken. Doodziek lag ik op mijn stapelbed met mijn helm als ‘po’ naast me. Ik nam me voor nóóit meer te veel te drinken. Dat is nu, zo’n 55 jaar later, ook nooit meer gebeurd, want ziek zijn van alcohol is niet leuk.

Er was uiteraard een grote groep tussen die twee uitersten in. Zo in de geest van: “als je wat drinkt, doe het dan verantwoord”. Zoiets als: “wie is de BOB?”. Het zal ook veel een kwestie zijn van onze genetische aanleg. We kennen denkelijk allemaal wel de verhalen van een vraag aan een héél oud iemand: “…en Opa, hoe hebt u nu de 105 jaar bereikt?” Waarop Opa gnuivend zei: “Elke dag een neutje en een sigaar”.

“Een beetje alcohol ontremd, te veel gooit alle remmen los”. Met een glas/glaasje wijn, bier, jenever ben je wat ‘losser’ en wordt vaak de sfeer gezelliger, je praat wat makkelijker. Dàt merk ik op de bijeenkomsten van de club ook. Dus drink je biertje en houdt het gezellig. Dat was mijns inziens toch ook de teneur van het Volkskrant Magazine  over alcohol. Want leven als een asceet en chagrijnig 100 jaar worden, trekt mij minder dan 80 worden met een lach en een biertje (en ik ben al 78 jr.).

Proost, op je Gezondheid.

Jean-Pierre Bylard.

Terug naar overzicht