Terug naar overzicht

Jan's Kruidenhoekje (3)

tww maart 2009
Door: Jan Wurpel

Salie

Salie (Echte) - Salvia officinalis

Familie

Lipbloemenfamilie - Lamiaceae (Labiatae)

Botanische naam

Salvia officinalis

De geslachtsnaam 'Salvia' is afgeleid van 'salvare', het Latijnse woord voor 'genezen' of 'redden'. De soortnaam 'officinalis' is een aanduiding dat salie al heel lang erkend is als een geneeskruid.

Volksnamen Nederland, België

Lavendelbladsalie

Engelse naam

Sage, Garden Sage

Franse naam

Sauge officinale, Thé de la Grèce, Thé d'Europe.

Duitse naam

Salbei, Garten-Salbei

Soorten salie

Als kruid worden er twee soorten salie toegepast, de overige soorten hebben een meer decoratieve toepassing.

  • Salvia officinalis: de meest gebruikte en ook de sterkst geurende salie.
  • Salvia officinalis Purpurea: deze heeft een tikkeltje minder smaak en wordt meer gebruikt als gorgelmiddel.

Salie

Botanie

Salie komt oorspronkelijk uit de landen in de Balkan en rond de Middellandse Zee. Salie vindt men overal in Zuid Europa, tot op een hoogte van 800 meter en is vaak te zien in de tuinen van de Provence. Salie is een houtachtig struikje uit de Lipbloemenfamilie, wordt 30 tot 80 cm hoog, met een voorkeur voor kalkhoudende grond en een zonnig klimaat, alhoewel salie in Nederland winterhard is. Uit een penwortel groeien vierkante stengels, die aan de onderkant snel verhouten.

De gesteelde, kruisgewijs geplaatste bladeren zijn langwerpig, ovaal toegespitst, ze zijn leerachtig en lijken kleine bobbeltjes te hebben, ze zijn behaard en de randen zijn licht gekarteld en fraai grijsgroen van kleur . Ze zijn dik, donzig en hebben een ovale vorm met opvallende nervenstructuur aan de onderkant van het blad. De bladeren ontwikkelen (bij aanraking) een sterke geur en hebben een wrange, warme smaak. Ook de gedroogde bladeren zijn uitermate aromatisch en pittig (er bestaan ook gekweekte vormen met mooi, paarsachtig gekleurde bladeren, die een zeer sterk geneeskrachtige werking hebben).

De plant bloeit van juni tot augustus met typische lipbloemen en heeft een opgaande bloeiwijze. De bloemen zijn lichtpaars tot blauw met rechte bovenlip, in vier- tot tienbloemige schijnkransen. De witte en roze vormen komen minder vaak voor. De bloemen verschijnen op het oude hout en zitten in schijnkransen van vier tot acht aan de top van de stengel. De bloemen worden intensief bezocht door bijen en hommels.

De stengel is vierkant en heeft een groene kleur met fijne haartjes. De plant verhout in het tweede jaar. Salie is een overblijvende en een redelijk winterharde, altijd groene heester. De plant kan niet tegen strenge vorst, vooral niet in combinatie met ‘natte voeten', wat overigens voor veel planten een dodelijk samentreffen is. Het zaad van salie is donkerbruin, eivormig en zeer klein. Salie wordt nu overal gekweekt en komt zelden verwilderd voor.

Salie groeit het best op een zonnige plaats, in niet te vochtige, kalkrijke, alkalische en goed gedraineerde grond. Hij kan gemakkelijk in potten, binnenshuis en op vensterbanken worden gekweekt. De plant kan ook enige schaduw verdragen.

Vermeerderen van gewone salie kan door het uit zaad te laten opgroeien. Alle variëteiten en cultivars zijn gemakkelijk te kweken vanuit stekken, de worteltijd is `s zomers ongeveer vier weken. Uitplanten op 45 tot 60 cm afstand.

Snoeien (na het bloeien) om de dichtheid te behouden. De verhouten planten elke vier of vijf jaar verplaatsen. Geelachtige bladeren kunnen betekenen dat de wortels meer ruimte nodig hebben.

De kleine groene rups eet de bladeren. Deze kan met de hand verwijderd worden of door de bladeren te snoeien en te verbranden.

Geschiedenis

tekst

Salie is inheems in de westelijke en zuidelijke Balkan waar hij groeit op de kale kalkrotsen. De naam Salvia, van het Latijnse Salvere (gezond zijn, genezen of redden), betekent "heilzaam kruid" en geeft zijn goede reputatie al weer.

Voor de wijzen uit de oudheid was het kweken van enkele salieplantjes in de tuin een garantie voor een lang leven en een goede gezondheid. Ook betekende een struik salie in de tuin dat de vrouw des huizes de baas was.

De oude culturen schreven de kruiden van de Salvia-familie magische krachten toe. Zo geloofden de Grieken dat salie een mens onsterfelijk kon maken en aanbaden de Egyptenaren het als een kruid dat leven schonk en levens redde. Voor de Romeinen was salie een Heilige plant, die zij dan ook "herba sacra" noemden. De Romeinen wijdden salie toe aan hun oppergod Jupiter en de oogst van salie ging dan ook gepaard met speciale rituelen. Salie mocht alleen geplukt worden door reine, blootsvoets lopende plukkers in witte tunieken, en ze mochten alleen bronzen of zilveren gereedschap gebruiken, een verstandige maatregel daar ijzerzouten onverenigbaar zijn met salie.. Voor het oogsten kregen de goden, en dus met name Jupiter, een plechtig offer van voedsel en wijn. In de iconografie was salie het zinnebeeld van gezondheid, omdat de plant als een versterkend middel werd gebruikt.

In de magische literatuur wordt salie beschouwd als een machtige toverplant. Werd de plant in mest gelegd dan zou er een worm of een vogel met een lijsterstaart uitkomen. Mocht iemand onverhoopt in contact komen met het bloed van deze dieren, dan zou deze persoon wel voor een maand zijn zinnen verliezen. Wierp men de as van de worm in het vuur, dan ontstond er donder en bliksem.

Ooit bestond er een merkwaardig bijgeloof dat salie het alleen goed deed in de tuinen van wijzen en daar waar de vrouw de broek droeg. Hiervan getuigt de spreuk: "Als de saliestruik goed gedijt, Is de meester geen meester en weet hij ‘t".

Vreemd genoeg zag men in de gezondheid van een salieplant ook een weerspiegeling van het zakelijk succes van de heer des huizes. Een voorspoedig groeiende plant betekende bloeiende zaken, een verdorde plant wees op financiële problemen.

Lang geleden gingen maagden op de avond voor de langste dag in groepjes naar een park of tuin. Dit was de zogenaamde midzomernacht. Iedere maagd had een takje salie bij zich en moest met deze salie enkele rituele handelingen verrichten. Als alles goed verliep verscheen precies om middernacht de toekomstige echtgenoot voor de trouwlustige maagden.

Salvia officinalis purpurea

Op Kreta, waar het kruid volop groeide, bestond de traditie om salie te plukken op de eerste of tweede dag van mei, voor zonsopgang. Artsen in de oudheid prezen de genezende en sterkende eigenschappen van salie, zowel voor het lichaam als voor de geest. Zowel de Romeinen als de Egyptenaren beschouwden salie als een krachtig middel om de vruchtbaarheid te bevorderen. Kinderloze koppeltjes die een zwangerschap wensten, kregen het advies vier dagen niet samen te slapen en dagelijks saliesap te drinken - wanneer ze er daarna weer zouden vrijen, was conceptie zowat verzekerd! (Dit lijkt merkwaardig als je bedenkt dat tegenwoordig bekend is dat de etherische olie van salie een emmenagoog is, d.w.z. kan de menstruatie, en derhalve ook een miskraam, opwekken, doch in lagere dosering kan de oestrogene activiteit van het kruid een onregelmatige cyclus normaliseren.)

Gedurende de middeleeuwen bracht men salie graag in verband met padden; dit geloof vindt men ook terug bij Bocaccio (1313-1375). In zijn 'Decamerone' eten Simona en Pasquino van een salieblad, maar sterven omdat er een pad op gezeten had. Ook Hans Sachs behandelde dit thema in zijn "Historia, wie zwey liebhabende von einem salvenblat sturben". In Thüringen zou een meisje eens een pad ter wereld hebben gebracht, en een heks zou dit dier met saliesoep hebben gevoed.

In Poppes 17de eeuwse kruidenboek wordt de relatie salie/pad als volgt verklaard: "wanneer men de bladeren van de salie goed bekijkt, zien deze er afschuwelijk uit als een pad (de bladeren zijn rimpelig als de huid van een pad), daaruit hebben de ouden afgeleid dat pad en salie een band hadden".

Salie werd in China, waar de plant niet van oorsprong voorkwam, zeer gewaardeerd; zo zelfs dat Hollandse kooplieden in de zeventiende eeuw drie kisten met Chinese thee kregen voor één kist saliebladeren en salie dus een ruil- of betaalmiddel was.

Salie is van oudsher geprezen als versterkend middel. Door regelmatig salie gebruik zou men langer leven. De kruidkundige Gerard schreef in 1597: "salie is bij uitstek goed voor hoofd en hersenen, het maakt de zintuigen en het geheugen kwieker, versterkt de zenuwen, herstelt de gezondheid van lammen en geneest trillende ledematen".

Salie werd/wordt nog veel gebruikt in de Liefdestover, net als veel aromatische planten die als seksueel stimulerend worden gezien. Salie redde mensenlevens omdat zij gebruikt werd en goed resultaat bracht tegen cholera en de pest.

Halverwege de twintigste eeuw schreef M.C. Blöte-Obbes in ‘De Geurende Kruidhof' het volgende over salie:

Als reukplant was zij (de salie) allen kwaden geesten onaangenaam. Het was een "weldoende" plant en toch ook een plant die door magiërs bij al hun tooverijen gebruikt werd. Padden huizen gaarne onder de salie; padden zijn heksendieren, dus deugde er iets niet aan de salie. In ieder geval werd zij door den adem van die dieren giftig. Om dit te ondervangen plantte men een ruit (Ruta graveolens) bij de salie. Die verjoeg dan al het ongedierte dat daar woonde.

De magiërs gebruikten die salieplanten, waar de padden wel onder woonden, en plukten ze dan nog van den 23en tot den 29en dag der maand, waarna ze onder tarwe of gerst bewaard werden. Daarna deed men er de wonderlijkste dingen mee; zoo kwam er, wanneer de plant vier weken onder mest gelegen had, een witte merel uit, met den staart van een slang. Deed men de plant eerst in een flesch en liet men ze zoo onder de mest rotten, dan kwamen er wormen uit, verbrandde men deze wormen dan hoorde men donderslagen. Het is dan ook niet te verwonderen, dat de salie een der beroemde tooverplanten van Albertus Magnus was. In het aan hem toegeschreven boek vertelt hij dat wanneer men de verrotte stengels van salie in een beek of bron wierp, deze dan uitdroogde. Wie salie met bijvoet in zijn schoenen droeg werd nooit moe (dit recept is al van Plinius). Cagliostro gebruikte het om zijn vleeschconsommé te kruiden bij zijn verjongingskuur. Ook bij onttooveringen werd het gebruikt; dan moest men een lamsbout eten, toebereid met salie en ijzerkruid."

salvia_officinalis1

In ons land werd salie meegekookt in de melk. Deze saliemelk werd voor het naar bed gaan gedronken om lekker te kunnen slapen. Nog niet zo heel lang geleden was saliemelk een heel bekende drank die in Veenendaal op lampegietersavond gedronken werd. Op lampegietersavond werden voor het eerst na de zomerperiode de straatlantaarns weer aangestoken. Dit volksfeest ging gepaard met een feest van lichtjes in pompoenen en het zingen van liederen. Aan het einde van de avond kreeg ieder een beker warme saliemelk en kon heerlijk slapen.

In de literatuur zien we de salie nog opduiken in het boek: `Jan, Jannetje en hun jongste kind', dat E.J. Potgieter in 1840 schreef. De hoofdfiguur van het boek is`Jan Salie', die vervolgens een eigen leven ging leiden: Een Jan Salie is sindsdien een beetje een suffe, een sukkel, een man waar niets bij zit, iemand die saliemelk drinkt omdat hij geen bier of sterke drank verdraagt. De Jan Saliefiguur was niet de bruisende cholericus, de ernstige melancholicus, de beweeglijke sanguinicus, maar veeleer de gevoelige lymfaticus, met zwakke slijmvliezen, trage bloedstroom, zwak afweersysteem en moeizame spijsvertering. Van alle constitutietypen maakt de lymfaticus de minst gezonde indruk naar buiten (hetgeen natuurlijk niet werkelijk zo hoeft te zijn), die dus behoefte heeft aan de gezondmakende ‘Salvia salviatrix'.

Gebruikte delen

Bladeren

Sensorische kwaliteit

Licht bitter en aromatische karakteristiek

De bladeren ontwikkelen (bij aanraking) een sterke geur en hebben een wrange, warme smaak. Ook de gedroogde bladeren zijn uitermate aromatisch en pittig.

Inhoudsstoffen

De etherische olie (1 to 2.5%) zijn tamelijk verschillend van samenstelling in de verschillende soorten en variëteiten van salie. "Dalmatische salie" (S. officinalis ssp. minor) bevat hoofdzakelijk thujon (35 to 60%), 1,8-cineol (15%), kamfer (18%), borneol (16%), bornyl esters, α-pinene en salvene.

"Spaanse salie" (ssp. lavandulifolia) bevat geen thujone, maar bevat meer cineol (29%) en kamfer (34%); deze subsoort wordt beschouwd als inferieur. De bladeren missen de bittere di-terpeen carnosol.

Griekse salie (S. triloba) is sterker aromatisch, maar over het algemeen niet geaccepteerd als en legitiem kruid (tenminste, buiten Griekenland). Deze soort heeft een interessante, maar minder subtiele geur. De etherische olie wordt gedomineerd door cineol (64%) en bevat kleine hoeveelheden Thujon (5%) en kamfer (8%), maar nauwelijks enige borneol.

Deze soort is bovendien gekenmerkt door een flavone genaamd salvigenin, waarmee vervalsingen van S. officinalis met S. triloba kan worden opgespoord

Overzicht:

  • Veel etherische olie (thujon is het hoofdbestanddeel)
  • Linalool
  • Kamfer
  • Borneol
  • Triterpeenzuren (oleanol - en ursolzuur)
  • Labiatenzuur
  • Bitterstoffen (tannines, di- en triterpenoïeden)
  • Flavonoïden
  • Harsen
  • Plantaardige oestrogenen (phyto-oestrogenen)
  • saponien

Salvia officinalis heeft uiteenlopende medicinale eigenschappen en kan gebruikt worden als een anti-oxidant, fyto-estrogeen bij de overgang tegen opvliegers en bovendien is het ontstekingsremmend De antibacteriële werking berust op de stoffen oleanolzuur en ursolzuur.

Toepassing

Salie dient met mate te worden gebruikt, omdat het door zijn sterke smaak gemakkelijk andere kruiden overheerst.

Salie is een natuurlijk ontsmettingsmiddel voor mond en ademhalingsorganen. Saliethee helpt bij verkoudheden en zweertjes in de mond. Ook bij moeilijke spijsvertering en krampen verlicht salie ongemakken. In een dampbad helpt het tegen hoofdpijn en een verstopte neus door zijn slijmoplossende werking. Een afkooksel van enkele gehele blaadjes in melk levert de bekende saliemelk, een gezonde drank voor een verkwikkende nachtrust.

Als geneeskruid gebruikt men de bladen en soms de bloeiende toppen. Vanaf mei tot juni (net voordat bloesems komen) worden de bladeren en/of takken van salie verzameld en langzaam gedroogd bij een temperatuur van 35 °C om de beste smaak te behouden en mufheid te voorkomen.

Zaad van salie kan als aftreksel in oogwater gebruikt worden. Bier van de scharlei was ooit beroemd vanwege zijn bedwelmende eigenschappen. Van de vele saliesoorten worden rode en groene salie medicinaal het meest gebruikt.

Salie heeft een sterke antibiotische werking (anti-bacterieel en anti-schimmel). Waterige en alcoholische aftreksels van de bladen worden voor spoelingen en gorgelen gebruikt bij mond-, tandvlees-, kaak- en amandelontstekingen. Een paar druppels vluchtige olie in zout water vormen een goed spoelmiddel voor (geïnfecteerde) wonden en zweren. De thee van salie helpt tegen bloedend tandvlees en keelpijn. Salie zit ook in vele kruidentandpasta's.

Salie is een prima smaakmaker (voorzichtig gedoseerd) in vette vleesgerechten zoals varkensvlees, eend of schaap. Ook vette vis smaakt heel goed met salie. De "Paling in het groen" is niet compleet zonder toevoeging van salie. Salie maakt vet eten licht verteerbaar. Salie kan gefrituurd worden en geserveerd bij pasta of als garnituurtje bij koude schotels. "Saltimbocca" is een bekend Italiaans gerecht waarin salie een hoofdrol speelt. Salie geeft roomkaas een heerlijke smaak en aroma. Romeinen gebruikten al salie in de kaas! Omdat de smaak van salie behoorlijk doordringend is, kunt u het kruid beter met mate gebruiken, voordat het uw hele gerecht overheerst. Voegt u de salie aan het einde van de bereiding toe dan houdt u het aroma optimaal.

Overige

Salie heeft ontegensprekelijk een duidelijke medicinale waarde, maar als het gaat om de etherische olie, dan is enige voorzichtigheid gewenst.

De etherische olie bevat een groot gehalte aan thujon, dat epileptische aanvallen kan uitlokken of, in hogere dosering, zo giftig is voor het centraal zenuwstelsel dat het verlammingen kan veroorzaken.

Salie is naast een krachtige genezende plant ook een belangrijk keukenkruid, dat alléén gebruikt, het beste tot zijn recht komt. Het is echter ook een waardevol hulpmiddel bij de vertering van vette gerechten. De bladeren worden medicinaal toegepast.

Recepten met salie

Varkenshaasje met salie op een groen bedje

Ingrediënten
  • 2 varkenshaasjes
  • 1 kg jonge spinazieblaadjes
  • 1 teentje knoflook
  • 1 takje verse salie
  • 150 gr. roomkaas met kruiden
  • zout - peper - cayennepeper
  • citroensap
Bereiding

Laat de spinazie doorkoken (3 min.) in wat water. Roer er een klontje boter door, en kruid met peper, zout en een vleugje cayennepeper, doe er ook het geperste knoflookteentje bij. Hou warm.

Hak de salie nu zéér fijn. Bak de varkenshaasjes naar eigen smaak, kruidt ze met peper en zout, strooi er de gehakte salie bovenop, eventueel kan men nog verder op smaak brengen met wat citroensap.

Leg de warme spinazie op de schotel, leg er de versneden varkenshaasjes bovenop, daarna kan men boven op het vlees het roomkaasje gelijkmatig verdelen. Versier met een blaadje salie.

Dit gerechtje smaakt zalig met een aardappel in de schil, met een stevig rood wijntje is dit een aanrader om onze winteravonden wat warmer, knusser en feestelijker te maken.

Aigo Bouido

Kruidensoep: Provençaalse Aigo Bouido

Breng een liter water aan de kook, voeg daar 6 tot 8 verse salieblaadjes aan toe, en laat het een kwartier koken. Voeg dan 6 flinke knoflooktenen toe, zout en peper en een kopje olijfolie, laat dit nog 10 minuten doorkoken. Leg dikke sneden geroosterd boerenbrood in soepborden en giet hierover de soep over. U kunt ook een paar geklopte eieren mengen met 2 eetlepels soep en deze door de soep roeren, voordat u deze opdient, de soep dan niet meer laten koken. Een zeer versterkend soepje.

Konijn met bier en salie

Bereidingstijd:

langer dan 1 uur

Aantal personen:

4

Gang:

hoofdgerecht

Keuken:

nederlands

Smaak:

Neutraal

Techniek:

stoven

Omschrijving:

(herfst/winter)

Ingrediënten
  • 3 sjalotjes
  • 1 teen knoflook
  • 1 zakje verse salie
  • 1 konijn (in delen)
  • 2 el olijfolie
  • 1 takje rozemarijn
  • 2 laurierblaadjes
  • 1 flesje witbier
  • 1 takje tijm
  • 1 kruidnagel
  • 1 pot witte bonen (330 g)
  • 1 blikje tuinbonen (200 g)
  • 1 blikje velderwten (200 g)
Bereiding
  • Sjalotjes en knoflook pellen en snipperen
  • Konijndelen bestrooien met zout en peper
  • In braadpan olie verhitten en konijndelen rondom bruin braden
  • Sjalot, knoflook en alle kruiden behalve de salie toevoegen en afgedekt ca. 10 min. stoven
  • Bier plus 2 dl water toevoegen en afgedekt ca. 50 min. gaar stoven
  • Konijn uit kookvocht nemen
  • Kookvocht boven kom door zeef schenken
  • Konijn terug in de pan en de helft van het kookvocht toevoegen
  • Tuinbonen, velderwten, witte bonen en salie toevoegen en het geheel goed doorwarmen

Geraadpleegde media

http://plantaardigheden.nl/plant/beschr/default.htm

http://www.uni-graz.at/~katzer/engl/spice_welcome.html

http://www.natuurlijkerwijs.com/salie.htm

http://www.annetanne.be/kruidenklets/

http://www.iocob.nl/index.php

http://users.skynet.be/hofmeester/tuinartikels/alle%20kruiden.htm

http://www.smulweb.nl/159263/koken/recept/Konijn-met-bier-en-salie

Terug naar overzicht