Terug naar overzicht

De SCHOONHEID van het brouwen

tww oktober 2016
Door: Theo van Eijden

Vele brouwbijbels zijn al opgesteld, waarin wordt gepredikt dat gij toch vooral in een schone omgeving en met schone materialen zult brouwen! Deze tekst zal bovenstaande brouwwijsheid niet geheel ondermijnen, doch hij zal duidelijk maken dat zo nu en dan best tegen dit brouwgebod kan en mag worden gezondigd.

Wij brouwen inmiddels ruim 2 jaar en hebben sindsdien ongeveer 20 brouwsels “voortgebracht”. De eerste paar brouwsels werden in moeders keuken gebrouwen. Voorzichtig onze eerste stappen in de brouwwereld zettend, volgden wij trouw alle aanwijzingen die wij tijdens de cursus geleerd hadden. Wij werkten zo akelig precies en schoon, dat zelfs Truus de Mier er een voddenvrouw bij leek. Ieder ingrediënt werd tot op het grammetje precies afgewogen en alles wat ook maar met ons bier in aanraking zou kunnen komen, werd vooraf ondergedompeld in kokend water.

Iedere keer brouwden wij 25 liter, wat op het eerste gezicht een aanvaardbare hoeveelheid lijkt. Echter, wanneer je met z’n tweeën brouwt moet je delen. Met als gevolg dat je brouwpartner met 12,5 liter bier aan de haal gaat, jou met een schamele 12,5 liter bier achterlatend. U zult al begrijpen, dit hebben wij niet lang volgehouden.

Besloten werd dan ook om grondig uit te gaan breiden. Er werden 2 branders aangeschaft, hooikisten werden gemaakt, kortom… de brouwset werd verdubbeld. Zo konden we in de toekomst ieder 25 liter bier maken, een toename van maar liefst 100%. Eén en ander had wel gevolgen voor onze brouwomgeving. Waar tot dan toe de blinkend schone keuken als brouwhuis had gediend, kreeg nu de stoffige garage deze rol toebedeeld… en daar begon onze brouwverloedering.

Waarschuwing: De nu volgende tekst bevat fragmenten, die voor enkele van u wellicht schokkend kunnen zijn!

Zoals u wellicht al uit de voorafgaande tekst heeft kunnen opmaken, behalen wij graag een optimaal rendement uit onze brouwactiviteiten. Dat betekent dat wij iedere keer weer tot het uiterste gaan om maar zoveel mogelijk liters bier uit onze pannen te persen. Dat dit wel eens fout zou kunnen gaan, kan iedere weldenkende brouwer al voorspellen.

De eerste keer dat het fout ging, was ook gelijk een echte misser. Een van de 2 bieren die de desbetreffende dag gebrouwen werd, begon langzaam te koken. Dat was dus hét moment om het overgrote deel van de hop bij het bier te voegen. Deze toevoeging van hop had echter een nogal allergische uitwerking op het bier, het bierpeil in de pan begon behoorlijk snel te stijgen. Op advies van de vrouw van 1 van de brouwers, werd besloten om het bier te roeren. Dat zou het van de kook halen. Wij willen hier graag de nadruk leggen op het woordje "zou". Het roeren mistte zijn uitwerking niet, zij het niet in positieve zin. Als een fontein spoot het bier de pan uit, grote hoeveelheden hop over de rand gooiend. De ontsteltenis was groot, dat zult u begrijpen. We kunnen hieruit alvast de conclusie trekken dat de adviezen van vrouwen tijdens het brouwproces niet serieus moeten worden genomen, laat staan ze op te volgen!

Er was nu een groot probleem ontstaan, want er lag meer hop op de stoffige garagevloer dan dat er in de pan zat. Na enig crisismanagement werd besloten om de hop weer terug in de pan te scheppen, wetend dat daarbij enige stof en wellicht ook olieresten van de vloer zouden worden meegenomen. Verder ging alles bij het brouwen van dit bier zoals het zou moeten gaan. Groot was de spanning toen wij het eerste flesje gingen proeven, immers… wij hadden gezondigd tegen het brouwgebod! Angst maakte echter plaats voor vreugde, toen wij de eerste slokken genomen hadden. Het was een heerlijk bier geworden!

Men zegt wel eens dat na de eerste zonde er altijd meer volgen. Deze uitspraak bleek ook op ons brouwactiviteiten van toepassing. Waar eerst ieder ingrediënt precies werd afgewogen, begon ook hier de vrijere hand toe te slaan. De nauwkeurigheid uit het begin, maakte plaats voor de spreuk: “Baadt het niet, dan schaadt het niet, ode aan de uitdrukking “Het wordt altijd bier”.

Bij het brouwen van onze eerste bieren, liepen wij voortdurend tegen een probleem aan bij het filteren met de kaasdoek. Iedere keer raakte deze verstopt, waardoor dit proces soms wel 2 uur duurde. Dit stelde ons wel in de gelegenheid om op ons gemak te genieten van de afhaal Chinees. De innovativiteit won het van het geduld. Bedacht werd om de kaasdoek met water schoon te spoelen zodra de eerste tekenen van vertraagde doorstroming zich voordoen. Daar is op zich nog niets mis mee, zij het dat het hier geen kokend water maar koud kraanwater betreft. Volgens onze brouwbijbel zit dit water vol met bacteriën, hetgeen een groot gevaar vormt voor het nog prille bier. Ons niet af laten schrikkend door dit gegeven, besloten wij het idee ten uitvoer te brengen. Het leverde een enorme tijdsbesparing op. De filtertijd van 2 uur werd teruggebracht tot nog geen 10 minuten!

De vraag zal nu rijzen, raakte het bier dan niet besmet? Ook wij zaten in grote spanning, tot het moment van de eerste keuring. Grote opluchting was daar, toen bleek dat het een prima bier was. Ook hier bleek de smetvrees van menig brouwer ongegrond. Dit waren slechts enkele voorbeelden van onze "wandaden". Er zijn er nog vele noemen, doch om het clubblad niet dikker te maken dan normaal zullen wij ze hier achterwege laten.

Het bovenstaande is geen vrijbrief voor alle brouwers om voortaan alle "reinheidsregels" aan de laars te lappen. Natuurlijk moet het bier met zorg gebrouwen worden, al is het alleen maar om de liefde van de brouwer in de smaak van het bier terug te kunnen vinden. Waar we alleen voor willen waarschuwen, is dat het brouwplezier niet moet worden bedorven door een (te) grote angst voor besmetting. Dan gaat de schoonheid van het brouwen pas echt verloren!

Wij willen deze tekst dan ook besluiten met het volgende: "Geniet van het brouwen en wees schoon met mate"

Theo van Eijden & Alwin Duivenvoorden

Eerder gepubliceerd in het clubblad van april 2000

Terug naar overzicht