Terug naar overzicht

Ben Bierbrouwen

tww oktober 2012
Door: Ben Jacobs

We moeten alweer een tijdje terug reizen in de tijd om bij het laatste stukje geschiedenis te komen dat ik over bier heb vertaald uit een oude Zymurgy. Niet alleen qua geschiedenis, maar ook dat het namelijk best wel een aantal bladen geleden is. Maar er dringt zich steeds een andere column gedachte op.

Die van deze maand zet ik toch opzij om u wat meer bij te brengen over bier brouwen vanaf het begin van de jaartelling. Elk kopje begint, als gewoonlijk met een jaartal en we werken nu in onze eigen jaartelling.

100:

In zijn werk ‘Natural History’ schreef de Romeinse historicus Pliny de Oudere dat Germaanse stammen gebogen houtdelen en metalen hoepels gebruiken om (de aldus vroegst bekende) vaten te maken.

736:

Humulus lupulus (de hop) als sierplant doet zijn intrede, de plant is verwant aan Cannabis, maar ook aan de Moerbei. In de Hallertauer regio van het moderne Beieren worden hoptuinen aangelegd.

816-837:

Er wordt een nieuw klooster gebouwd in St. Gallen, zuid Duitsland. Op de blauwdruk staat ook een domus confisiendae celiae, oftewel een brouwerij, getekend. De kloostertraditie om zelf te brouwen is groeiende.

Circa 990:

Met waterkracht wordt langzaam een begin gemaakt van de industrialisatie van West-Europa. Er wordt gewag gemaakt van een eerste molengestuurde brouwerij in een document van het klooster van Saint-Sauveur te Montreuil-sur-Mer (Frankrijk).

1079:

De Abt Hildegarde van St. Ruprechtsberg constateert de kracht van hop, door te beschrijven dat bier met hop langer goed blijft dan niet-gehopt bier. Haar werk, de ‘Physica Sacra’ bevat de oudst bekende schriftelijke opmerking over het gebruik van hop in bier.

1420:

De notulen van de Münchener stadsraad bevat de vroegste referentie naar ‘het brouwen van lager’. De groei van wilde gisten maakt brouwen in de zomer onmogelijk en Beierse brouwers gaan hun bier koel bewaren (lageren) in Alpengrotten, om pas te tappen als het nodig is. De koele omstandigheden en het langer bewaren maken het bier rijper, zachter en stabieler.

1516:

William IV van Beieren komt met het Reinheitsgebot. Alleen mout, hop en water mag gebruikt worden om bier te brouwen (gist was destijds uiteraard nog onbekend). Pas in het begin van de 20e eeuw wordt het Reinheitsgebot algemeen erkend in geheel Duitsland.

1614:

De brouwmeester Elias Pichler, werkend in het Hofbrauhaus in München, maakt succesvol het populaire bier van Einbeck uit het Noorden na. De term ‘bock’ een vereenvoudiging van ‘Ainpoeckisches (Einbeck) Bier, is in deze periode ontstaan (zie de lezing van Erik over bokbieren, ons blad mei 2011).

Late 17e eeuw:

De Duitse chemicus, Georg Ernest Stahl, publiceert zijn: ‘Zymotechnica Fundamentalis’, een eerste poging tot een wetenschappelijke theorie, die het fermentatie proces verklaart. Stahl gelooft dat fermentatie optreedt wanneer de diverse componenten tegen elkaar ‘duwen en stoten’ en daarmede de originele verbindingen verbreken opdat er nieuwe en sterkere verbindingen kunnen ontstaan.

1680:

Anton van Leeuwenhoek (hè hè, eindelijk eens een Nederlands feitje, maar wel een heel belangrijke!!!) ontwaart onder de microscoop individuele partikels gist. 

1690-1710:

Om de oorlog tegen Frankrijk te kunnen financieren, wordt er door de Engelse vorst belasting geheven op mout. De brouwers reageren door te bezuinigen op mout en meer hop te gaan gebruiken, waarvan het gebruik lager belast wordt.

 

Je wordt wel dorstig na al die (veelal Duitse) feitjes en weetjes, dus ik grijp naar een prima Duitse dorstlesser, een Dunkel Weizen. U krijgt nog het recept, maar ik vond dat dit keer de geschiedenis voor mag gaan. En eh, wat in het vat zit…

Proost, Ben

 

Terug naar overzicht