Terug naar overzicht

Ben bierbrouwen

tww april 2012
Door: Ben Jacobs

Het is al weer een tijdje terug, maar ik heb vorig jaar een paar keer beloofd meer geschiedenis in mijn column op te nemen. Van gist is al het een en ander gezegd omdat er steeds meer over gepubliceerd is. Dit wordt mede in de hand gewerkt door steeds betere technieken op het gebied van DNA-technologie (o.a. PCR technieken) en ook op het gebied van microscopie valt te scoren, zoals het Toetanchamon artikel van vorig jaar liet zien. Echter, er zijn ook wetenschappers (Max Planck Gesellschaft heeft recent een persbericht vrijgegeven van een van hun, helaas overleden, onderzoekers) die zeggen dat al deze vondsten nog niet wijzen op het daadwerkelijk maken van bier, omdat receptuur van datgene wat men deed met de gevonden resten, niet te achterhalen is. U moet zelf maar bepalen wanneer de geschiedenis van bier echt start…

Uit een oude Zymurgy wist ik het volgende te halen (oh jee, als dat ook maar niet al weer achterhaald is…)

  • 3.800.000.000 B.C.: gist maakt zijn intrede. Al in 1979 zijn door wetenschappers resten gevonden van gistachtige structuren in metamorphisch gesteente in West-Groenland. Dat is een extreem vroeg voorkomen van een dergelijk organisme, de aardkorst is dan nog maar net afgekoeld.
  • 97.000.000 – 66.000.000 B.C.: Angiospermen (bloeiende planten) domineren de aarde. Daartussen bevinden zich ook de voorlopers van de granen, waaronder gerst. En als de graankorrels in een poeltje modder vallen en ontkiemen, dan is er altijd wel een gistcel die in staat is mee te genieten van de vrijkomende suikers uit het zetmeel, die de jonge kiemplant in gunstiger omstandigheden had moeten doen groeien. Kortom, alcohol is al aanwezig in het pre-mens tijdperk. Maar als er niemand is om van te genieten, dan kun je erover filosoferen of het bier genoemd kan worden.
  • 50.000 – 10.000 B.C.: ergens in deze periode ontdekt de prehistorische mens ‘bier’. Het kan zijn dat een in de regen achtergelaten mand brood een lekker aroma heeft ontwikkeld en plezier geeft bij het nuttigen ervan. Of dat de allerkleinsten en de oudjes gekauwde granen voorgeschoteld krijgen. Als je een dergelijk portie zou vergeten, dan heeft het speeksel ondertussen het zetmeel al deels afgebroken en zal het alom aanwezige gist de rest hebben gedaan. Chicha, bier gedronken door Indianen in de Andes, wordt nog steeds zo uit maïs gemaakt. Ik moet toegeven dat toen ik Chicha maakte, de maïs uit blik was, niet voorgekauwd en dat biergist tabletten de rest deden. Anders hadden mijn gasten zich vast aan andere dranken vergrepen. Maar dit terzijde, waarschijnlijk is het wel dat vele culturen dit hebben ontdekt en toegepast.
  • 10.000 B.C.: in het Midden-Oosten wordt gerst gedomesticeerd. De neolithische mens kon echter zelf alles vinden (jager en verzamelaar zijn we heel erg lang geweest, met succes). Maar wil je voldoende granen hebben, om brood of een drankje als bier, van te maken, dan zal je de graanleveranciers moeten gaan verbouwen, en dat dwong de mens tot permanente bewoning rondom de granen. Conclusie: bier zou de moderne civilisatie in gang hebben gezet. Een leuke theorie, maar naar mijn idee wel erg vergaand en zeker niet bewijsbaar. Feit blijft dat het heel lang geduurd heeft voordat men tot een meer sedentaire levenswijze overging en we weten nu allemaal waar dat toe heeft geleid.

In de komende tijd zal ik deze geschiedlijst verder opnemen in mijn column,
Proost, Ben

Terug naar overzicht