Terug naar overzicht

Clubkampioenschappen, klasse B en D

tww februari 2009
Door: André van der Zee

De clubkampioenschappen zijn zo opgezet dat er gebruik gemaakt word van de keuringscapaciteiten van de BKG-keurmeesters binnen onze club. Nadat de leden op de clubavond alle bieren hebben gekeurd krijgen de BKGers een selectie van de hoogst scorende bieren mee naar huis. Thuis beoordelen we ze nog eens. Samen met de beoordeling van de leden heeft dit als doel de beste bieren te laten winnen.

Na de laatste bierkeurmeesteropleiding van het BKG telt onze club maar liefst 7 keumeesters. Misschien handig om ze nog eens op een rijtje te hebben. Wil je eens de mening weten van een keurmeester dan kan je ons altijd om commentaar vragen.

  • Hein Koops
  • John Keuris
  • Arnoud Aten
  • Sjaak van der Lee
  • Rob Hagen
  • Theo van Eijden
  • André van der Zee

De keuring

Tot ons aller verbazing  was het aantal ingezonden bieren voor de afgelopen clubkampioenschappen in de klasse B en D erg mager. Slechts 5 bieren in klasse B en 9 bieren in klasse D. Het leek de wedstrijdcommissie niet verstandig om deze bieren over meerdere keurmeesters te verdelen, zodat ik alle bieren meekreeg en alle 14 heb gekeurd. Meer dan de maximaal 8 a 9 bieren die we tot nu per keurmeester gekeurd hebben. Voordeel voor mij is dat ik nu een goed beeld heb van het niveau van de gebrouwen bieren.

Wat opvalt is dat er zowel goede als slechte bieren bij zitten. De slechte bieren kunnen we verklaren omdat we een aanzienlijk deel pas beginnende brouwers hebben. Dat ook  beginnende leden goed kunnen brouwen hebben we tijdens het ONK 2008 kunnen zien. Ben Jacobs behaalde daar met een Sterke Blonde de tweede plaats in klasse C. Hulde!!

Gushing

Waar we als keurmeesters ook regelmatig mee geconfronteerd worden en wat nu ook weer gebeurde is flessen die na het openen overschuimen (gushing). Voor de keurmeester erg vervelend want die moet zijn papieren en het tapijt zien schoon te houden. De presentatie van het bier komt het ook niet ten goede. Het bier wordt op z’n minst troebel en met een beetje pech hecht het koolzuurgas zich aan het depot en ontstaan er vlokjes of, nog erger, hele lappen depot zweven in het bier. Bij de PINT bierproefclub in Leiden hebben ze een proefjargon ontwikkeld en daar omschrijven ze dit fenomeen als “drinkontbijt”.

Als keurmeester begin je dan niet al te opgewekt aan zo’n bier, maar ook deze brouwer heeft tijd in zijn brouwsel gestoken en verdient aandacht en een goed keuringsrapport. Gushing kan door een aantal factoren veroorzaakt worden, zoals een slechte kwaliteit mout. De oogst van 2007 was “slecht” zodat zelfs commerciële brouwers er last van hadden. Ook oude of beschimmelde mout geeft hiertoe aanleiding. Verder kan het door een infectie komen of simpelweg door het gebruik van teveel bottelsuiker, al dan niet in combinatie met een nog niet uitgegist bier. Mogelijke remedies zijn:

  1. gebruik verse grondstoffen, ook mout kan je niet eeuwig bewaren
  2. sla je mouten goed op
  3. werk schoon, voorkom infecties
  4. bottel pas als je bier is uitgegist
  5. gebruik niet teveel bottelsuiker

1) Bewaar je mout niet te lang

Een goed bier brouwen en bottelen is heel veel werk en het is jammer als dat vanaf de start al kansloos is omdat de grondstoffen van dubieuze kwaliteit zijn. Oud worden van grondstoffen is te voorkomen door meer te brouwen en dat lijkt mij geen straf. Na dit gelezen te hebben kan je ook mij nog eens de schuld geven, dus grijp je kans. Wat ook helpt is om je voorraad bij te houden en vaker kleinere hoeveelheden te kopen. Ook hier geldt “een goed begin is het halve werk”.

2) Sla je mout goed op

Goed opslaan is voornamelijk droog opslaan. Mout trekt vocht aan (hygroscopisch) en mout met een te hoog vochtpercentage schimmelt makkelijk. Bewaar je mout in een afgesloten platic zak in een afsluitbare ton. Dit voorkomt dat schimmels, torren en muizen zich aan je kostbare mout tegoed doen.

4) Bottel je bier pas als het is uitgegist

Meet het eind SG en gebruik als vuistregel dat dit een kwart of minder moet zijn van het begin SG. Voorbeeld: bij een start SG van 1080 pas bottelen als je een SG hebt van 1020 of lager. Gebruik voor het bottelen dezelfde gist als je voor de hoofdgisting hebt gebruikt. Het kan zijn dat als je een andere bottelgist gebruikt deze een hogere eind vergistingsgraad heeft dan je hoofdgist waardoor extra druk kan ontstaan.

5) Gebruik niet teveel bottelsuiker

Gebruik liefst rietsuiker, geen kristalsuiker want dat geeft een wat scherpe smaak. Los voor elke liter 6,5 gram suiker op in een beetje kokend water. Hevel je bier na het lageren in een schone vat en roer daar de suikeroplossing goed doorheen. Zo krijg je in elk flesje de juiste hoeveelheid suiker en dus ook koolzuurgas.

Overige tips

Als je bieren wilt inzenden voor een wedstrijd waar gekeurd wordt door keurmeesters heb ik een paar tips. Stuur geen oud bier meer in. Na verloop van tijd krijgt elk bier last van oxidatie. De geur en smaak ervan wordt omschreven als portachtig of rozijnachtig. Geen vervelende geur en smaak, maar het is nogal overheersend waardoor andere smaakcomponenten niet of moeilijk te proeven zijn. Het oorspronkelijke karakter van het bier is compleet verstoord en dus niet goed meer te keuren. Meestal ben ik dan kort en vind je in de omschrijving iets terug van “dit bier is over z’n top” of “dit bier is kapot”. Zegt niets over de kwaliteit van een bier maar veel punten zal je er niet mee scoren.

Tweede tip is om voor een goede presentatie te zorgen. Zorg dat de flessen die je voor een keuring inlevert gaaf zijn, een juiste afvulhoogte hebben (minder dan 4 cm onder de kroonkurk), geen roest aan de flesrand of op de kroonkurk en geen uiterlijke kenmerken of resten daarvan. Stel ook je kroonkurkapparaat goed in zodat er geen deukjes onstaan in de dop. Het kost je maar een klein aantal punten, maar ze zijn zo makkelijk verdiend en kunnen net het verschil maken.

Terug naar overzicht