Terug naar overzicht

Clubavond in Amsterdam

tww september 2008
Door: Erwin Visser

Vrijdagavond 29 augustus 19.30. Ik fiets door de stad op weg naar de Prael, Ik ben geen Amsterdammer en alhoewel ik al ruim 25 jaar in Amsterdam werk weet ik niet precies waar het is. Vanaf het damrak sla ik rechtsaf de Oudebrugsteeg in en aan het eind links de Warmoesstraat in, door de Nieuwebrugsteeg naar de Oudezijds Vooorburgwal. Nou ja fietsen dat gaat nog maar net. Het is meer slalommen, zo nu en dan even stilstaan of stapvoets fietsen en opletten om niemand aan te rijden. Ondertussen zie ik de sexwinkel op de hoek waar de dildo’s in de etalage staan, het restaurant het Karbeel waar je kunt kaasfondueen , het politiebureau, de steegjes met de rode lampjes en de vele toeristen.

 

Bij nummer 30 staat ‘de Prael’ op de gevel. Het ziet er anders uit dan ik me heb voorgesteld. Geen café of proeflokaal maar een winkel. Als de fiets voor de winkel op slot en aan een paal is vastgelegd begroet de uitbater mij vriendelijk bij binnenkomst. Pas dan valt de ruimte op die achter de gevel zit. Links voorin staat de toonbank met een pot kleine blauwe en gele Prael buttons. In de stellingen, die in een soort bibliotheekformatie staan opgesteld, kun je niet alleen bieren van de Prael maar ook van andere kleine brouwerijen kopen. In het midden van de winkel staan bierboeken te koop met daarvoor drie kleine donkerrode fauteuils om rustig een biertje te drinken.

Aan het eind van de winkel staat een grote tafel en links is een nis met drie grote gistingsvaten en een smalle vide die nog moet worden ingericht. Op een tafeltje staat een maquette van bestaande en nog te bouwen gebouwen.

 

Achter de winkel ligt de brouwerij. Die is gevestigd in een voormalig veilinghuis. Je bereikt deze door een steegje. Rechts van het gebouw zoeken archeologen naar oude resten van de stad. Belangstellende leden luisteren aandachtig naar de vondst van een muurtje uit de 16de eeuw die na vastleggen op de foto door een bulldozer omver is gehaald waarna weer verder wordt gespit in het verleden. De aandacht verlegt zich als andere leden met een glas bier aandachtig de temperatuurmeters van de gistingsvaten bestuderen. In de bottelzaal bedient een medewerker de kleine bar met twee tappunten. Een Johnny of een Heintje.

prael3

De groep wordt in tweeën gesplitst. Met circa 25 man gaat de eerste groep op een smalle witte trap twee verdiepingen hoog naar de voorzolder. Hier ligt de mout opgeslagen in zakken van 25 kilo. De mout is per boot aangevoerd en als de uitbater vertelt dat de moutzakken handmatig zijn gelost en naar de zolder zijn getild kun je je voorstellen dat dit op zich al een toeristische attractie moet zijn geweest.

 

Vanuit de voorzolder kom je in de bovenkamer van het hart van de brouwerij. Over een rondlopende galerij kijk je uit op de deksels van de brouwketel en de filterkuip die met schoorstenen zijn versierd en wonderwel niet het dak uitgaan.

Vanaf de galerij wordt een zak geschrote mout van man tot man doorgegeven en in de ketel gekieperd.

prael2

Aan de andere kant van de zolder kun je met de trap naar de 1e verdieping. Hier vindt het daadwerkelijke brouwen plaats. De gehele installatie is van roestvrijstaal en de leidingen lopen onder- boven en naast de ketels. Ze komen tezamen in het midden van de ketels waar de brouwer het brouwproces bestuurt. De ketel wordt verwarmd met stoom. Je kunt wel stellen dat hier nog ambachtelijk bier wordt gebrouwen. Alle toevoer vindt handmatig plaats. Als er volgens de brouwer te weinig spoelwater in de ketel is of de temperatuur moet worden verhoogd wordt er een kraan open- dan wel dichtgedraaid. Het brouwproces moet door veel controleren, meten en ervaren opnieuw worden geleerd wat uiteindelijk tot een hogere kwaliteit van het bier moet leiden.

 

Op een tafel ligt een groot schrijfboek open met recepten en aantekeningen van het brouwproces. Een ieder kan het inzien. Het is kenmerkend voor deze brouwerij. Er zijn geen geheimen. De brouwerij wordt door twee voormalige verpleegkundigen Arno Kooij en Fer Kok met een sterk sociaal gevoel geleid. De medewerkers zijn langdurig psychiatrische patiënten die werken op parttime basis met behoud van uitkering.

 

Je zou verwachten dat het brouwen van bier het hoofddoel is. Natuurlijk moet er winst worden gemaakt om de boel draaiende te houden maar de brouwerij is voor de patiënten een middel hun ziekte te accepteren. Ze voelen zich betrokken bij de brouwerij en zijn gemotiveerd om zo goed mogelijk werk te leveren. Ze krijgen hier veel waardering en een gevoel van bestaanrecht.

 

Via de kantine en het kantoortje komen we weer beneden in de lagerruimte met vier gistingsvaten. Op de vaten staan de namen van het bier en het gebruikte gist. Tot slot is er de afvulruimte. Hier wordt de kroon op het werk gezet. Alle medewerkers worden betrokken bij het afvullen van de fusten en het bottelen van het bier. Dit vinden de medewerkers volgens de uitbater het meest gelukkige moment omdat hiermee het proces wordt afgerond, het resultaat is bereikt en dat mag met een biertje gevierd worden.

 

Na de rondleiding staat iedereen gezellig met een biertje in de hand na te praten. Het typeert de brouwerij. Je voelt je hier thuis en zou best wel mee willen werken. De brouwerij is net geïnstalleerd en de eerste proefbrouwsels zijn gereed. De verwachting is dat eind 2009 het proeflokaal gereed is. Maar zo lang hoef je niet te wachten, want je kunt nu de Preal al bezoeken en een heerlijk biertje proeven!

 

Om 10.45 fiets ik terug. Het is gezellig druk op straat. Of zal ik nog ff blijven

Terug naar overzicht