Terug naar overzicht

Van de redactie

tww mei 2008
Door: Nico Mes

Het is leuk af en toe in het buitenland de bierwereld te bekijken. Zo was ik vorige week in Dublin. Uiteraard is pubbezoek daar een must voor een bierliefhebber. Wat dan opvalt is dat je in elke pub Guinness kunt drinken (niet zo verwonderlijk), maar ook Heineken. Naast Guinness zijn er nog enkele Ierse bieren verkrijgbaar, de diversiteit is echter klein. In maar één pub (the Porterhouse) kwam ik een breder assortiment tegen. Maar het was in de pubs heel gezellig, veel muziek en goed pubvoedsel. Het is dan niet zo erg dat de keus aan bieren klein is, een Guinness is best lekker, vooral uit de tap. Bovendien kent het personeel achter de bar de bieren. Dat is in Nederland niet altijd het geval.

Laatst was ik in een hotel in Zandvoort, daar hadden ze Jopenbier op de tap. Toen ik vroeg welk Jopenbier op de tap was werd verwonderlijk gevraagd of er meer dan één Jopenbier was. Welk bier het was wist de barman niet, zo te proeven was het Hoppenbier. Een zelfde ervaring had ik gisteren in de Beemster waar ze in een eetgelegenheid nog net wel een bier hadden van de Lepelaer, maar er verder ook niets van wisten. Er is nog heel veel te verbeteren in de horeca omtrent de bierkennis van het personeel. Eigenlijk zouden ze op 1 juni naar het ONK moeten komen om kennis op te doen, op de zelfde dag is dat ook nog mogelijk in ’s-Hertogenbosch op het KBC-festival.

Terug naar overzicht