Terug naar overzicht

De Kroonkurk

tww november 1999

 

De Kroonkurk


Zelden staan we stil bij de oorsprong van handige voorwerpen, die het dagelijkse leven vergemakkelijken. Feiten en weetjes over hoe die alledaagse dingen zijn ontstaan en wie ze heeft uitgevonden. Hier volgt een artikel over de kroonkurk

De kroonkurk dankt haar naam aan de Amerikaanse uitvinder, William Painter, die vond dat het stukje metaal met 21 rimpels op de kroon van koninginnen en koningen leek. En het waren echt 21 tandjes. Proeven met 20 en 22 inkepingen liepen op niets uit. Painter, van Ierse afkomst, kreeg op 2 februari 1891 octrooinummer 468.258 voor de 151ste gedeponeerde flesafsluiter. Hij werd er steenrijk mee.

De kroonkurk is eigenlijk niet te verbeteren, zo bewijzen de meer dan 50 miljard exemplaren die jaarlijks worden vervaardigd. De dop voor bier en frisdrank kost bijna niets en hij kan makkelijk machinaal op de fles worden gezet.Het ding kan ook weer probleemloos van de fles worden verwijderd, koolzuur ontsnapt niet en de kroonkurk zelf is goed te hergebruiken. Zij bleek niet minder dan een revolutie. De voorloper van de kroonkurk was de 'bottle seal' die veel weg had van zijn succesvolle opvolger, maar na langere tijd de fles toch niet luchtdicht afgesloten hield. Het was een rubberen plaatje met waterdichte canvas bekleding die op de fles werd gedrukt en bleef haken achter de groeven van de flessenhals. Deze flesafsluiter had als nadeel dat na enige tijd de koolzuur toch ontsnapte, terwijl bovendien de smaak van de drank snel minder werd.

De Crown Cork van William Painter kende dit bezwaar niet. Desondanks kostte het hem enige moeite om brouwers, flessenmakers en slijters van de grote voordelen van de kroonkurk te overtuigen. Om zijn gelijk te bewijzen liet de uitvonder een groot aantal flessen bier meevaren als ballast van een groot vrachtschip dat naar Zuid-Amerika en terug ging. Toen het vaartuig maanden later weer ter bestemming kwam werden de bierflessen geopend en bleek het gerstenat nog steeds uitstekend te drinken. Dat kwam doordat Painter aan de onderkant van het gekartelde metalen dopje speciaal geprepareerd papier liet aanbrengen. De inhoud kwam zo niet in contact met het metaal. Later kwam er een dun plaatje echte kurk in, met als volgende vernieuwing een aluminium plaatje om te voorkomen dat de drank naar kurk ging smaken. Rond 1970 werd het een plastic binnenkantje, dat pas sinds de laatste jaren geen PVC meer bevat.

William Painter maakte een fortuin met de Crown Cork & Seal Company Inc. die hij oprichtte om zijn vinding aan de man te brengen. Het afgelopen jaar boekte deze in 50 landen opererende multinational met 38.500 werknemers een omzet van bijna 18 miljard gulden.

Er is een kleine vereniging van kroonkurkverzamelaars in Nederland die vijf keer per jaar een blad uitgeeft. Zij organiseert bijeenkomsten van liefhebbers en veilingen. Oude of zeldzame doppen doen tussen de ƒ 1,10 en ƒ 13,00. De verzamelaar let bijvoorbeeld ook op kleine tekentjes op de zijkant van de dop, die aangeven uit welke fabriek hij afkomstig is. Zoals elke trotse eigenaar van een collectie, geeft de bierdoppenliefhebber de voorkeur aan onbeschadigde exemplaren. Dat is merkbaar in de prijzen voor de zeldzamere kroonkurken. ´Postfris´ brengen ze de hoogste prijs op. De droom van elke verzamelaar is dan ook een postpakket van zijn favoriete brouwer met doppen die niet op de fles zijn gezet. Er zijn ook handleidingen in omloop over het openenen van (vooral) bierflessen, zonder de dop te beschadigen. En of je de kroonkurk nu met behulp van brandkraan, politieauto, skibinding, tanden of computer opent, het laatste voorschrift luidt toch altijd ´Proost´.

Bron: Haarlems dagblad, 5 augustus 1999

Terug naar overzicht