Terug naar overzicht

Ben Bierbrouwen

tww april 2015
Door: Ben Jacobs

Als de oplettende lezertjes zich nog kunnen herinneren (en dat is alweer twee clubbladen terug), dat ik voorzag dat het alsnog weer gezellig en lekker druk zou worden, nou… een deel is uitgekomen. Maar niet het ‘lekker’ druk, de aanduiding dat er weer veel uit het vat zou gaan vloeien.

Nee, helaas, wel veel drukte, geen extra bier. Op zich geen probleem, er zit nog genoeg aan te komen en oude voorraden worden nu als vanzelf aangesproken. En het wachten is ook nog op het eindresultaat van ons gistexperiment (veel proeven dus). Een aantal van deze bieren staat al te lageren, maar een deel heeft door de meegekregen condities moeite met het behalen van het eind SG. We wachten met spanning deze bieren af…

Helaas gonst het ook niet van de ONK drukte om me heen. Ik heb nog niet eens een idee of en wat ik ga insturen. Toch hoop ik dat Twortwat ruim vertegenwoordigd gaat worden. En wie weet, volgt er eeuwige roem voor een van onze clubleden.

Dichter bij huis is dat natuurlijk ook te behalen met onze clubwedstrijden, nu in een ander jasje gestoken. We kunnen een eigen bier insturen en twee door de wedstrijdcie bepaalde bieren: en een daarvan is een oesterstout. Tja, daar heb ik eens wat over opgezocht. Wat blijkt: in de Victoriaanse tijd stonden in Engeland oesters en bier vaak samen op het menu. Deze mollusken waren er in overvloed, alsook de destijds populaire Stout porter.

En blijkbaar vindt zo’n mollusk zijn weg dan naar de brouwketel! Mogelijk om het bier helderder te maken, maar ook om een zachter mondgevoel te creëren van de toen karakteristieke Stouten. Maar in New Zealand zou men als eerste in de 20e eeuw de hele oester hebben gebruikt bij het brouwproces.

Tegenwoordig worden ze met name gebruikt bij de oester stout. Hoeveel? Dat is afhankelijk van je basis recept. Maak je een oatmeal (haver) stout met flink veel gebrande smaken, gebruik dan de gehele oester. Maar maak je een subtiele dry stout, gebruik dan alleen de schelpen.

Je moet in ieder geval niet teveel gebruiken.  Bijvoorbeeld bij een 20 liter oatmeal stout een 0.5 pond oesters, en bij een droge stout een dozijn schelpen. Je voegt de oesters toe bij het koken, maar dan in de laatste 10 minuten. De schelpen kunnen langer meegekookt worden.

Gaan we er voor bij de volgende brouwdag?

Proost,

Terug naar overzicht