Terug naar overzicht

Benen op tafel 2015

tww februari 2015
Door: Jan Wurpel

Jaarlijks, bij de eerste aanzet om invulling geven aan de komende clubavonden en thema’s, houdt het bestuur een sessie “Benen op tafel” genoemd. In eerdere jaren gebeurde dat bij een van de bestuursleden thuis. Een ieder diende vooraf na te denken over wat onze vereniging de afgelopen periode gebracht heeft en wat er eventueel aan het beleid moet worden bijgeschaafd, of dat eventuele nieuwe thema’s moeten worden ontwikkeld.

Verleden jaar is dat ook gebeurd, maar toen heeft het bestuur dat buiten de deur gedaan in de vorm van een “Bestuursuitje”. Wel op eigen kosten! Dit even voor degenen die mochten denken dat dit met verenigingsgeld werd bekostigd. Verleden jaar was dat “bestuursuitje” in Den Haag. Daar heb ik al eens over bericht. Zeker met dat vieze Haagse regenachtige weer van toen, waarbij we het biercafé wat we graag wilden bezoeken in de middag gesloten bleek en toen het wel open ging, erg tegen viel.

Dit jaar trok het bestuur op 16 januari naar Amsterdam. We hadden afgesproken op het station van Hoofddorp. We gaan dan altijd met de trein. Dat streelt Erik, werkzaam als machinist bij NS, weer. Het zonnetje scheen zowaar nog van uit een strak blauwe lucht. Amsterdam station Muiderpoort was de eindbestemming. Van daar was het een dikke 10 minuten lopen naar brouwerij ’t IJ. Vanaf 1985 is Brouwerij 't IJ gevestigd in het voormalig Badhuis 'Funen', naast Molen 'de Gooyer' in Amsterdam Oost. Op deze locatie wordt nog altijd gebrouwen en is ook het proeflokaal gevestigd.

Omdat de ruimte in Badhuis 'Funen' niet genoeg bleek om aan de groeiende vraag te voldoen, werd in 2012 besloten een tweede brouwlocatie te bouwen. Hiervoor is een pand betrokken aan het Zeeburgerpad in Amsterdam-Oost, op zo'n 600 meter van de oorspronkelijke brouwerij. Goed, in het proeflokaal aangekomen lieten we eerst een tapbier vanuit de nieuwe brouwerij naar binnen glijden. Het tweede bier hebben we buiten genuttigd aan een soort van picknicktafel.

We hadden afgesproken dat een ieder van ons na zou denken over wat hij vond van de afgelopen periode en wat er eventueel gewijzigd of aangevuld diende te worden t.a.v. het beleid voor 2015 e.v. Nu zaten we wel aan een tafel, maar gelet op de constructie van deze picknicktafel en de temperatuur buiten werd het geen benen op tafel. Wat in het gesprek naar voren kwam is dat we wel een grote vereniging zijn met veel brouwende leden, maar dat we wat weinig op de podia verschijnen als het om de prijzen gaat die in diverse wedstrijden te behalen zijn. We hebben het getracht te analyseren, maar er echt goed uitkomen deden we niet. Wel waren we het er unaniem over eens dat we voor 2015, en wellicht nog wel wat langer, wat meer nadruk moeten gaan leggen op de kwaliteit van het brouwen.

Een van mogelijkheden om dat te bevorderen hadden we al ingevuld. De proeftafel is een mogelijkheid voor de leden om hun bieren te laten beoordelen door de keurmeesters uit onze vereniging. De feedback die gegeven wordt moet leden aansporen verbeteringen aan te brengen in hun brouwtechniek of in het gebruik van hun ingrediënten. Er wordt geopperd om een nieuwe commissie in het leven te roepen die zich bezig gaat houden met het onderzoeken naar mogelijkheden om de brouwtechnieken verder te kunnen verbeteren. Op een hoger plan brengen, zal ik maar zeggen. Dat lijkt wel weer een beetje op de technische commissie van weleer, maar deze commissie zal meer de nadruk op het verbeteren van brouwgereedschappen (gadgets) moeten zien te leggen.

De zon verdween, er kwam een flinke bewolking opzetten en de molen waarnaast wij zaten, gaf in het geheel geen warmte af. En bibberend bier drinken is niet je van het. Dus gingen we enigszins verkleumd toch maar weer naar binnen. Daar konden we gelukkig aan een ronde tafel zitting nemen. Er werd weer wat bier van ’t IJ besteld en ook wat kaas en worst die ze daar speciaal in een keuken verkopen. Verder viel het mij op dat er erg veel bier verkocht werd via diezelfde keuken. Mensen kwamen hele kratten ophalen voor hun weekend. Op een gegeven moment moest ik even naar het toilet. Bij terugkomst was mijn stoel bezet door een nogal zwaar orerende man, die volgens mij toch al aardig in kennelijke staat verkeerde. Ik heb hem maar een beetje naar de mond gepraat en hem niet van mijn stoelkruk geduwd. Geeft zo’n herrie! Toen de man voldoende zijn nieren had afgestoft verdween hij weer naar een volgende plek in het proeflokaal.

Nu konden we het concept van nieuwe commissies nog wat verder uitdiepen. Het idee werd geopperd om te kijken of er een commissie te formeren is die zich met de kwaliteit van het brouwen gaat bezig houden. Nog maar een biertje, wat kaas, nootjes en worst, waarna het toch wel tijd werd om op te stappen en onze weg te vervolgen naar het volgende etablissement, Grand Café Delirium aan de Piet Heinkade in Amsterdam. Dat zou maar een klein halfuurtje lopen zijn volgens Walter. Maar ja, die heeft lange benen. Het was inmiddels al donker geworden en het waaide behoorlijk. Dan maar snel op weg zien te gaan naar Café Delirium. Echter onze voorzitter was er nog niet. Ja, die waren we kwijt! Zeker naar het toilet? Inmiddels begon het te regenen, en wij ons maar afvragen waar de voorzitter bleef. Eindelijk kwam meneer weer eens in beeld en konden we aan de mars van een half uur beginnen.

Op de vraag aan Theo waar hij was op het moment dat we wilden gaan lopen, antwoordde hij dat hij nog even in gesprek was met een, op het conservatorium geschoolde, musicus. Die zag het amateur bierbrouwen helemaal zitten en wilde wel eens wat van zijn muzikale kunsten bij ons komen vertonen in ruil voor wat ervaringen met het amateur brouwen. Lijkt me leuk als hij zijn contabas als roerstok gebruikt en zoete tonen voortbrengt als hij de snaren aflikt. Ja, zo’n gesprekje neemt tijd in beslag. Maar goed, we liepen de Tsaar Peterstaat door op zoek naar de lange weg vlak langs het IJ, die ons naar de Piet Heinkade moest leiden. Nu moet ik zeggen dat ik wel een vaker een stukje in de regen gelopen heb, maar nu het begon steeds harder onaangenaam te regenen. Bij vertrek uit Hoofddorp met een blauwe hemel had ik mij slechts getogen in een bodywarmer, zodat nu mijn mouwen al behoorlijk nat begonnen te worden. Eindelijk hadden we die (lange) weg naar de Piet Heinkade gevonden. Een lange moderne mistroostige weg met aan de ene zijde de een spoorlijn en aan de zijde waar wij liepen alleen maar strakke nieuwbouw met ontzettend veel glas. Mogen ze in Nijmegen dan met de vierdaagse de “Via Gladiola” hebben, hier op de Piet Heinkade is het permanent de “Via Silicium”. Glas, glas en overal glas! Lars Taylor zou er misschien wel miljonair kunnen worden, zoveel ramen zijn er te wassen. Het minst gezellige stuk van Amsterdam, zou ik zeggen. Normaal hebben gebouwen nog wel eens een overstekend dak, zodat je dicht langs de pui nog enigszins beschut loopt tegen wind en regen. Er was geen winkel, café of restaurant te vinden. En de voorzitter moest eigenlijk toch wel nodig een toilet zien te vinden voor zijn persoonlijke verzorging. Ja, dat krijg je met dat zeikweer!

Verleden jaar in Den Haag ook veel regen! Maar toen was Dean Southal nog de reddende engel, met zijn ABC Beers. Daar kon je nog even bijkomen met een biertje, en er was ook een toilet. Nee, nu in Amsterdam liepen we geheel onbeschut in heel vies weer. Noodlijdend Amsterdams Peil (NAP), zal ik maar zeggen. De kilometers gingen aan ons voorbij zonder maar een toilet te kunnen vinden. Maar als de nood bij de voorzitter het hoogst is, is de redding nabij. We kwamen aan bij Passenger Terminal Amsterdam, waar luxe cruises beginnen en eindigen. Theo ging als een haas naar binnen op zoek naar een toilet. Weer waren we de voorzitter kwijt, maar nu om begrijpelijke redenen. Opgelucht en smilend van oor tot oor voegde hij zich weer bij de rest van het bestuur.

Het was nu nog maar een paar honderd meter lopen en toen kwamen we er achter dat Grand Café Delirium zich aan de overkant van een water bevond. We liepen uiteindelijk aan de verkeerde zijde van het water, dat er onderweg tussen was gekomen Terug lopen in dat NAP weer leek ons niet erg aantrekkelijk. Een Aziatisch lijkende vrouw wees ons op een loopbrug die van boven uit een gebouw naar de overkant leidde. Je kon even verderop via een trap naar boven lopen en dan het water oversteken om bij Delirium uit te komen. Het grootste gedeelte van het bestuur liep de trap op, maar bovengekomen misten we wederom de voorzitter. Volgende keer toch maar de lijn van de hond meenemen!

Een minuut later kwam een lachende voorzitter vanuit het interieur van het gebouw naar ons toe. Meneer was een Duitser tegengekomen die de voorkeur gaf om van de lift in het gebouw gebruik te maken. Ja, als voorzitter ben je natuurlijk een volgzaam type!

Eindelijk kwamen we behoorlijk nat bij Delirium aan. Bedenk je nog maar eens goed als je ooit nog eens in het bestuur verkozen wilt worden. Je moet mentaal en fysiek dan wel uit het goede staal gesmeed zijn. Een soort commando moet je zijn. Een echte teamworker, om ook onder zware weersomstandigheden je doel te bereiken en de groep bij elkaar zien te houden, inclusief de voorzitter. Maar goed, eenmaal binnen bij Delirium kon het drogen van de kleding beginnen. Delirium is een Grand Café en is het zusje van het gelijknamige Brusselse Café dat zoveel verschillende bieren heeft. De Amsterdamse versie is qua sortering bieren beduidend kleiner. Hier heeft men maar 500 soorten bier waaruit een keuze gemaakt kan worden. Ook kun je er eten, hetgeen we ook gedaan hebben. Het was er op het moment dat wij er waren bijzonder druk. In eerste instantie geen tafeltje te krijgen. Veel druk pratende jonge mensen die een geluidsniveau produceerden dat verder praten over de invulling van het beleid onmogelijk maakte. Dat kwam mede omdat het plafond van dit etablissement erg laag was. Verder zag het er wel leuk uit. We hebben er niet lang gezeten. ’t IJ was wat losser en gezelliger. Maar goed, we wilden het toch proberen.

Een ervaring rijker verlieten we Delirium, nu op weg naar Café “In de Wildeman” gelegen aan de Kolksteeg 3, een zijstraatje van de Nieuwendijk. Dat was het afsluitende onderdeel van onze trip. Walter had een mooie route langs interessante biercafés uitgestippeld, en wel in die volgorde dat we in de nabijheid van het Centraal Station zouden eindigden. In de Wildeman was het wat rustiger en konden we plaatsnemen aan een grote tafel. Ook waren we weer in staat om elkaar te verstaan, zodat we weer verder konden. We hebben de benen maar niet op die tafel gelegd. Daar stonden een aantal overheerlijke speciale bieren op. Stel je voor dat je naar het toilet moet, en je er één met je voeten omgooit. Er waren heerlijke bijzondere bieren te verkrijgen. Ikzelf heb een bijzonder bier van Kasteel geproefd, één met heel veel chocoladesmaak. Een bijzondere gewaarwording, moet ik zeggen.

Goed we zijn toch nog in de gelegenheid geweest om al hetgeen we besproken hebben samen te vatten. In het kort willen we als bestuur 3 commissies werkzaam krijgen, nl:

  • Op richten van een Gadget commissie, iets wat we vroeger een technische commissie zouden noemen.

  • Brouwkwaliteit commissie met als doel het brouwen van bieren van hoogstaande kwaliteit en het verbreden van de kennis daarover.

  • Proeftafel commissie dat als doel heeft het vergroten van inzicht in eigen gebrouwen bier door middel van proeven en bespreken

Na nog een klein uurtje gezellig pratend onder het genot van een biertje vonden we het langzamerhand tijd worden om weer op Hoofddorp aan te gaan. Nog even een stukje lopen naar het station en weer de trein in. Drie bestuursleden moesten er bij Schiphol uit om de bus naar Nieuw-Vennep te pakken, de anderen reden door naar Hoofddorp. Vlak voor Schiphol heb ik de voorzitter maar bij de mouw genomen. We wilden hem niet weer kwijt raken. Al met al een gesmeerde avond (van binnen en van buiten).

Jan Wurpel

Terug naar overzicht