Terug naar overzicht

De eerste zal de laatste zijn...

tww november 2013
Door: Jan van Schaik

Hoe het begon…

Toen ik pas in Vlissingen woonde en les gaf op de Mavo besloot ik Engels te gaan studeren. Het was 1964. Ik gaf toen les in economie, handenarbeid, tekenen en muziek. Op een dag vroeg een Engelse soldaat een lift naar Flushing. Ik nam hem mee en onderweg vertelde hij me dat zijn moeder dandelion wine maakte.

Die zomer zijn we voor mijn studie op vakantie naar Engeland gegaan. Een boekje gekocht over wijn maken en inderdaad er stond een recept in voor dandelion wine, maar we waren terug in september en toen waren er nog maar heel weinig paardebloemen, wel vlierbessen.

Ik leende een waterslot van de docent natuurkunde, want toen waren er geen winkels die wijnmakersspullen verkochten. Een onsje bakkersgist er in en ja hoor, een uur later het eerste plopje! Het plastic limonadevat stond op een matje in de keuken. Midden in de nacht hoorde ik geen plopjes meer, wel een zacht gesis. Dat matje hebben we weg moeten gooien. Grote roze schuimvlokken lager er overal in de keuken. Toch nog wel een aardige wijn geworden …

Ik heb dat boekje toen vertaald: First steps in winemaking van Berry.

Nu ben ik 77, oud en gebrekkig, loop moeilijk, ben gauw moe. Er staat een vlierstruik bij de buurvrouw en ik mag daar plukken. En dat zal wellicht de laatste wijn worden die ik maak.

De zeemansvrouwen

Met mijn diploma Engels op zak wilde ik wel wat bijverdienen. Ik begon les te geven aan een groepje zeemansvrouwen die wel eens mee wilden varen, want aan boord is de voertaal Engels. Het waren er 15. Ik bepaalde dat er tijdens de les alleen Engels mocht worden gesproken, want anders zou het te gezellig worden. De laatste les gaf ik hen een glaasje vlierbessenwijn waarop een van de dames opmerkte dat zij iemand kende die ook wijn maakte: hij woonde in Middelburg.

Natuurlijk heb ik contact gezocht met Jan Groeneweg en die kende Rinus Luteyn, Jan van Kuilenburg en Jos Bakker. We kwamen naderhand nog een keer bijeen en Aarnoud Kwint was toen de gast. Hij werkte voor de Suikerunie en die zagen wel perspectieven: hoe meer wijnmakers, hoe meer omzet in suiker! Hij begon een blad: Onder de kurk. Helaas heeft dat maar 1 jaar bestaan: het was veel te mooi met te weinig abonnees.

We besloten, naar Engels voorbeeld, een Wijnmakersgilde op te richten: Het Zeeuwse Gilde. Rinus Luteyn riep toen door de kamer: Luctor et Fermento!

Er kwam een wedstrijd in Amsterdam in het Mariott hotel en Rinus en ik moesten daar jureren. Daar was op ons verzoek ook Wina Born want we voelden ons niet zo zeker en zij had meer ervaring. Josefien van der Pas uit Brabant won met haar Vlierelfje, een vrij zoete vlierbloemenwijn. Tien jaar later hoorde ik haar stem op een show bij Farmaen die herkende ik meteen.

Weer naar Engeland

Om te leren jureren ging ik een cursus volgen in Engeland. Na afloop belandde ik aan de bar en iemand gaf me een zelf gebrouwen biertje. Kan dat ook? Hij legde het me uit. Met mijn keurmeestersdiploma op zak ben ik toen begonnen met het trainen van keurmeesters in ons land. Zij hebben toen het wijnkeurmeesters gilde opgericht.

Maar de kiem was gelegd: ik begon met bier brouwen te experimenteren en dat doe ik nog steeds. Ook de bieren moesten worden beoordeeld op wedstrijden. Vandaar dat de volgende stap was:  keurmeesters trainen. We hebben het BKG opgericht en daarvan ben ik nu erelid. Keuren doe ik niet meer, want als je ouder wordt vermindert je geur- en smaakvermogen.

Het BKG is een prachtig gilde: elk jaar hebben  we en trainingsweekend, dit jaar was het in Leuven. We bezochten een boerderijbrouwer, een Geuzebrouwerij, er was een voordracht door professor Delvaux en een stadswandeling.

Likeur

Intussen had ik een paar boeken geschreven: Het Groot Zelf Wijnmaakboek, Het bierbrouwboek, een handleiding voor keurmeesters wijn en bier en toen vroeg de uitgever me om een likeurboek, maar dat kon ik niet want als je twee likeurtjes per jaar maakt kun je geen boek vullen. Ik verwees hen naar een man die ik kende: Willem van der Velde uit Vugt. Maar Willem zei: ik kan niet schrijven. Toen heb ik hem uitgenodigd bij mij thuis te komen destilleren. Ik had Williamsperen  gekocht en die laten gisten. De hele nacht zijn we bezig geweest en toen hadden we elk 5 liter Poire. Willem vertelde en ik schreef het op en zo ontstond De Beste Borrel maak je zelf. Willem is gaan diepzeeduiken en deed niet veel meer aan de hobby.

Toen heb ik Het groot Zelf Likeurboek geschreven. Nog regelmatig maak ik een likeur. Sleedoorn is mijn favoriet. Koffielikeur is heel simpel:

60 gram koffiebonen fijn malen, in 50 cl alcohol van 50%, een beetje sinaasappelschil er bij, 60 gram suiker, na 2 dagen filtreren en verdunnen met 50 cl water.

Succes er mee!

Het Gilde

Toen er geen blad meer was ben ik met het Vakblad begonnen. Ik was toen lid van het Zeeuwse Gilde en alle leden lazen het blad, dat tevens dienst deed als Gildeblad. Op een dag had de secretaris een artikel dat hem niet beviel er uit geknipt. Er stond: pas op waar je een thermometer koopt, hier kosten ze 9 gulden en elders wellicht 7.

Het Gilde had besloten inkopen te doen bij een amateur organisatie in Belgie en ik moest advertenties ophalen bij de winkels die spullen verkopen in onze regio. Dat konflikt heeft geresulteerd in mijn royement van het gilde.

Zo zie je dat als het om geld gaat, een gilde bestuur soms domme beslissingen neemt.

Het Walcherse Gilde

Gelukkig waren er op Walcheren ook al heel wat  wijnmakers en dus hebben we daar een gilde gestart. We hadden 100 leden en gedurende 25 jaar heb ik leiding gegeven aan dat gezellige gilde. Toen hebben ze mij erelid gemaakt.

Elk jaar waren er activiteiten om nieuwe leden te winnen en cursussen voor beginners. Zo was er de Van Loon Zeilrace op het Veersemeer. Altijd was daar ook een ambachtenmarkt en ik was goede vrienden met de garnalenpelsters uit Arnemuiden: ik kreeg de pellen en zij van mij een drankje. Probeer het maar eens om er soep van te maken.

Op een dag zit ik achter het huis mijn krantje te lezen en ik zie dat de Veersemeerdagen al geweest zijn! Was ik het vergeten? Bestuur gebeld. Ja, Jan we zijn wel uitgenodigd, maar we hebben besloten niet te gaan. Waarom niet?  Ja Jan jij hebt andere belangen dan het bestuur. Ik voelde me beledigd en miskend en heb toen aangegeven dat ik niet langer erelid wilde zijn. Ik was de eerste die met een gilde begon, maar nu de laatste.

Jan van Schaik

Terug naar overzicht