Terug naar overzicht

Jan's Kruidenhoekje (8)

tww oktober 2009
Door: Jan Wurpel

Jeneverbes

Jeneverbes – (Juniperus communis)

Familie – Juniperus

Botanische naam:Juniperus communis

Volksnamen

Nederland:

Bekelaar, Damberbeienbossen, Dammerbos, Dampol, Dankbaarbeien Geneure, Geneverbesiën, Geneverstruik, Imbeer, Jenevelbloemke, Krammetbezie Lammerenhout, Nijveboom, Prikketakjes, Wachelder, Zeniverboom, Schildwacht, Orakelbessen, Wachelbeer, Januverboom en Pekke.
Oude namen zijn: krammetboom, machandel, lambeeren.

België:

Dam, Dambesieboom, Genever (Ghemeyne oft Kleyne), Geneverboom, Ienever, Imbeer (vrucht: Geneverbezien; hars: Genevertraen)

Engels:

Juniper, Commom Juniper

Duits:

Gemeine Wachholder, Kromerbeeren, Vernix, Wechholder, Wechholterbaum, Wechholterbeeren, Kniste- of Knastebusch

Frans:

Genévrier, savin, sabine

Jeneverbes, botanische tekening
Verklaring van de naam

De naam jeneverbes is een verbastering van het Latijnse Juniperus dat is samengesteld uit 'junior' = 'de jongere' en 'parere' = 'verschijnen'. Dit slaat op de jonge vruchten die reeds verschijnen voordat de rijpere vruchten zijn afgevallen. De drank jenever dankt zijn naam aan deze kegelvrucht1.

Botanie en plantbeschrijving

De jeneverbes is een bijzondere boom, die ook als struik voorkomt. Het is de meest voorkomende naaldboom op aarde, maar één die in Nederland beschermd is. Hij kan groeien als een zuilvormige boom of als laaggroeiende of kruipende struik. De zuilvormige boom wordt ook wel ‘Cypres van het Noorden´ genoemd. Jaargetijden kent de altijd groene jeneverbes slechts tijdens zijn bloei in mei.

De naam Juniperus werd al door de Romeinen gebruikt. Het Duitse woord Wacholder komt van het Oud-Germaanse wachal = fris, altijd groen. In het Duitse taalgebied komt men ca. 150 verschillende namen tegen. Sommige namen hangen met het gebruik samen. In Pommeren spreekt men van Kniste- of Knastebusch, wat te maken heeft met het geluid van de brandende takken.

Diagnostische kenmerken

  • Heester met opstijgende of rechtopstaande takken of kleine boom.

  • Bladen in kransen van 3, afstaand, alle naaldvormig, stekend, recht

  • Jeneverbes bloeit in april/mei en is tweehuizig, d.w.z. dat mannelijke en vrouwelijke bloemen niet op één plant voorkomen. Beide bloeiwijzen verschijnen in mei. De mannelijke bloemen zijn geelachtig, de vrouwelijke lichtgroen. Ze zijn weinig opvallend. Het stuifmeel wordt door de wind meegevoerd.

  • De vrouwelijke zaadschubben vormen in het eerste jaar blauwzwarte (schijn)bessen. De Kegelbes wordt uit 3 vergroeide, vlezige schubben gevormd. Jeneverbessen zijn eigenlijk geen bessen, maar ontwikkelen zich uit haarachtige, eenslachtige bloemen (katjes) die zich een jaar later vormen tot groene bloemen. Het rijpen van de bessen strekt zich uit over twee jaar en worden en ze worden 5-6 mm breed. Pas na de overwintering nemen zij een donkerblauwe kleur aan, waarover een waslaag ligt met een licht dauweffect. De zaden zijn zwak driekantig, lichtbruin en met een harde schil.

  • De schors is grijs-tot roodbruin, dun, vrij glad en laat bij oudere planten los in de vorm van lange, pluizige schilfers.

Jeneverbes groeit heel langzaam omdat hij veel zijtakken vormt. Bomen bereiken in 10 jaar slechts een hoogte van 1 m. Uiteindelijk kan hij 10 m hoog worden. Hij kan onder gunstige omstandigheden 500 tot 2000 jaar oud worden.

Verspreidingsgebied

De jeneverbes is de enige boomsoort in Nederland die op de Nederlandse Rode lijst van planten staat als algemeen voorkomend, maar sterk in aantal afgenomen. De jeneverbes is een in Nederland wettelijk beschermde boom.

Jeneverbes komt in Nederland voor op arme zandverstuivings- en heidelandschappen, maar ook overal in Europa vanaf de kust van het Baltische IJsmeer tot het Zuiden van Spanje, Sicilië, Griekenland en het Atlasgebergte in Noord-Afrika. Men vindt hem ook in het Zuiden van Groenland en in Noord-Amerika. In de Alpen groeit hij tot een hoogte van 1600 m. Hij heeft voor zijn groei open landschappen nodig zoals zand-, rots-,, puin- en heidelandschappen. Hij groeit ook in lichte dennen- en eikenbossen. Op de heide wordt hij om zijn stekende naalden door de schapen gemeden.

Jeneverbes is belangrijk voor een aantal insecten zoals de jeneverbeskever, jeneverbesmot en de schorskever. De mannelijke bloemen zijn stuifmeel­leveranciers voor bijen.

Verspreiding in de lage landen

De jeneverbes is een karakteristieke struik van de schrale zandgronden in Nederland. Met name op de heidevelden komt hij hier en daar nog in groten getale voor. Het aantal plaatsen en individuen is echter sterk afgenomen. Verjonging door kieming bleek tot voor kort niet meer voor te komen en het bestand lijkt door veroudering sterk in vitaliteit te hebben ingeboet.

Vanaf medio 2004 is de aandacht voor de jeneverbes sterk toegenomen. Vooral in Drenthe, waar door het verschijnen van het Alterra-rapport jeneverbes (Juniperus communis L.) in de verdrukking (Knol & Nijhof, 2004) tientallen activiteiten zijn ontplooid. Door boswachters en vrijwilligers zijn terreinen geïnventariseerd en is onderzoek gedaan naar vitaliteit en verjonging. Met behulp van Landschaps­beheer en de terreineigenaren zijn diverse beschermende maatregelen getroffen.

Een groot deel van de Nederlandse exemplaren groeien op de Veluwe en in Drenthe. De Drentse naam is 'iberen'. Er is een restpopulatie in Limburg. Voor het voortbestaan van de jeneverbes is het belangrijk dat er voldoende exemplaren in de buurt staan en dat ze vrij staan; de wind moet met name tijdens de bloei vrij spel hebben.

Jeneverbesvrucht

Jeneverbessen worden tegenwoordig in de meeste gevallen als solitaire struiken aangetroffen. Zeldzaam zijn de jeneverbessenbossen waarbij men diverse exemplaren vlakbij elkaar aantreft. Op de Veluwe, langs de weg van Otterlo naar Schaarsbergen ligt een jeneverbessenbos. Het bos ligt gedeeltelijk in het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Het is een unieke plaats, omdat de jeneverbessen hier dicht bij elkaar staan.

De jeneverbes is zonder twijfel een van de meest kenmerkende struiken van het Drentse heidelandschap. Op veel plaatsen, zoals in het Lheebroekerzand, de Palms bij Meppen, het Balinger- en Mantingerzand, het Drouwenerzand, de Odoornerdennen en de Zeegserduinen vormt de jeneverbes dichte, soms ondoordringbare struwelen. In veel boswachterijen en andere tijdens de ontginning aangelegde bossen staan her en der nog door lichtgebrek verkommerende struiken.

Varianten

  • De zeer variabele jeneverbes wordt in een aantal ondersoorten verdeeld. Bij ons is de Juniperus communis het meest bekend.

  •  Een ondersoort hiervan is de Juniperus communis ‘Hibernica’, die ook geschikt is voor heidetuinen. Hij kan daar het beste als solitair (alleenstaand) geplant worden.

  • In de Alpen groeit de Juniperus alpina , een dwergstruik met meestal liggende takken en niet stekende naalden. 

  • In rotstuinen zien we ook wel eens de Juniperus sabina, een laagblijvende vorm.

  • Juniperus phoenicea is een struik of kleine boom met een compacte, brede kroon.

  • De stekelige jeneverbes (Juniperus oxycedrus) is een boom uit de cipressen­familie (Cupressaceae). Deze soort is in het Middellandse Zeegebied te vinden. De boom groeit op droge heuvels, rotsachtige grond en in bossen in het kustgebied. De hoogte is ongeveer 8 m. De soort wordt vooral bekend vanwege de olie die als medicijn wordt gebruikt, ook in de diergeneeskunde. Deze olie wordt bereid uit het hout. Dit hout is overigens goed bestand tegen rotting. Er wordt ook wel houtskool van gebrand.

  • Andere varianten zijn: Juniper. communis, Juniperus drupacea, Juniperus oxycedrus, Juniperus phoenicea, Juniperus deppeana, and Juniperus californica. Sommige soorten zoals de Juniperus sabina, zijn giftig en het is niet raadzaam deze te consumeren.

Standplaats in de lage landen

De jeneverbes houdt van een droge, voedselarme grond. De grond moet wel mineraalrijk zijn. Vooral leemachtige gronden bevatten mineralen. Plant een jeneverbes vooral in de volle zon. Het slanke silhouet komt dan het beste tot ontwikkeling en ook de bessen komen dan goed tot rijping.

De beste soort, die kan worden gebruikt, is Juniperus communis 'Hibernica'. Die is goed winterhard. Hij staat mooi in combinatie met den, berk, heide, brem, lijsterbes, wilde rozen, toortsen, anjers, tijm en grassen. Hij is ook geschikt voor heggen. Verplanten verdraagt hij niet goed.

Een jeneverbes moet als solitair worden geplant of in groepen met een ruime afstand tussen elke jeneverbes. Als ze tegen elkaar aan staan, worden de raakvlakken op den duur kaal en dat is beslist geen fraai gezicht. Snoei ook nooit aan een jeneverbes. Langs de stam groeien lange takken, waarop weer zijtakken staan. Het verwijderen van zo'n zijtak zorgt onmiddellijk voor een kaal gedeelte. Het komt dan nooit meer goed.

In winters met veel sneeuw kan het gebeuren, dat de takken onder de zware sneeuwlast naar buiten uitzakken. Afschudden van de sneeuw is dan nodig, anders blijft de uitgezakte vorm lange tijd zichtbaar of herkrijgt de jeneverbes de slanke vorm niet meer.

Geschiedenis, sagen, volksvertellingen

Duizenden jaren lang werd de jeneverbes in vele beschavingen —van de Babyloniërs en de Egyptenaren tot die van de Tibetanen en de Noord-Amerikaanse Indianen— gebruikt als wierook bij de uitoefening van hun rituelen. Bij de Grieken was de jeneverbes aan Hermes, de boodschapper der goden, gewijd.

In de oudheid was de jeneverbes gewijd aan de wraakgodinnen (Furiën of Erinyes), net als de Moires of de Fates (Schikgodinnen) waren zij Godinnen van het Lot, maar ze hadden een meer wraakzuchtige aard, de Furiën achtervolgen moordenaars en andere misdadigers die in hun ogen niet voldoende bestraft zijn. Ze zijn de dochters van Gaea en Uranus, hun namen zijn Alecto, Megaira en Tisiphone, hun haar zijn bundels slangen en ze zijn nogal onaangenaam. Men verbrandde soms jenevertakken in plaats van Rozemarijn voor de Goden van de Onderwereld. Ook het gebruik van het uitroken van een sterfhuis of de sterfkamer met jeneverbestakken was bekend.

Balder, Keltische god

Bij de Kelten werd de jeneverbes aan Balder, god van onschuld en licht, bij de Grieken aan Hermes, de boodschapper van de goden, gewijd. Dit heeft te maken met het altijd-groene uiterlijk van de boom, de aangename geur van hout, blad en vruchten.

Voor de Germanen was de jeneverbes ook een Heilige struik. Van die verering is nog wel wat terug te vinden in oude namen of gebruiken; zo heten de bessen in Westfalen nog 'Heilige Beeren'. De Germanen gebruikten het hout bij de verbranding van doden en bij offerrituelen. Dit is men te weten gekomen omdat er op een Germaans urnenveld achter Vlodrop (Zuid-Limburg) houtskool van jeneverbes is aangetroffen.

In de bijbel wordt de jeneverbes ook een aantal malen genoemd maar ze komt niet voor in bijbelse streken, dus dit moet een vertalingsfout zijn. De jeneverbes werd gebruikt als antidemonisch middel, vooral door de geur, maar ook omdat de plant stekels heeft. Uit de takken van de jeneverbes werden magische bekers en vaten gemaakt, wat tot plaatselijke uitroeiing kon leiden.

In de Middeleeuwen hadden de jeneverbessen de reputatie wonderbaarlijke genezingen teweeg te brengen, en werden tijdens pestepidemieën de bessen van de jeneverbes en het hout van de struik in de ziektekamers verbrand om de ziekte op afstand te houden. De bessen werden gekauwd om zich tegen de pest te beschermen.

Opgravingen hebben aangetoond dat er in Europa een levendige handel in jeneverbessen bestond. De struik werd als een magisch kruid beschouwd omdat er een goede geest in schuilde die bescherming bood tegen duivels, kwade geesten en wilde dieren. Volgens mensen in die tijd woonde er een goede geest in de jeneverboom. Daarom mocht deze niet gekapt worden.

Wanneer men op het Duitse eiland Rügen een huis bouwde, stopte men een jenevertak in het fundament om zo de duivel op afstand te houden. In oude Duitse vakwerkhuizen vindt men nog steeds jenevernaalden onder de vloer, bedoeld als bescherming tegen muizen

Dodoens schreef de plant voor bij kwalen van de maag, longen, lever en nieren, bij chronische hoest. Maar ook om slangen te verdrijven. Nadat de pest uit Europa was verdwenen, bleef jeneverbes een rol spelen als bescherming tegen allerlei besmettingen, o.a. in 1918 bij de Spaanse Griepepidemie. Professor Kneipp had veel succes met de jeneverbes als maagmiddel

In veel streken wordt het mariabeeld omkranst met jenevertwijgen. Volgens een oude legende heeft Maria, op de vlucht voor de soldaten van Herodes, tussen de takken ven een jeneverboom geschuild.

Een drankje uit jeneverbessen beschermt tegen kwade invloeden en maakt onzichtbaar. Je kon ook in een jeneverstruik veranderen die zo prikte, dat iedereen ervan afbleef. Alle vermoeidheid verdwijnt als men zich onder een jeneverstruik ter ruste legt.

Binnen de kruidengeneeskunde worden jeneverbessoorten al heel lang gebruikt. In Griekenland en Rome werden Zuid-Europese jeneverbessoorten gebruikt; de bessen werden door Hippocrates aangeprezen als middel tegen spasmen van de baarmoeder. Volgens Dioscorides verdrijft de geur van de jeneverbes de wilde dieren,

Plinius de Oudere vertelde het al, al classificeerde hij het als geroddel: als men gekneusde jeneverbessen over de penis wreef voor de geslachtsgemeenschap vond er geen conceptie plaats. Een andere bron uit deze periode heeft bijna dezelfde boodschap, behalve dat de gekneusde bessen in de vulva moeten worden gewreven, vlak voordat de penis de vagina ingaat. "Op een of andere manier wordt jeneverbes in de vagina gedaan, en daar doet het zijn werk als abortifaciënt of als contraceptief", volgens Galenus. In de Oudheid was de urinedrijvende werking ook al bekend, Jeneverbes werd ook oraal ingenomen.

Sensorische eigenschappen

Jeneverbessen vormen een van de geurigste aroma’s bij het kruiden. Drie of vier bessen kunnen ruw geschat één klein laurierblad evenaren, en ook vervangen.

pH 3.3 – 3.6. De geur is droog, enigszins muf, bitterzoet. De smaak houtachtig en zo adstringent dat de mond samentrekt. Met verdunning droog maar minder wrang. Onstabiel; dikwijls minder dan 12 maanden houdbaar, ondanks het lage pH.

Het smaakprofiel van de jonge, groene bessen wordt gedomineerd door pineen. Als ze volwassen worden ontstaat er harsachtige achtergrond, vergezeld van wat McGee beschrijft als "groene-vers" en citrusachtige smaaktonen. De buitenste schalen van de bessen zijn relatief smaakloos, zodat de bessen bijna altijd ten minste licht gekneusd worden alvorens te worden gebruikt als specerij. Ze worden zowel vers gebruikt als gedroogd, maar hun smaak en geur is op hun sterkste onmiddellijk na de oogst en gaan achteruit tijdens het drogen en opslag.

Het hout werd gebruikt om vlees te roken en de bessen worden traditioneel gebruikt om ‘Gin’ te parfumeren. Onze ‘jenever’ vindt zijn oorsprong in deze plantennaam.

De essentiële olie, Juniperi aetheroleum, wordt verkregen door destillatie met waterdamp van vers geoogste takken met bessen. Het heeft een lichtgele kleur met een houtige geur die op die van dennennaalden lijkt en werkt sterk reinigend op lichaam en geest. Ook alleen uit de bessen wordt een olie gedestilleerd. Deze Oleum juniperi E. baccarum heeft een krachtige, houtige geur met een zoete ondertoon. De werking is intensiever dan die van de tak/bes olie.

Omdat de smaak van jeneverbessen zich langzaam ontwikkelt, komen ze het best tot hun recht in marinades en gerechten waar ze lang in meegekookt kunnen worden. Jeneverbessen worden bijna altijd gedroogd gebruikt. Kneus de bessen voor gebruik

Jenever

, dan komt de aromatische en ietwat zoete smaak beter vrij. Als de bessen bij het roosteren van vlees over de hittebron gestrooid worden, zullen ze een heerlijke geur verspreiden (en verloochenen ze niet dat ze van een conifeer afkomstig zijn).

Jeneverbessen worden gebruikt in de Noord-Europese en vooral Scandinavische keuken voor het meegeven van een scherpe, heldere smaak aan vleesgerechten, vooral wilde vogels (waaronder lijster, merel, en houtsnip) en wild vlees (met inbegrip van zwijn en hert). Ook bij seizoensgebonden gerechten zoals kool en zuurkool. Traditionele recepten voor zuurkool garni, een Elzasser gerecht van zuurkool en vlees, bevatten gewoonlijk jeneverbessen. Naast Noorse en Zweedse gerechten, worden jeneverbessen soms ook gebruikt in de Duitse, Oostenrijkse, Tsjechische en Hongaarse gerechten, vaak met gebraad.

Jenever werd ontwikkeld in de 17e eeuw in Nederland. Het was de eerste plaats bedoeld als een medicijn. Jeneverbessen zijn een diureticum en werden ook beschouwd als een eetlustopwekkend middel en als middel tegen reuma en artritis. De naam jenever zelf is afgeleid van ofwel de Franse genièvre of de Nederlandse jenever. Een andere met jeneverbessen gearomatiseerde drank is o.a. het Finse rogge- en jeneverbes bier, bekend als sahti. Dit bier wordt gearomatiseerd met jeneverbessen, zowel de bessen als de takken

Een aantal Noord-Amerikaanse soorten jeneverbesbomen produceren een zaadkegel met een zoetere, minder harsachtige smaak dan die gewoonlijk als specerij gebruikt wordt. Een parkopzichter beschreef eens het vruchtvlees van de bessen van “Juniperus Californica” als "droog, melig, maar zoet en vezelig en zonder harscellen"

Inhoudstoffen

Jeneverbessen bevatten:

  • Tussen 0,5-2,0% etherische olie met meer dan 70 afzonderlijke componenten, waaronder, grotendeels, monoterpenen zoals

  • 16,5-80% alfa en beta pineen; 0,2-50% sabineen;

  • 1-12% limoneen;

  • tot 5% terpineen -4-ol, alfa terpineol; borneol, geraniol, enz.; en sesquiterpenen, fenolen en esters daarvan;

  • ongeveer 30% invertsuiker (glucose en fructose),

  • 3-5% catechol tannines, flavonoïden en proanthocyanidinen; deoxypodophyllo­toxin.

Toepassingen

  • De bessen bevatten ca. 1% jeneverbesolie die als smaakstof aan alcoholische dranken wordt toegevoegd.

  • Het hout is zacht, maar taai, elastisch, moeilijk te splijten en heeft een lange levensduur. Insecten lusten het niet. Het ruikt kamferachtig aromatisch. De kern is roodbruin en het spinthout geelachtig. Potloden die vaak van de Juniperus virginiana vervaardigd worden, hebben een heel speciale cederhoutgeur. Het jeneverbeshout kan voor fijn houtsnijwerk, draaiers-, meubel- en inlegwerk gebruikt worden. Van het dikste hout maakte men vroeger schuttingpalen, houten emmers, pijpen, wandelstokken en zwepen. Het hout wordt nog steeds gebruikt voor het roken van worst, vlees en vis, die daardoor een uniek aroma krijgen.

  • De takken werden gebruikt voor het vlechten van kransen en manden.

  • De groene uitlopers van de takken verspreiden als ze verbrand worden een tamelijk bittere geur en werden ook wel als een soort wierook gebruikt.

  • Uit het hout kan etherische olie gewonnen worden.

  • Van jeneverbesgom, vermengd met lijnolie maakte men vroeger vernis voor schilderijen.

Medicinaal

Jeneverbesolie is vanouds een bekend en gewaardeerd geneesmiddel bij waterzucht, chronische blaas catarre, gruis en nierstenen, dat diende als urine-afdrijvend middel. Traditioneel werd het sap van de bessen ingedikt en met houtspanen gekookt om dit als huismiddel bij de behandeling van huiduitslag, jicht en waterzucht te gebruiken. Bovendien heeft het een bijzondere werking op de stofwisseling en wordt daarom met succes gebruikt bij gewrichtsreumatiek, daar waar het gaat om een stofwisselingsstoring in het gewricht en zijn omgeving. Eveneens is het een geweldig middel bij slappe spieren, jicht en spierpijn. De nieren worden echter sterk geprikkeld, zodat jeneverbes maar gedurende een korte periode gebruikt mag worden. Jeneverbes werkt ontgiftend en stimuleert de afscheiding van vloeibare en vaste giftige stoffen.

Gastronomisch

  • In de bessen zit naast olie ca. 30% suiker.

  • De kegelvruchten vindt men in jenever, gin, Steinhäger en Bénédictine en worden gebruikt als smaakmaker.

  • De gedroogde kegelvruchten worden als specerij gebruikt in bijvoorbeeld marinades voor wild.

  • De aromatische bessen worden gebruikt als vervanging van peper en om zuurkool en pate’s te kruiden. De gedroogde 'bessen' zijn vaak in de supermarkt te koop.

  • Naast de bessen worden ook de bladeren gebruikt, bijvoorbeeld bij het grillen van vis. In Schotland wordt de bast van de boom gebruikt voor het roken van zalm

  • In Frankrijk wordt een bepaalde biersoort, "genevrette", gemaakt van gefermenteerde jeneverbessen en gerst. De bessen worden ook gebruikt als ingredient van kruidenthee.

  • Jeneverbessen kunnen tussen de blokjes houtskool van de barbecue worden gelegd, dit geeft een subtiele smaak aan het vlees.

Bier

Kuurna

Sahti is een traditioneel bier uit Finland, gemaakt van een verscheidenheid van granen, gemoute en ongemoute, met inbegrip van gerst, rogge, tarwe en haver; soms wordt brood dat is gebakken van deze korrels gefermenteerd in plaats van mout zelf. Traditioneel wordt het bier op smaak gemaakt met jeneverbessen in aanvulling op of in plaats van, hop. Het beslag wordt gefilterd door middel van jeneverbessen twijgen via een trogvormige bak, in het Fins kuurna genaamd. Sahti heeft een uitgesproken banaansmaak veroorzaakt door de gebruikte gist. Sahti is een bovengistende ALE, en terwijl van oudsher bakkersgist gebruikt werd, kan ale gist ook gebruikt worden voor de vergisting.

Het eindproduct is een troebel, licht alcoholisch bier met gistachtige en fenol smaken en een aparte smaak, vergelijkbaar met banaan. Sahti wordt traditioneel thuis gebrouwen maar in de afgelopen jaren zijn ook commerciële versies beschikbaar gekomen. Sommigen worden geproduceerd door gespecialiseerde sahti brouwerijen zoals Lammin Sahti, Krouvin Sahti, Joutsan Sahti en Finlandia Sahti (geen relatie met het wodkamerk van dezelfde naam). Anderen worden gemaakt door de Finse microbrewers zoals Huvila en Stadin Panimo. Commerciële Sahti heeft meestal rond de 8 procent (vol) alcohol.

De etymologie van het woord sahti is niet zeker, maar experts geloven dat waarschijnlijk het afstamt van het Germaanse woord SAF, dat later evolueerde tot het Scandinavische woord saft, in de zin van sap. In Finland heeft sahti verschillende kenmerken, afhankelijk van welk deel van het land het afkomstig is. Het is vaak beter bekend als Tavastian bier (bekende sahti gebieden, zoals Sysmä en Lammi, liggen in de provincie Tavastia). Er is ook een verband met een biertje op het Zweedse eiland Gotland (bekend als "Gotlandsdricke", "Gotlandsdricku" of "Dricku") en het Estlandse eiland Saaremaa (bekend als "Koduõlu" of "Taluõlu"). Elke paar jaar is er een Juniper-Beer Brewing Kampioenschap voor homebrewers van deze drie landen. Finse Sahti heeft GTS status in Europa.

Commerciële Finse sahti merken zijn o.a.

  • Panimoravintola Beer Hunter's: Muffloni Sahti (Van Pori)

  • Finlandia Sahti en Finlandia Sterke Sahti

  • Hartolan Sahti, bekend als Krouvin Sahti en Punakallion Sahti.

  • Hollolan Hirvi Kivisahti

  • Huvila sahti (Van Savonlinna)

  • Joutsan Sahti

  • Lammin Sahti

  • Tiinan Sahti (Van Sysmä)

Koken met jeneverbessen

Dan nog even voor de smulpapen onder ons de volgende culinaire recepten voor een voorafje en een stevige maaltijd met jeneverbessen.

Sjalottensoep met jeneverbessen
Sjalottensoep

Bron:

Allerhande 11 2007

Keuken:

Hollands

Type

voorgerecht – soep

Bereiden

40 minuten.

Recept voor

4 personen

Bevat:

Energie: 135 kCal; Eiwit: 1 g; Vet: 10 g; Koolhydraten: 10 g (per eenpersoonsportie)

Ingrediënten

250 g sjalotten, fijngesneden

300 ml rode wijn

2 teentjes knoflook, fijngesneden

500 ml kippenbouillon (van tablet)

3 takjes verse tijm

25 g boter

10 jeneverbessen, gekneusd

50 ml slagroom

2 laurierblaadjes

½ zakje verse bieslook (a 15 g), fijngesneden

Materialen

staafmixer of keukenmachine

Bereiden

Smelt de boter in een pan en fruit hierin de sjalotten en de knoflook. Voeg de tijm, de jeneverbessen en de laurier toe. Laat in 15 minuten op laag vuur goudbruin worden. Zet het vuur hoog en voeg de wijn toe. Laat 5 minuten inkoken op hoog vuur. Schenk de bouillon erbij, breng aan de kook en laat een paar minuten op laag vuur zachtjes koken. Pureer de soep met een staafmixer of in de keukenmachine. Verdeel de soep over 4 borden en schenk voorzichtig de slagroom erin. Bestrooi de soep met bieslook.

Beenhammetje met ouderwetse zuurkool

Voor twee personen

Ingrediënten

Beenhammetje, ong. 500 g

1 el honing

500 g zuurkool

1 el boter

8 aardappelen

1 dl witte wijn

½ ui in blokjes gesneden

Zout

1 appel met schil in blokjes

Peper

1 laurierblaadje

1 el grove mosterd

5 jeneverbessen

2 el honing

Bereiden

Doe zuurkool, ui appel, jeneverbessen, laurierblaadje, boter, honing, witte wijn, zout en peper in een pan. Zet dit 45 minuten op een laag vuur.

Maak vervolgens inkepingen aan de bovenkant van het hammetje. Bestrooi het met peper en zout en zet het gedurende 30 minuten in een oven op 140 °C.

Meng mosterd en honing door elkaar. Neem de beenham uit de oven en smeer deze in met het mengsel. Stel de oven in op 180 °C en zet de beenham gedurende 10 minuten in de oven tot deze mooi bruin geworden is.

Kook intussen de aardappels totdat ze gaar zijn.

Haal de beenham uit de oven en bewaar het vocht voor de saus. Voeg hier ook een beetje zuurkoolvocht aan toe.

Snijd ten slotte de beenham in plakken en serveer deze met de zuurkool en aardappels. Schenk als laatste de saus er overheen.

Geraadpleegde bronnen:

http://www.jeneverbesgilde.nl/

http://nl.wikipedia.org/wiki/jeneverbes

http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=flora_nl&id=1876&menuentry=soorten

http://www.stemderbomen.nl/pages/artikelen/art_jeneverbes.htm

http://www.anthemis.nl/aroma/jeneverbes.htm

http://plantaardigheden.nl/plant/beschr/gonnve/jeneverbes.htm

http://www.dekooktips.com/warenkennis/kruid-spec/jenev.htm

http://www.encyclopediedrenthe.nl/jeneverbes

http://members.home.nl/wla.kok/wachelder/Inheemse%20planten%20voor%20de%20tuin.htm

http://brewingtechniques.com/library/styles/6_4style.html

http://www.ah.nl/recepten/recept?id=453386

http://www.gratisrecept.nl/recept/gebraden-beenhammetje-met-ouderwetse-zuurkool.php

1Een kegelvrucht is een met schubben afgezette houtige kegel van een naaldboom. Uiteraard heeft een naaldboom nooit bessen. Er kunnen echter wel schijnbessen voorkomen zoals bij de jeneverbes. De schijnbes is een kegel en bevat zaad, dat door de schubben wordt beschermd.

Terug naar overzicht